[ad_1]
Zweeloo heeft er een nieuwe huisarts bij: Jeffrey Heidotting (32) uit Emmen rondde afgelopen maand als eerste de regionale huisartsenopleiding af en blijft samen met zijn trainer Jan Mulder (57) uit Aalden werken in de apotheekhoudende huisartsenpraktijk van Zweeloo.
Heidotting woont in Emmen met zijn vrouw en dochters, de een twee jaar oud, de ander pasgeboren. Hij is geboren in Emmen en wilde na zijn afstuderen graag in Zuid-Oost Drenthe gaan werken, dus noemt hij de regionale huisartsenopleiding een ‘mooie kans’: ‘Met de reguliere opleiding was het voor mij eigenlijk lastiger geweest, want dan had ik hier had moeten komen nadat ik weer was begonnen met trainen.” Bovendien was de reistijd met een jong gezin een stuk gunstiger.
Heidotting heeft inmiddels al een netwerk van zorgaanbieders opgebouwd. Hij werkte al een jaar op de spoedeisende hulp, dus zijn opleiding werd ingekort van drie naar tweeënhalf jaar: Heidotting liep een jaar stage bij een huisarts in Emmer-Compascuum, drie maanden bij GGZ Drenthe, drie maanden bij woonzorgcentrum De Horst in Emmen en zijn laatste jaar bij Mulder in Zweeloo.
“Ik ken inmiddels aardig wat huisartsen uit de omgeving en specialisten uit het ziekenhuis”, zegt Heidotting. “Als je net klaar bent met de opleiding en nieuw bent, is het soms lastig om serieus genomen te worden als je belt. Maar dat had ik nu helemaal niet.”
“Ik bouw al tweeënhalf jaar een band op met de mensen hier. En als je langer ergens zit, stop je er veel meer werk in. Je hebt er meer profijt van als je er energie in steekt”, merkt ook Heidotting op.
Ook Mulder vindt de regiotraining een succes. “Ik merk het nu al. Jeffrey is hier het afgelopen jaar geweest: mijn waarnemer wilde weg, dus hij kon gewoon hier blijven”, zegt hij. “Ook al is het er maar één per jaar die hier blijft vanwege regionale trainingen, het wordt er nog één.”
Het beroep verandert
Heidotting had niet veel moeite om een baan te vinden. “Ik krijg voortdurend verzoeken, ik moet vaak nee zeggen”, zegt hij. “Ik kan niet meer op twee handen tellen hoe vaak mij dat is gevraagd.”
In de tijd van Mulder was dat anders; hij begon in 1996. “Ik was blij dat ik hier kon werken”, zegt hij. “Ik heb mijn best gedaan om hier te werken.” Mulder, van oorsprong Fries, vond Zweeloo een prachtig dorp. “Ik moest echt solliciteren, en er waren meerdere kandidaten.”
Mulder heeft het huisartsenvak zien veranderen. Met name de regeldruk is aanzienlijk toegenomen. Dan heeft Mulder het niet over regels in het algemeen – ‘de zorg is ook professioneler geworden’ – maar over de groei van ‘onzinregels’.
“Met de toenemende automatisering kun je veel meer dingen automatisch controleren die helemaal niet gecontroleerd hoeven te worden”, zegt hij. “Het systeem is gebaseerd op wantrouwen. Je moet alles wat je doet laten controleren, terwijl niemand fraude pleegt. Soms vraag ik me af waar we mee bezig zijn.”
Ook het medicijnentekort is nieuw sinds Mulder huisarts werd. “Vroeger kon ik voorschrijven wat ik wilde, maar nu kan dat echt niet meer. Nu zegt de zorgverzekeraar welk merk ik moet voorschrijven. Voor bijvoorbeeld longpatiënten is dat een tragedie: ik moet voorschrijven bij Zilveren Kruis een ander trekje dan bij Univé.” Mulder laat op zijn bureau een briefje zien waarop alle zorgverzekeraars en aanverwante merken staan geschreven: “Dat is eigenlijk bizar. Het is energieverspilling.”
Ieder dorp heeft een huisarts
En ook het tekort aan huisartsen is iets wat de laatste jaren speelt. Volgens Mulder zijn de tekorten in Zuidoost-Drenthe dreigender omdat veel huisartsen de komende vijf jaar met pensioen gaan. “Vroeger had vrijwel ieder dorp een eigen huisarts. Dat zal niet zo blijven.”
Mulder vindt dat jammer. “Dat is waar ons vak om draait, dat ik weet wat er in een dorp gebeurt”, zegt Mulder. “Ook voor het platteland wordt het lastig gemaakt. De apotheekhoudende huisartsenpraktijk heeft met veel regels te maken.”
In de praktijk in Zweeloo is iemand speciaal ingehuurd om personeelszaken, kwaliteitscontroles en de omgang met zorgverzekeraars te regelen. “Het werkt als je iemand inhuurt om het te doen. Dat zou echt niet het geval moeten zijn. Ik heb gestudeerd om dokter te worden, niet om te regelen.”
Er is met name een tekort aan praktijkeigenaren; Huisartsen zijn tegenwoordig vaak huiverig om een solopraktijkeigenaar te worden, zoals Mulder. “Ik zou het graag met ons tweetjes doen”, zegt Heidotting. Hij wijst ook op de regeldruk. “Als je vroeger vijf dagen werkte, kon je ook vijf dagen dokter zijn. Nu ben je anderhalve dag bezig met regels. Je doet concessies aan de patiëntenzorg en financieel kom je niet veel verder.”
Het lijkt nu aantrekkelijker om als waarnemend huisarts te blijven dan praktijkeigenaar te worden. Terwijl praktijkeigenaar zijn en jezelf vestigen op een praktijk een groot voordeel heeft: “Je leert mensen over een langere periode kennen”, zegt Mulder. Heidotting knikt. “Soms kom ik niet veel verder met een patiënt, maar Jan wel: hij weet wat er vijf jaar geleden is gebeurd”, zegt hij. “Ik denk dat dit de gezondheidszorg beter zal maken.”
Vervulling
Willen we het huisartsenberoep aantrekkelijker maken? Doe dan iets aan de regeldruk, zeggen Mulder en Heidotting. Omdat beide huisartsen ervan overtuigd zijn dat het een prachtig beroep op zich is.
Op het platteland zijn bijvoorbeeld de lijnen tussen zorgaanbieders korter en is het patiëntenbestand stabieler dan in een grote stad. “Je hebt vaak maar een half woord nodig”, zegt Heidotting. Ook helpt het als je de Drentse cultuur kent. “Mensen zien je dan als een van hen. Mensen begrijpen je en andersom.”
Voor Heidotting geeft het huisartsschap hem veel voldoening. “Het is een beroep van geboorte tot dood. In alle fasen kun je veel voor mensen betekenen, je kunt altijd iets voor iemand betekenen. Elke deur gaat open als je bij mensen komt. Je weet heel goed wat er in het dorp speelt.”
Over het voortbestaan van zijn eigen praktijk maakt Mulder zich nog niet zoveel zorgen. Hij is echter al druk op zoek naar een opvolger. “Ik heb nu echt plezier in mijn werk. Maar ik kan en mag daar niet te lang mee doorgaan, want dan lopen potentiële opvolgers weg. Als er iemand langskomt die geschikt is, moet ik daar mijn ogen niet voor sluiten.” Of Heidotting zijn opvolger wordt? “Ik zie hem als een goed mens voor deze praktijk en voor deze regio. Ik wil hem in ieder geval niet kwijt aan Emmen!”
Groot huisartsentekort
In de gemeente Emmen is het huisartsentekort ‘iets groter’ dan in andere gebieden, zegt Hetty Post, manager van de huisartsenopleiding bij het UMCG. “De afgelopen jaren is dat tekort alleen maar groter geworden en inmiddels een landelijk probleem geworden.”
De gemeente Emmen liet de opleiding vier jaar geleden weten dat er een grote uitstroom van huisartsen zou plaatsvinden omdat deze huisartsen met pensioen gingen. “En dat, in combinatie met de vergrijzing en de toenemende vraag naar zorg, maakt dat het tekort hier echt een probleem is.”
De gemeente is betrokken bij deze vorm van regionale scholing. “Het is belangrijk dat een gemeente beseft wat aantrekkelijk is. Bijvoorbeeld een goed basisbeleid met zorgaanbieders uit bijvoorbeeld de geestelijke gezondheidszorg of de jeugdzorg, waarmee de huisarts goed kan samenwerken en zo de lasten ontlast”, legt Post uit. “En ook het ondernemersklimaat: is er werk voor je partner, zijn er goede huizen, zijn er goede scholen in de buurt? Een gemeente kan daarbij helpen.”
Post is blij dat het regionale opleidingsprogramma en gemeenten beter met elkaar kunnen communiceren. Want, zegt ze: ‘Iedereen moet zich inzetten om het huisartsentekort op te lossen.’
Nieuw werkklimaat
Deze regionale huisartsenopleiding is uit noodzaak ontstaan, vertelt wethouder Raymond Wanders van Emmen. “Er zijn vaste huisartsen die aangeven over vijf tot zes jaar te willen stoppen. We hebben schrijnende situaties gehad, en die blijven zich regelmatig voordoen. Iedere vertrekkende huisarts is meteen een probleem.”
Als er een huisarts stopt die alleen een praktijk runde, dan is dat ‘best spannend’, zegt Wanders. “Jongeren willen vaak geen solopraktijkeigenaar meer zijn. Dat willen ze samen met een collega doen.”
Het landelijk tekort aan huisartsen wordt ook veroorzaakt door een andere balans tussen werk en privé. “De huidige generatie kiest veel vaker voor deeltijd. Als er één ouderwetse huisarts stopt, heb je drie nieuwe nodig om zijn plaats in te nemen”, legt Post uit.
Het aantal studenten dat kiest voor een huisartsenopleiding is volgens Post stabiel. “We kennen geen daling, maar er is ook te weinig groei in het aantal studenten. We willen eigenlijk geen stabiele, maar een stijgende lijn.”
Het tekort temperen
Wanders vindt de training een goede (deel)oplossing. “Regionale opleidingen wekken enthousiasme op, omdat huisartsen in opleiding vaak in een fase zitten waarin ze ook de rest van hun leven aan het opbouwen zijn. Hierdoor hoeven ze niet het hele Noorden door te reizen”, zegt de wethouder.
Wanders zegt ook voortdurend in gesprek te zijn met (jonge) huisartsen om het vestigingsklimaat zo aantrekkelijk mogelijk te maken, bijvoorbeeld door na te denken over huisvesting. “We hopen dat dit ons zal helpen de groei van het huisartsentekort te temperen. Elke nieuwe huisarts is er weer één.”
[ad_2]