[ad_1]
Daar staan ze weer, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Op klapstoelen in een van de vele vergaderzalen van het nationale sportcentrum Papendal vertellen Sanne en Lieke Wevers over hun leven en hoe ze zich als 32-jarigen nog steeds laten leiden door nieuwsgierigheid en de liefde voor hun sport.
Ze hebben net hun Olympische tenues opgehaald. Want ja, de tweelingzussen gaan naar Parijs. Zondag is de kwalificatieronde in Arena Bercy. Het worden hun derde Spelen. Dat is in elke sport een prestatie op zich, maar in de gymnastiek misschien nog wel meer. Vanwege het fysiek zware karakter en vanwege de crisis die de laatste jaren alles en iedereen in de gymnastiekhal onder een vergrootglas heeft gelegd.
Mede hierdoor beleefden beiden een persoonlijk dieptepunt tijdens de vorige Olympische Spelen in Tokio, waar ook strenge coronaregels golden. Net als hun teamgenoten konden ze er ‘niet het maximale uithalen’, een droom vervloog en ze namen een pauze. Een moment van bezinning. Wat wil ik nog? En vooral: wat gun ik mezelf nog? In ieder geval een ander afscheid.
Andere ervaring dan Tokio
Dus hier zijn ze dan. Maar het is alles behalve normaal. Lieke: “Ik had nooit verwacht dat ik drie keer naar de Spelen zou gaan. Als kind fantaseerde ik over één keer.” De ervaring is deze keer anders, zegt ze. “Ik hoef niet uit te leggen hoe het was rond Tokio. Je voelt nu meer energie in het hele team. We kijken er echt naar uit.”
Tijdens de voorbereiding woonde de familie Wevers, inclusief vader en trainer Vincent, een maand in Parijs. Lieke spreekt van een ‘mooi proces’ daar. “Stap voor stap bouwden we ons programma op, zonder onszelf gek te laten maken en te veel te pushen, want dan raak je overbelast. Het werk moet gedaan worden, maar je moet ook niet over je grenzen gaan – dat is een heel dunne lijn.” Zeker als je dertig bent. De zusjes Wevers zijn de oudste leden van het nationale team.
Bondscoach Jeroen Jacobs benadrukte eerder op de persconferentie op Papendal dat het ‘heel moeilijk is om op die leeftijd nog zo fit te zijn in deze sport’. “Daarin hebben we in Nederland vooruitgang geboekt. De sporter bepaalt meer het programma. Zo houd je fittere turners.”
Mentaal opwindend
Lieke: “Bij mijn comeback adviseerden Vincent en krachttrainer Ton Leenders me hoe ik moest doseren, maar ik had de regie: ik voel aan of we nog even door kunnen of dat de grens is bereikt. Die dunne lijn was nog dunner dan voorheen, omdat ik binnen een jaar weer terug moest naar het hoogste niveau. Ook mentaal was het spannend. Fysiek kon ik het aantal herhalingen van oefeningen dat ik gewend was niet aan, dus moest ik mezelf vertrouwen op minder aantallen.”
Sanne: “Natuurlijk komen we uit een tijd dat het echt systeemgedreven was. In de topsport heb je in zekere zin altijd de drang naar saamhorigheid en dezelfde programma’s, ook vanuit een teamgevoel en een bepaalde visie van een coach. Maar uiteindelijk is maatwerk belangrijk als je verder wilt dan het basisniveau. Waar ligt de grens van deze persoon? Die finetuning is voor iedereen anders.”
Sanne won goud op de Spelen van Rio 2016 met haar prestatie op de balk. Ze is natuurlijk acht jaar ouder, de wereld om haar heen is ‘helemaal anders’ en een elleboogblessure gooide roet in het eten. Maar mentaal kijkt ze terug op die tijd. “Ik zie weer kansen en ik kijk uit naar de olympische geest weer meemaken, wat ook gewoon iets vrolijks is. Ik heb nu echt een ander gevoel dan rond Tokio. Daarom ben ik, ongeacht de uitslag in Parijs, blij dat ik deze comeback heb gemaakt.”
Een slechte droom
Eigenlijk zijn dit ook de Spelen om hun liefde voor de sport te vieren. Tokio voelt als een nare droom, beaamt Sanne, al heeft ze ontdekt dat het coronatoernooi ook voor andere sporters niet prettig is. “Ik dacht dat onze nasmaak grotendeels bepaald werd door de turncrisis, maar het is ook een soort gedeelde vibe geweest.”
Op de terugweg volgden de zussen een ander tempo. Lieke probeerde ‘een zijspoor met coaching van het Noorse team’, Sanne zocht sneller weer de trainingsruimte op. Toch voelde het nooit als een eenzame strijd. Dat is de kracht van tweelingen: herkenning en erkenning.
Lieke: “We begrijpen elkaars gedeelde pijn. We hebben Tokio samen meegemaakt, maar ook de onzekerheid erna door het gebrek aan perspectief. Zo willen we het niet beëindigen, dat voelden we allebei. We willen nog steeds iets, maar wat gaat het ons brengen? Vanuit die nieuwsgierigheid zijn we aan de slag gegaan.”
Opnieuw de grenzen verleggen
Sanne: “Ik heb mezelf de vraag gesteld: wat motiveert mij om er weer voor te gaan? Dat is de uitdaging van een nieuw programma. Ik wil kijken of ik de grenzen van mezelf weer kan verleggen.”
Lieke: “Het is een individueel traject. We zijn samen, maar we focussen ons heel erg op onszelf en onze eigen doelen.”
Sanne: “Dat heeft ook met leeftijd te maken. Ten tijde van Rio waren we meer een echte tweeling. Tegenwoordig hebben we ons eigen leven rondom de training. Toen woonden we bijvoorbeeld samen, nu niet meer.”
Lieke: “Ik heb geen extra bewijsdrang vanwege Tokio. Parijs voelt voor ons heel vrij, want we hadden allang kunnen stoppen. Maar er was iets in ons dat nog iets nodig had en dat is misschien ook de vreugde, die ervaring van gymnastiek.”
Sanne: “Ik wil nog één keer alles geven en alles nog één keer meemaken. Dat gevoel zit heel diep in mij: ik kan dit nog één keer. Waarom raakt mij dat emotioneel? Turnen zit in mijn hart. Ik vind het gewoon een prachtig spel. Wat je als kind in je hebt, is door deze sport in mij naar boven gekomen: turnen is de uiting van wie ik ben.”
Hoe ik als kind begon
Lieke: “Ik herken precies wat Sanne zegt. Ik denk nog vaak terug aan hoe ik als kind in die periode begon en voel dat nu helemaal opnieuw. Je komt heel dicht bij jezelf: wauw, ik was echt die gepassioneerde liefhebber van de sport en ik beleef dat nu weer op het grootste podium ter wereld. Daarom voel ik me zo vrij en dankbaar.”
Sanne: “Meer dan ooit tevoren ben ik de afgelopen twee jaar tot het besef gekomen hoe bevoorrecht ik ben. Ik weet dat mijn turncarrière eindig is en ik weet dat deze ervaring nooit meer terugkomt in de rest van mijn leven. Dat klinkt hard, maar dat is ook wat mij nu motiveert en waarom ik er zo van kan genieten.”
Lieke: “Als Tokio gewoon was verlopen, denk ik dat we waren gestopt. Zelfs in Rio vroegen we ons al af: wat willen we nog? Vooral Sanne, maar ook als team hadden we een historische zevende plek behaald. Bewijzen dat we geen eendagsvlieg zijn, was toen een drijfveer. En nu? Nu willen we het gewoon zelf weer meemaken. Natuurlijk gaan we voor de ultieme prestatie, maar eigenlijk is Parijs voor ons al een succes.”
Lees ook:
En plotseling beseft Sanne Wevers dat haar Olympische droom voorbij is
Olympisch kampioene Sanne Wevers slaagt er niet in zich te plaatsen voor de balkfinale in Tokio na een moeilijk jaar. ‘Jullie worden vandaag beoordeeld. En de rekening is voor mij.’
[ad_2]