[ad_1]
De overheid heeft een “grote cultuuromslag” nodig, waarbij niet alleen geld, maar brede welvaart de leidraad wordt bij de besluitvorming. Bestuurders, politici en ambtenaren moeten systematisch alle gevolgen van beleid voor de economie, de samenleving en de leefomgeving afwegen.
Dit adviseert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het rapport Waardevolle Bestuurskundedie dinsdag is verschenen. De Rli adviseert de regering en het parlement over thema’s als ruimtelijke ordening en wonen, economie, natuur en landbouw, voedsel en grondstoffen en mobiliteit.
Politiek en overheid omarmen al jaren brede welvaart, maar dan vooral ‘in woorden’, zo luidt het advies. In de praktijk worden keuzes vaak gestuurd door de opbrengst voor het bruto binnenlands product (bbp), niet door de gevolgen voor natuur en milieu, de maatschappij, toekomstige generaties of andere landen.
Lees ook
Ondanks alle grote plannen dreigt Nederland ‘krakend stil te vallen’
Het komt ook voor dat de overheid eenzijdig naar problemen kijkt, zoals bij stikstof, geeft Rli-lid Pallas Agterberg als voorbeeld. “Het vorige kabinet heeft veel geld uitgegeven aan het uitkopen van boeren. Maar als er een andere, schonere vorm van landbouw moet komen: wat betekent dat voor het verdienmodel van boeren, of voor de inrichting van het landschap?”
Selectief winkelen
Sturen op brede welvaart moet leiden tot een betere, transparantere afweging van verschillende belangen, zeggen Rli-leden Agterberg en Erik Verhoef. Het moet voorkomen dat bestuurders “selectief shoppen” en de positieve effecten van keuzes benadrukken en de negatieve onderbelichten.
Verhoef: “Je ziet een zeker opportunisme rond het wat vage begrip brede welvaart. Als politiek en bestuur iets willen, kunnen ze altijd zeggen dat het in het belang is van brede welvaart – daar kan niemand tegen zijn.” Agterberg: “Wij als Rli verwijzen ook in eerdere adviezen naar brede welvaart, zonder specifiek te zijn. Het is ook een opdracht aan onszelf: wees duidelijk over wat we bedoelen.”
De planbureaus (CPB, PBL, SCP) hebben in 2022 acht thema’s benoemd die bepalend zijn voor de brede welvaart, aldus de Rli: welzijn, gezondheid, inkomen, onderwijs, leefomgeving, plus economisch, natuurlijk en sociaal kapitaal. De laatste drie werden al in 2015-2016 benoemd door de commissie Breed Welvaartsconcept van de Tweede Kamer.
Brede welvaart wordt ook deels gemeten, bijvoorbeeld met maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA) en milieueffectrapportages (MER). Maar echt sturen op brede welvaart vraagt meer, zegt Agterberg. Vaak drukken zulke analyses brede welvaart uit in geld, en zulke rapportages gaan alleen over het milieu.
“Je kunt geen CBA maken van het totaal van alle beslissingen in een jaar. Dat zou een vreemde, onmogelijke exercitie zijn. Dus zijn er ook nieuwe instrumenten nodig. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan een monitor met de acht thema’s van brede welvaart langs de assen, die laat zien waar we staan, of we als land of provincie op de goede weg zijn.”
Welzijn kan bijvoorbeeld worden gemeten aan de hand van de waarde die mensen aan hun eigen leven hechten, en gezondheid aan de hand van de gemiddelde levensverwachting.
Dilemma’s
Het eerste advies van de Rli is dat beleidsambtenaren alle effecten voor brede welvaart beter moeten kunnen meten. Vervolgens moeten ze bestuurders systematisch kunnen laten zien welke opties er zijn, met de bijbehorende dilemma’s. De overheid moet budgetteren wat het beleid betekent voor brede welvaart, zoals het vertrouwen van burgers in instellingen. Tot slot is er meer regionale coördinatie nodig, voor regionale brede welvaart.
Dat klinkt alsof complexe besluitvorming nog ingewikkelder en nog trager kan worden. Eind vorig jaar concludeerde de Rli zelf dat Nederland dreigt te ‘kraken’. Grote plannen voor bijvoorbeeld woningbouw, energietransitie, natuurverbetering en transport slagen nauwelijks – vaak door de kloof tussen beleid en uitvoering. Agterberg: “Sturen op brede welvaart hoeft niet meer tijd te kosten. Als je meer tijd neemt om besluitvorming voor te bereiden en vooraf meer draagvlak creëert, dan is de uitvoering makkelijker en scheelt het uiteindelijk in doorlooptijd.”
Verhoef: “Je zou zelfs kunnen zeggen: in sommige gevallen zal de implementatie goed verlopen, in plaats van helemaal niet. En als iedereen blijft hangen in zijn eigen definitie van brede welvaart, kom je niet dichter bij elkaar, en dat kan ook vertragend werken.”
Lees ook
De brede welvaart neemt toe ondanks een daling van het BBP
Er is een “significant nadeel” aan brede welvaart, erkent de Rli in het rapport. Het concept veronderstelt consensus over wat een betere toekomst voor iedereen is en hoe deze te kwantificeren en te realiseren. “In de praktijk bestaat die consensus niet,” stelt het artikel.
De gevolgen van beleid voor economie, maatschappij en leefomgeving worden duidelijker met oog voor brede welvaart. Politici en bestuurders zullen hun keuzes dus meer moeten verantwoorden. Maar sturen op brede welvaart betekent niet dat ze het ineens over alles eens zijn, zeggen Agterberg en Verhoef.
“Het is niet zo dat alles simpel wordt als je zegt: we gaan voor brede welvaart”, zegt Verhoef. “Alsof het een getal is dat van 7,2 naar 7,9 gaat als je aan die knoppen draait. Het vervangt ook geen politiek of maatschappelijk debat – integendeel. Het moet ervoor zorgen dat dat debat meer op basis van objectieve feiten en expliciete waarden plaatsvindt.”
Sturen op brede welvaart is dus geen antwoord op populisme, identiteitspolitiek of belangenbehartiging van specifieke groepen, zegt Agterberg: “Dat lijkt misschien zo, maar dat is het niet. Je kunt het eens worden over de consequenties voor de acht thema’s van brede welvaart. Maar dan kun je alsnog tot heel andere beslissingen komen, omdat je gewoon door een andere politieke lens kijkt.”
[ad_2]