[ad_1]
In de jaren negentig bezoekt dominee Ferdinand van Melle (80) een kerkganger in zijn parochie. Tot zijn verbazing ziet hij de kinderbijbel waaruit hem als kind werd voorgelezen. Aan de schrijfster van de Bijbel, Johanna Kuiper, had hij nog nooit gedacht, totdat de hoogbejaarde kerkgangster, die haar schoonzus bleek te zijn, begon te vertellen over het privéleven van de schrijfster.
Ze zou buitenechtelijke zonen hebben gehad en een affaire met SDAP-politica Floor Wibaut. Toen Van Melle hoorde dat de vrome Kuiper ook geïnteresseerd was in het socialisme, werkte en in het verzet had gezeten, besefte hij dat ze een uitzonderlijk leven had geleid. Zeker voor een vrouw aan het begin van de twintigste eeuw.
Desondanks raakte ze compleet vergeten in de geschiedenisboeken. Een groot onrecht, dacht Van Melle – “noem me maar Ferdinand”. Hij verzamelde jarenlang informatie over Johanna Kuiper, wat resulteerde in een promotieonderzoek. Onlangs publiceerde hij, in samenwerking met zijn vrouw Evelien, die hem hielp met redigeren, een openbare versie van zijn proefschrift, Johanna Kuiper (1896-1956): gedurfd leven.
De verdiensten van zonden
Van Melle legt de kinderbijbel met een zachte plof op tafel, thuis in Alkmaar. “De verhalen erin zijn nog vers”, zegt hij bewonderend. Volgens hem komt dat doordat Kuiper genuanceerder naar Bijbelse figuren en hun onderlinge worstelingen keek dan andere Bijbelredacteuren. “Ze vond dat je uit ruzies ook iets goeds kon halen en ze had een hekel aan zwart-witdenken.”
Kuiper had ook een eigenzinnige mening over ‘zonde’, aldus Van Melle, die volgens hem bijna altijd betrekking heeft op seksualiteit. “Zij vond het een goddelijke gave die mensen bevrijdt van hun eenzaamheid. Ik heb nog nooit zoiets in een informatieboekje gelezen. Het was ook niet iets dat Johanna had bedacht, maar had meegemaakt.”
Geen ‘chronisch schandaal’
Dat ze dat zo ervoer, blijkt uit de vele openhartige brieven die Kuiper haar hele leven schreef aan haar goede vriendin Hilde Völger. Kuiper was zeker vroom, aldus Van Melle, maar hechtte weinig waarde aan het burgerlijk huwelijk en had meerdere relaties. Ze kreeg twee zoons van vaders van wie ze de identiteit verzweeg, een schandaal in die tijd.
“Oh, wat een wonderlijke man heeft God weer op mijn pad gestuurd,” citeert Van Melle Kuiper lachend: “Er zat humor in haar geloof, het was niet dodelijk serieus.” Hij kreeg de brieven van Johanna’s zoon, die aanvankelijk twijfelde of hij ze wel moest overhandigen.
“Je gaat niet kroniek schandalig schrijven, toch?” vroeg hij argwanend. In zijn jeugd had hij meegemaakt dat mensen negatief over zijn moeder spraken, vooral vanwege haar progressieve seksuele opvattingen. “Als jongen werd hij vaak een buitenechtelijk kind genoemd,” vertelt Van Melle.
Proletariër, maar geen arbeidersvrouw
Het is dan ook een raadsel waarom ze zomaar werd uitgenodigd voor familiefeestjes. Werden dochters niet voor minder onteigend? “Haar ouders accepteerden veel”, zegt Van Melle. “Ze hadden geen keus: Johanna was te oud om gedwongen in een tehuis te worden geplaatst.” Volgens hem gebeurde dat toen nog met ongehuwde, zwangere meisjes onder de achttien.
Ook Kuiper zette haar testament koppig door. “Haar vader was een vooraanstaand predikant van de Doopsgezinde kerk in Amsterdam. Ze had het gevoel dat ze onder een vergrootglas lag en wilde de wereld buiten haar familie ontdekken”, vertelt Van Melle.
In 1920, toen ze 24 was, brak Kuiper haar studie theologie af. Daarna werd ze kortstondig woninginspecteur in de Limburgse mijnstreek. “Een van de eerste vrouwenberoepen”, vertelt Van Melle enthousiast. Daar kwam ze voor het eerst langdurig in contact met de arbeidersklasse.
“Ze heeft haar hele leven geprobeerd om aan de overkant te komen, maar natuurlijk keken mensen tegen haar op, alleen al omdat ze had gestudeerd.” Inwoners van het arme Amsterdam-Noord, waar ze een tijdje woonde, vroegen haar regelmatig om advies, dat ze met liefde gaf. Van Melle: “Ze was proletariër, maar geen arbeidersvrouw.”
Onhandige hoofdpersonages
Haar familie keek haar turbulente leven met lede ogen aan. “Familievriend Philip Kohnstamm (de beroemde pedagoog, red.) nam het vaak voor haar op. Hij vond dat Kuiper prima voor zichzelf kon zorgen”, zegt Van Melle.
Kohnstamm had gelijk: vanaf haar 29e schreef ze talloze kinderboeken en een kinder- en jeugdbijbel. “Ze vertaalde ook buitenlandse werken, veel socialistische boeken”, voegt Van Melle toe. “Uitgevers waren dol op haar vanwege haar enorme snelheid, productiviteit en verbeeldingskracht.” Binnen no time was ze zelfvoorzienend, een unieke situatie voor vrouwen in die tijd, mede door de moed waarmee ze loonsverhogingen eiste.
“De hoofdpersonen in haar kinderboeken waren net als zij: het waren onhandige kinderen die door één persoon werden begrepen en vervolgens op een goede plek terechtkwamen”, zegt Van Melle.
Ondanks haar succes was er altijd een stemmetje in haar hoofd dat haar vertelde dat ze een mislukte dochter was, zegt Van Melle. “Kuiper was dyslectisch en had trekjes die we nu autistisch zouden noemen. Ze trouwde niet meteen na haar studie, wat haar moeder wel gewild zou hebben.”
De oorlog als beste tijd
Gelukkig erkenden vrienden haar kennis en vaardigheden. Zoals haar vriendin Hilde Völger en SDAP-leider Floor Wibaut, met wie ze naar verluidt een relatie had en tot aan zijn dood bevriend bleef. “Ze kon met Wibaut praten en discussies voeren. Ze vleide hem niet en hij waardeerde het dat ze tegen hem opkwam.”
Later in haar leven trouwde Kuiper met een veel jongere dominee. Samen verhuisden ze naar Etersheim, waar ze tijdens de oorlog talloze Joodse kinderen hielp een onderduikplek te vinden, ook in hun eigen pastorie. “Op een gegeven moment schreef ze: ‘Het was de beste tijd van mijn leven, omdat ik wist wat ik moest doen’.”
“Ik vind haar niet altijd aardig, ze kon heel afstandelijk zijn. Ik denk dat ik meteen ruzie met haar zou krijgen”, zegt Van Melle. “Maar: ze heeft ontzettend belangrijke dingen gedaan. Door haar wil ik vaker mijn nek uitsteken, uit mijn bubbel stappen en verbinding zoeken.”
Ferdinand van Melle
Johanna Kuiper (1896-1956): gedurfd leven
Uitgever Verloren; 320 pagina’s; € 25,-
Lees ook:
Werkende vrouwen werden als een gevaar voor de samenleving beschouwd
Al in de jaren dertig vochten drie ‘vergeten’ feministen voor het recht op betaald werk. Marie-Claire Melzer laat zien hoe hard hun strijd was en hoe succesvol ze waren. Maar toen brak de oorlog uit.
[ad_2]