Schelden op een buurland? Op de Balkan normaal, maar van de UEFA krijg je er een boete voor

[ad_1]

Waarom doen voetballers het eigenlijk: hun shirt uittrekken om een ​​doelpunt te vieren? Om het shirt als vlag te gebruiken? Om hun gespierde torso te laten zien? Spelers weten dat ze er een gele kaart voor krijgen.

Niet zo slim. Maar in september vorig jaar wist voetballer Mirlind Daku tenminste waarom hij het deed. Hij had het tweede, winnende doelpunt voor Albanië gescoord tegen Polen, in een cruciale wedstrijd voor de kwalificatie voor het EK dat momenteel in Duitsland wordt gespeeld. Op zijn rechterschouder, zo bleek, zat een tatoeage. Erop staan ​​een steen, een soldatenlaars en een onderbeen, en de tekst: ‘Katana 138.’

Katana is de bijnaam van Agim Ramadani, een held van het Kosovo Independence Army (KLA); 138 is het nummer van zijn brigade, ook bekend als de ‘Cobra Unit’. In Servië, dat de onafhankelijkheid van Kosovo niet erkent, wordt de overleden Ramadani gezien als een terrorist. Kosovo wordt voornamelijk bevolkt door etnische Albanezen, maar heeft ook een kleine Servische minderheid. Albanië erkent Kosovo wel.

Mirlind Daku viert zijn doelpunt tegen Polen zonder shirt, zodat zijn tatoeage zichtbaar is.
Foto Andrew Surma

Daku, geboren in Kosovo en tot 2023 speler van het nationale team van het land, vestigde zich met de tatoeage en de verklaring als een serieuze patriot. Zeker in Kosovo, waar de spanningen met Servië dit jaar weer zijn opgelopen.

Publiek gewekt

Daku mocht maandagavond ook niet spelen in de verloren wedstrijd tegen Spanje op het EK in Duitsland. Na de wedstrijd tussen Albanië en Kroatië, vijf dagen eerder, had hij het publiek opgehitst. Met een megafoon leidde hij de fans toe: “Qifsha shkijet! Qifsha maqedont!Of: neuk de Serviërs, neuk de Macedoniërs.

Net als na het blootleggen van zijn tatoeage eiste de Servische voetbalbond een straf voor de Kosovaar Daku. Afgelopen weekend werd een schorsing opgelegd, conform het verbod van de Europese voetbalbond UEFA op elke uiting van politieke aard. De Albanese voetbalbond moet ook een boete van bijna 50.000 euro betalen voor “provocerende boodschappen die niet passen bij een sportevenement”. UEFA is ook een onderzoek gestart naar liederen die broederlijk door Kroaten en Albanezen worden gezongen en waarin Serviërs de dood in worden gejaagd.

In Nederland, in een café in de Amsterdamse Pijp, kijken zo’n vijfentwintig Albanezen maandagavond naar de wedstrijd tegen Spanje. Ze klagen geen moment. Van boosheid richting Daku of UEFA is geen sprake. “Die boete is terecht. Haattoespraak dat zouden we niet moeten hebben. Maar serieus, is dat waar je over schrijft?”

Aan het woord is twintiger Ermal Curri, een Albanees die al tien jaar in Nederland woont. “Of we winnen of we verliezen,” zegt hij in de twintigste minuut van de wedstrijd: “Dit toernooi is één groot feest.”

Albanië verliest met 0-1. De aanwezige Albanezen zongen voor de wedstrijd, staand in het café, luidkeels het volkslied en na het laatste fluitsignaal juichten en klapten ze nog lang.

Het is de tweede keer dat Albanië zich kwalificeert voor de finale van een groot toernooi en, net zo belangrijk, het team heeft niet verloren van de Spanjaarden. De wereld hoorde echter opnieuw over de spanningen op de Balkan. De overgrote meerderheid van de Albanezen accepteert dat.

Elton Caushi, een veertigjarige uit Tirana: “De natie is groter dan het land en de natie speelt voetbal in Duitsland, met Albanezen uit tientallen landen. Dus dat Kosovaarse gedoe, dat hoort er gewoon bij. Daar moeten we niet over zeuren.”

Toernooi verlaten

Servië is blij met de strafmaatregelen van de UEFA. Eerder dreigde het land zich terug te trekken uit het toernooi als er geen actie werd ondernomen.

Tien jaar geleden werd het land zelf zwaar gestraft door de UEFA, na rellen in het nationale stadion in de hoofdstad Belgrado. Deze begonnen nadat een Albanese fan van buiten het stadion een drone met een vlag eraan over het veld had laten vliegen. Daarop was een kaart te zien van een Albanië dat aanzienlijk groter is dan het huidige. Met Kosovo erin. De chaos die volgde kostte Servië uiteindelijk deelname aan het EK van 2016.

Een Albanese fan in het shirt van nummer negentien, Mirlind Daku.
Foto Mateusz Slodkowski/Getty Images

Buurland Kroatië is inmiddels gewend aan UEFA-straffen. De fans verafgoden hun historische nationale helden, fascistische, uit de Tweede Wereldoorlog en worden daar keer op keer voor beboet. Voor een wedstrijd tegen Frankrijk bleken Kroatische fans zelfs een hakenkruis meters in het gras te hebben gemaaid.

Albanezen, die minder gewend zijn aan UEFA-straffen, reageerden laconiek. Daku’s schorsing zorgde niet voor emoties in de pers of op straat. Van de tien Albanezen die voor dit artikel werden benaderd, kon het niemand echt schelen. “Hij bood zijn excuses aan”, zegt tv-presentator Lutfi Dervishi uit de hoofdstad Tirana. “Bovendien is hij de derde keus voor de spitspositie. Hij is dus niet cruciaal.” Daarmee vat Dervishi, zestigplusser, het nationale sentiment goed samen.

Na recente oorlogen is het leven politiek, nationalisme fris en virulent, zegt Dervishi. “Wie zijn eigen land prijst, beledigt het buurland. Wat wij hier op de Balkan normaal vinden, krijg je bij de UEFA voor een boete.”




[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *