[ad_1]
Verguisd bij haar debuut, later geëerd met alle belangrijke Ierse literaire prijzen. Het overkwam Edna O’Brien, die zaterdag overleed op 93-jarige leeftijd. Ooit de ‘roodharige rebel’, nu de ‘grand old lady’ van de Ierse literatuur.
Op de avond van haar dood eerde de Ierse president Michael Higgins haar als “een van de belangrijkste schrijvers van de moderne tijd.” Hoe anders was dat aan het begin van haar carrière. In 1960 maakte O’Brien haar debuut met De plattelandsmeisjeshet eerste deel van wat een trilogie zou worden, over de tienermeisjes Kate en Baba die op het Ierse platteland van de jaren 50 fantaseren over een toekomst buiten de grenzen van het dorp en de kloosterschool. O’Brien laat haar heldinnen eerlijk en openhartig verslag doen van hun eerste seksuele ervaringen, van ‘zachte kusjes’ die ze ‘met hun hele lichaam’ voelden, zelfs in hun tenen, ‘eigenlijk verdoofd in schoenen die te strak zaten’.
Boekverbrandingen
Dat ‘onverbloemde’ verhaal maakte van O’Brien ‘de eerste Ierse vrouw die seks had’, zoals collega-schrijver Anne Enright het later ironisch beschreef. Iets waar de katholieke Ieren en ook O’Briens ouders, die een boerderij hadden in Tuamgraney in Clare County, niet naar uitkeken. Het boek werd verboden door de Ierse Censuurraad, veroordeeld door de aartsbisschop, en er volgden boekverbrandingen. In haar memoires die in 2012 werden gepubliceerd, beschrijft O’Brien, die haar debuut had opgedragen aan haar geliefde moeder, hoe ze de roman in haar nalatenschap aantrof: de opdrachtpagina was eruit gescheurd, de beledigende woorden waren met een pen doorgestreept.
O’Brien had bij de verschijning van De plattelandsmeisjes had haar conservatieve thuisland al verlaten, net als veel grote Ierse schrijvers (Oscar Wilde, James Joyce, Samuel Beckett) voor haar. In 1954 trouwde ze met de Iers-Tsjechische schrijver Ernest Gebler, verhuisde met hem naar Engeland, verliet hem een paar jaar later en voedde haar twee zoons alleen op in Londen. Ze werd een van de gezichten van de swingende zestiger jarenEen poppenmeisjeberoemd om haar ‘wilde leven’ en de feesten vol beroemdheden die ze organiseerde.
Zeventien romans
Ze zou de rest van haar leven in de Engelse hoofdstad wonen en ondertussen blijven schrijven over haar gehate en geliefde Ierland. Zo’n zeventien melodieuze, lyrische, mysterieuze romans die met scepsis werden ontvangen in hun visie op de Ierse realiteit – het onherbergzame landschap, de bekrompen cultuur. O’Brien werd in het buitenland meer geliefd dan in Ierland zelf, waar ze lang werd afgedaan als ‘kunstmatig Iers’, in taal, in sfeer, in onderwerp.
Ze baseerde haar romans vaak op ware gebeurtenissen. In 1994 publiceerde ze Huis van Prachtige Isolatie, waarin een Ierse terrorist een eenzame oudere vrouw gijzelt. De inspiratie voor de terrorist kwam van IRA-man Dominic McGlinchy, die ze in de gevangenis bezocht. In 1996 volgde Bij de rivier, over een spraakmakende Ierse abortusaffaire, waarbij een meisje dat naar Engeland ging om een abortus te laten plegen, door een rechter werd bevolen om terug te keren naar Ierland.
Schrijven is ballingschap
De meeste commotie ontstond rond In het bos (2002), die ze baseerde op een sensationeel moorddrama. Critici vonden het uitbuiting en schreven dat ze nu ze zo lang weg was uit Ierland, niet meer het recht had om over de zaak te praten. Onzin, vond O’Brien. Haar ballingschap, haar outcast zijn, had haar schrijven en haar inzicht in haar moederland alleen maar goed gedaan, zei ze in een interview: “Elke schrijver is van nature een balling.”
Ironisch genoeg klonk dezelfde kritiek opnieuw in 2019, toen haar nieuwste roman verscheen Meisje, over Boko Haram in Nigeria, waar sommigen zeggen dat ze als buitenstaander niet over had moeten schrijven. De ontvoeringszaak draait om dezelfde universele thema’s die ik De plattelandsmeisjes Zoals ik al schreef, was O’Briens reactie: de strijd tegen armoede, de onderdrukking van vrouwen.
O’Briens laatste werk werd gepubliceerd op 92-jarige leeftijd: een toneelstuk over James Joyce, over wie ze eerder een korte biografie had geschreven. Geen enkele andere schrijver had haar zoveel geleerd als James Joyce, zei O’Brien. Hij leerde haar “om te streven naar zuiverheid, naar waar het pijn doet.” Afgaande op de jarenlange controverses en de erkenning nu, heeft ze het behoorlijk goed gedaan.
Lees ook:
In Memoriam: Grande dame van de kinderliteratuur Tonke Dragt (93) bleef maar verzinnen
Tonke Dragt (93), een van de belangrijkste kinderboekenschrijvers uit de geschiedenis van de Nederlandse jeugdliteratuur, is vrijdag overleden.
[ad_2]