[ad_1]
Net als in 2016 loopt de Slachtmarathon van de zeedijk bij Oosterbierum naar Raerd. Vanuit verkeers- en veiligheidsoogpunt is dit volgens de organisatie de beste oplossing. Alle dorpen zijn in volle voorbereiding op het hardloopevenement op 15 juni.
Oosterbierum en Sexbierum begrijpen het besluit om de marathon van het wad naar Raerd te lopen, maar vinden het zonde. De editie van 2020 ging vanwege corona niet door, maar zou wel bij hen eindigen. En het maakt wel uit of een dorp het startpunt is van de Slachtmarathon of het eindpunt waar na de finish feest gevierd wordt. Maar de aanscherping van de regels op het gebied van verkeer en veiligheid maakt deze keuze legitiem, meent de organisatie.
Niet alleen Aaipop in Nijland en de Visserijdagen in Harlingen zijn veranderd in het vergunningensysteem voor evenementen. Ook de organisatie van de Slachtmarathon heeft ermee te maken. “Het is een stuk wurder”, zegt productiemanager Enno Feenstra, al is het evenement qua transport een kopie van eerdere edities. Dat er straks negentig bussen nodig zijn om wandelaars en lopers naar de start en terug te brengen, noemt hij ‘een logistieke nachtmerrie, maar wel een provinciale uitdaging’.
Feenstra is de enige van het overkoepelende organisatiecomité die ook bij de editie van 2016 betrokken was. Net als voorgaande keren vindt er overleg plaats met de gemeenten, de Veiligheidsregio Fryslân en de politie. “Dat klinkt goed.” Er zijn noodplannen aanwezig voor noodsituaties zoals een ongeval, brand, slecht weer of een bommelding.
Grote bereidheid om te handelen
Ook aan enthousiasme geen gebrek. “Ik heb altijd een grote bereidheid om te doen wat ik doe. Mogen veel vrijwilligers het goed inschenken.” Bovendien blijkt het enthousiasme om mee te doen ‘super groot’. Hoewel er nog zo’n 750 kaarten beschikbaar zijn voor de hele marathon en zo’n 1200 voor de halve marathon, waren alle wandelkaarten snel uitverkocht. “Sjochst yn heel Fryslân twijfelt niet aan die oefening. Eltsenien had wol in de bekende dy’t meirint.”
Een verschil met 2016 is dat de organisatie dit keer een ecologisch bureau heeft ingehuurd, dat heeft onderzocht of er activiteiten zijn die “we liever niet doen”. Hiervan is niets gebleken. “Eind mei verhuizen we.” Dit jaar echter de zogenaamde ecologische voetafdruk . “Over het algemeen hebben we minder aggregaten. Op dit moment is het zo, we luisteren of we dat door een weihelje kinne doen. Er zullen vele waterkranen aanwezig zijn waar u uw eigen flessen kunt bijvullen. En dit keer is het souvenir voor alle deelnemers niet van plastic, maar van hout.
Controle in eigen hand
Ook de inrichting van de dijkvakken is op een andere manier aangepakt, vertelt dorpscoördinator Gretha Bakker, die zelf in Sexbierum woont en alle edities heeft meegemaakt. De dorpen wilden meer controle in eigen hand hebben. De lokale comités presenteerden hun plannen tijdens twee sessies in maart. Dirk Bruinsma (theatermaker en directeur Peergroup) was aanwezig en gaf tips.
Bakker: “Het is daardoor dat het niet allemaal in de dijk moai fersiere zit, maar dat het ook het ferdjipping sykje is. Dat sy derby contacten met andere organisatoren.” Zo legt Wommels met een oase vol het thema ‘wat roeit’ uit fjemde fûgels . “We gaan naar sy dêr ek It Fryske Gea van de Fûgelwacht door belûke kinne.”
Feenstra: “De totaalaanpak kan artistieke elementen bevatten die zijn aangewakkerd door de interne organisatie van de Slachte, maar wat is het nu.” Maar de nieuwe aanpak zorgt voor een groter saamhorigheidsgevoel binnen de dorpen, constateert Bakker. Elk dorp probeert zijn individualiteit naar voren te brengen. “Het belangrijkste is hoe het libbe wordt, het weiland van de nei ta. Mochten er nog mensen binnen zijn, laat de renners daar dan iets weten.”
[ad_2]