‘Il pleut dans la maison’: de wrede droom van een betere toekomst

[ad_1]

Als ze er al is, ligt ze bewusteloos op de bank. Op een keer vindt de vijftienjarige Makenzy zijn alcoholistische moeder zelfs bewusteloos in de gang. Hij draagt ​​haar vervolgens met oefening de trap op. Zijn zeventienjarige zus Purdey heeft het allang opgegeven. Als moeder Leïla thuiskomt na een van haar nachtelijke drinkpartijen, is de spanning tussen hen voelbaar.

We volgen de broer en zus tijdens de laatste zomer voordat Purdey achttien wordt, het moment waarop ze haar eigen beslissingen kan nemen om een ​​einde te maken aan hun precaire situatie. Maar zal dat lukken?

Hij huilt in huis – de titel verwijst naar de deplorabele staat van het huis en de maatschappij in het algemeen – is een confronterend voorbeeld van wat de Amerikaanse cultuurcriticus Lauren Berlant ‘cruel optimism’ noemde. Ze verwees naar de wreedheid van de droom van een betere toekomst, want voor mensen uit de lagere klassen zijn zelfs de kleinste stappen vooruit vaak onbereikbaar. Als ze achttien wordt, wil Purdey op zichzelf gaan wonen en Makenzy meenemen, maar dat kan (natuurlijk) niet zonder tussenkomst van de rechter. En ze wil haar rijbewijs halen, zodat ze niet elke dag boodschappen hoeven te sjouwen over de lange landweg, maar hoe stelt ze zich dat voor met amper 20 euro op zak? En zo rijgen kleine tegenslagen zich aaneen tot een ketting die hen gevangen houdt.

Toch is het niet de ellende die de aandacht trekt in het dromerige sociaal-realistische debuut van de Belgische regisseur Paloma Sermon-Daï, die vorig jaar in Cannes de prijs ‘Sémaine de la critique’ won, die een jaar eerder al was uitgereikt Na de zon ging. Net zoals die film is Hij huilt in huis confronterend maar niet somber. Hoewel de kleine vonkjes hoop, humor en veerkracht vaak alleen maar oplaaien tegen beter weten in.




[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *