In landen om ons heen wordt wél geluisterd naar de stem van jongeren, waarom bij ons niet? | Binnenland

[ad_1]

Collectief kinderrechtenNederland moet veel meer doen met de stem van kinderen en jongeren. Dat stelt het Kinderrechtencollectief. Volgens onder meer het VN-verdrag inzake de rechten van het kind zijn we hiertoe verplicht, maar het gebeurt nog steeds niet. Onze oost- en zuiderburen kunnen het. Voorzitter Marc Dullaert spreekt het nieuwe kabinet toe: “Onaanvaardbaar dat dit nog steeds niet in de wet is vastgelegd.”

Vandaag (24 oktober) wordt de online monitor Kinderrechten in Beweging gelanceerd, waaruit blijkt dat de overheid onvoldoende inzet op kinder- en jongerenparticipatie. Het Kinderrechtencollectief, onder leiding van Dullaert en Lars Westra (16), gebruikt de monitor voortaan jaarlijks om te laten zien hoe ver de regering is gekomen in het opvolgen van de adviezen van het VN-Comité voor de Rechten van het Kind. In tien thema’s worden de data en beleidswijzigingen van het voorgaande jaar in kaart gebracht en laten zien hoe het ervoor staat.

Artikel 12 van het VN-verdrag inzake de rechten van het kind, dat dateert uit 1989, bepaalt dat ieder kind het recht heeft om zijn of haar mening te uiten over zaken die kinderen aangaan. In Nederland is het echter nog niet wettelijk geregeld om van kinderen te eisen dat ze betrokken worden bij de ontwikkeling van beleid dat hen aangaat, zegt Dullaert.

“In 2018 heeft de Commissie Remkes dat vastgesteld de stem van jongeren is nog steeds ondervertegenwoordigd in onze democratie. Sindsdien heb je talloze initiatieven gezien, zoals het Jeugdpanel Geestelijke Gezondheid, maar dit zijn allemaal losse initiatieven waarvan we niet weten of ze daadwerkelijk invloed hebben op het beleid. Ook tussen gemeenten zijn er verschillen: in de ene gemeente is er een jeugdraad of een kinderburgemeester, in de andere niet.”

Marc Dullaert
Marc Dullaert © Kinderrechtencollectief

In het buitenland is het mogelijk

Soms verdwijnt de jongerenparticipatie helemaal naar de achtergrond, ziet Dullaert: “Neem de Monitor Burgerparticipatie, dat eind 2023 klaar moet zijn. Het woord jongerenparticipatie komt in dat rapport niet eens voor. Het lijkt erop dat er niet genoeg politieke wil is om dit tot een goed einde te brengen.”


Wij als jongeren zullen de grootste gevolgen van klimaatverandering ervaren; dan is het vreemd dat volwassenen daarover beslissen

Lars Westra, vice-voorzitter

Deze stand van zaken staat in schril contrast met de situatie in onze buurlanden. In Vlaanderen, Ierland, Schotland, Noorwegen en Zweden in Duitsland is de kinder- en jongerenparticipatie veel beter geregeld, zegt Dullaert. “In Vlaanderen, Schotland en Noorwegen is dat bijvoorbeeld bij wet vastgelegd. In Zweden en Noorwegen bestaat er een kinderproef, waarbij al het beleid dat de jeugd beïnvloedt – zoals jeugdzorg, onderwijs en armoedebeleid – aan een panel wordt voorgelegd. Dit is geen gezellig middagje kletsen; het panel is goed geïnformeerd en getraind om zijn mening te geven. Duitsland voert sinds 2022 een nationaal actieplan uit.”

Dullaert wil graag het model van de Vlaamse Jeugdraad kopiëren van onze zuiderburen: een officieel adviesorgaan dat input levert aan de overheid. “In overheidsdocumenten kun je zien wat wel en niet is overgenomen. Ze hebben bijvoorbeeld invloed gehad op het klimaatbeleid.”

Dat is een van de belangrijkste thema’s voor Westra. “Wij als jongeren gaan de grootste gevolgen van klimaatverandering ervaren; dan is het vreemd dat alleen volwassenen daarover beslissen.” Ook onderwijs en jeugdzorg zijn belangrijke thema’s, zegt hij. “Het zijn momenteel volwassenen die het schoolcurriculum bepalen. In leerlingenraden van scholen zie je dat jongeren meer een stem krijgen, die verder uitgebreid kan worden. Als het om de jeugdzorg gaat, spreek ik vaak jongeren die ervaringsdeskundige zijn. Wat je altijd hoort, is dat ze graag gevraagd zouden willen worden hoe ze een bepaalde situatie hebben ervaren die hen bezighield.”

Weten de jongeren het beter?

Luisteren naar de jeugd betekent niet dat de jeugd het altijd het beste weet, zegt Dullaert: “Maar jongeren komen vaak met een ander perspectief en andere voorstellen. Als je zowel het perspectief van jongeren als volwassenen in ogenschouw neemt, kom je tot betere besluitvorming. Nederland telt 3,3 miljoen jonge burgers van 0 tot 18 jaar; Dit zijn ook burgers die erkend moeten worden in hun burgerrechten. Veel jongeren maken zich zorgen en willen hun bijdrage leveren.”

De oplossing en roep aan het nieuwe kabinet is om kinder- en jongerenparticipatie in de wet te verankeren, zegt Westra: “Praat niet óver de jeugd, maar mét. En dan structureel.” Dullaert: “Kom met een visie op jongerenparticipatie, vervolgens met een strategie en voer deze uit op alle overheidsniveaus: landelijk en gemeentelijk. We zien in het buitenland dat dit mogelijk is.”

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *