Opinie | Bouwen doe je zo: met bouwers en bestuurders

[ad_1]

Partijleiders waren het tijdens het eerste verkiezingsdebat afgelopen zondag over één ding eens: de bouw moet beginnen. Eerder sprak demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, CDA) in een interview met NRC (6/10) dat er bijna een miljoen woningen nodig zijn. En dat is nog maar het begin. Hij betoogde dat als de demografische groei in dit tempo doorzet, er in 2040 een tweede miljoen woningen bij moeten komen. Dat klinkt als muziek in de oren van woningzoekenden, maar laten we ze niet voor de gek houden met een papieren realiteit. . En laat de drie bestuursniveaus, het Rijk, de provincie en de gemeente, zich concentreren op het nemen van hun afzonderlijke verantwoordelijkheden.

Er dreigt nu een verdere schaarste aan locaties, een verdere schaarste aan woningen en een verdere schaarste aan leidinggevende functionarissen.

Sinds 2012 bouwen we gemiddeld 61.400 nieuwbouwwoningen per jaar, dat is dus nog lang niet de benodigde 100.000. De achterstand wordt ieder jaar groter. Bovendien neemt het aantal verleende bouwvergunningen sinds 2021 af. Daardoor neemt de schaarste toe.

Verergering

Het zou helpen als de minister van Volkshuisvesting twee wetsvoorstellen – Betaalbare huur en Versterking van de controle op de volkshuisvesting – gewoon bij de Raad van State zou laten liggen en er geen energie meer in zou steken. Deze verergeren de problemen alleen maar. Ze creëren niet de broodnodige stroom. Pas als er in alle segmenten nieuwbouw plaatsvindt, wordt de woningmarkt dynamisch.

Het CBS berekend dat in 2021 de ruim 50.000 opgeleverde nieuwbouwwoningen een verhuisbeweging op gang brachten waardoor ruim 120.000 woningen vrijkwamen. Dat zou in elke regio de minimale ambitie moeten zijn; plan zo dat voor elke extra woning minimaal drie verhuizingen nodig zijn. En vergeet niet dat 90 procent van de starters in een bestaande woning start.

Lees ook
Elke huizenmarkt is anders – maar de huizenprijzen dalen overal

Activists are making banners for the <strong>Woningprotest</strong>dat plaatsvond in Amsterdam in september 2021.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”https://images.nrc.nl/UJg1GUZPXci2GKdFfHqcaDe-Xdc=/160×96/smart/filters:no_upscale()/s3/ static.nrc.nl/bvhw/files/2022/12/data94997641-c061ef.jpg”/></p>
<p>Bovendien klinkt ‘betaalbare huur’ goed als verkiezingsslogan.  Maar in de echte wereld maakt de onzekerheid beleggers in heel Europa momenteel bang.  Overal krimpt de nieuwbouw sterk.  Als we in Nederland ook nog eens een rem zetten op de huur, komt de berekening niet meer uit.  Binnenkort gaan de huren op papier omlaag, maar in de praktijk worden er geen huurwoningen meer gebouwd. </p>
<p><dmt-quote type=Wie de provinciale bouwplannen analyseert, ziet dat 60 procent boterzacht is

Kijk naar de situatie in Berlijn of Zweden en ontdek dat regelgeving het tegenovergestelde effect heeft. Laat de strikte percentages per project los. En vergeet niet dat de situatie in Haren anders is dan in Rotterdam. Provincies en gemeenten moeten dit samen met corporaties en marktpartijen kunnen realiseren.

De provincies moeten dan niet langer doen alsof, maar echt gaan leveren. Zij dienden plannen in die op papier keurig optellen tot ruim boven de gevraagde 900.000 nieuwbouwwoningen. Wie de provinciale voorstellen zorgvuldig analyseert, ziet dat 60 procent daarvan zacht is en de eerste jaren geen soelaas zal bieden. De vraag is hoeveel van de resterende 40 procent van de harde plannen daadwerkelijk gebouwd zullen worden. Papier is geduldig, woningzoekenden niet.

En bedenk ook dat het niet de ministers zijn die directe invloed hebben op het aanbod en de betaalbaarheid van woningen. Dit zijn wethouders en gemeenteraden. Zij lopen het risico dat nieuwbouwwoningen onnodig duurder worden door alle aparte, lokaal aangescherpte regels bovenop de nationale regelgeving. Zo heeft de verplichting om vrijwel energieneutraal te bouwen de bouwkosten al met 30 procent doen stijgen. Dergelijke ambities zijn waardevol als ze goed kunnen worden uitgevoerd. Maar de aanvullende eisen die gemeenten stellen, zorgen er mede voor dat de gemiddelde nieuwbouwwoning inmiddels ruim een ​​half miljoen euro kost. Beste wethouder, vraag dus niet onnodig overal om minimaal een ‘energieproducerende woning’ in plaats van een ‘bijna energieneutrale woning’. Dat is een verkeerde profilering. Houd altijd rekening met de diversiteit aan woningzoekenden.

Volgende kabinet

Daarnaast hebben we een groot tekort aan bouwplaatsen. Stop de politieke focus op binnenstedelijke bebouwing, maar bouw een extra straat aan de buitenranden. Binnenstedelijke ruimte is onvoldoende, de locaties zijn per definitie ingewikkelder en duurder en roepen bovendien veel weerstand op. En weet dat de huidige daling van het aantal vergunningsaanvragen automatisch leidt tot een daling van de legesinkomsten. De inkomsten uit honoraria moeten de financieringskosten van het personeel dekken. Maar zonder die inkomsten is er nog minder budget voor gemeenteambtenaren die plannen moeten maken en vergunningen moeten verlenen, waarvoor nu al veel vacatures zijn. Laat het Rijk en gemeenten dit personeelstekort samen aanpakken en een herhaling van de vorige crisis op dit punt voorkomen. Werk in de tussentijd nauwer samen met bouwers voor snellere bouwvergunningen.

Als de volgende regering een stel dat een gezinsuitbreiding verwacht echt wil helpen aan een huis met een extra slaapkamer, als de leraar echt in de stad dichtbij school moet kunnen wonen, en als echt gescheiden ouders allebei hun eigen leven weer kunnen opbouwen in hun eigen huis, en zoek het dan in de realiteit, diversiteit en dynamiek, en niet op papier. Hoe? Nou dan; met iedereen die betrokken is bij de praktijk.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *