Column | Hittewolf – NRC

[ad_1]

Grappig dat er laatst, toen er een duidelijke waarschuwing was voor een agressieve wolf bij Leusden, nogal wat oudere elektrische fietskoppels kwamen kijken. Waarom? In de hoop dat een van de twee iets te dichtbij zou komen en dat de moederwolf dan genadeloos zou toeslaan? Ik vrees van wel. Slechte gedachten? Juist. Vanwege de hitte? Nee, ik denk altijd zulke dingen.

Het is 41 graden in mijn schaduw hier bij de Italiaanse strandbar. Warmbloedig mannetje met ondertussen veel lol. Net als de Italianen trouwens. Ze lunchen en lachen vrolijk. Ze zijn hier wel wat warmte gewend.

Heb ik ergens in ons land gelezen dat een supermarkt vesten uitdeelt aan klanten omdat ze het anders te koud hebben? Te koud? Ja, de overgang van de warmte buiten naar de gekoelde winkel is te groot. Wie bepaalt dat? De Jumbo warmtecoach? Appie de klimaathamster?

Deze week had ik veel bekijks bij de strandbar. Gewoon omdat mijn laptop regelmatig schudde op mijn tafel. De cappuccino schuimde regelmatig over de rand van het schuddende kopje. Alle badgasten kwamen kijken wat er in hemelsnaam aan de hand was. Moeilijk uit te leggen. Het is een nieuwe regina-frenetici vertaalde mijn telefoon. Met andere woorden: onze huppelende koning en koningin.

“Omdat iedereen een gouden medaille heeft gewonnen?” vroegen de ontstelde badgasten.

Dat werd pijnlijk. Ik legde uit dat we geen enkele medaille hadden. Dat is meer een kwaal van onze koning. Hij heeft het al sinds hij jong was.

Toen mijn vrouw uit zee kwam, namen de Italianen haar apart. Ze moest mij in de gaten houden. Ik was duidelijk in de war. Ik had over een vreemd dansend stel gezegd dat zij het Nederlandse koningspaar waren.

Mijn vrouw bleef stil. Dit was niet de schuld van haar man, maar van de koning. Ze bedankte de Italianen voor hun bezorgdheid en beloofde mij goed in de gaten te houden.

Ik verdween in het Olympisch nieuws. Ik las met veel plezier verhalen over de nuchtere roeifamilie Florijn, die allemaal zeggen dat je gewoon hard moet zeilen om goud te winnen. Zo deed papa dat vroeger en zo doen de kids dat nu. Ik ben sowieso gek op de roeiers. Je hoort vier jaar lang niks van ze, maar bij bijna elke Olympische Spelen slaan ze genadeloos toe. Of is die sport veel te makkelijk? Ik las over een dame die twee jaar geleden haar nek brak met wielrennen en nu goud heeft gewonnen. Nou, dan is het een sport van niks. Misschien moet ik me ook maar aanmelden. Bij de vrouwen. Want ik snap dat het IOC niet om een ​​chromosoom meer of minder geeft. Dat is trouwens een onderwerp dat ik hier op het terras vermijd. De Italianen zijn woest over het feit dat een Algerijnse griezel hun tengere landgenote Angela Carini met twee welgemikte stoten uit de boksring heeft gejaagd. Het vederlichte meisje vluchtte in tranen weg. Ik zal de woorden van de Italianen niet herhalen, want ik ben bang dat ik meteen word afgezegd tijdens het gevoelige Pride-weekend, maar ze waren niet mild. Laten we zeggen dat ze hier behoorlijk primitief zijn en nog niet klaar voor gezonde genderfluïditeit.

Gisteren kwam er op hetzelfde terras een Italiaan naar me toe. Hij had gehoord dat ik vroeger een Nederlandse cabaretier was. Nu begreep hij mijn grap over dat dansende stel beter. Mag ik dit allemaal in Nederland zeggen? Kun je niet gearresteerd worden voor majesteitsschennis? Mijn vrouw raadde me aan om mijn mond te houden. Ik gehoorzaamde als een labrador.

Volgende week is mijn vakantie voorbij. En dan? Dan ga ik met Willy op wolvenjacht op de Veluwe. Grapje? Soms weet ik het niet meer. Het is warm. Heel warm. Zeker in mijn eigen schaduw. Maar ik weet wel dat ik elke keer als ik een wolf aanrijd, heel hard ga springen. Heel hard springen. Van links naar rechts. In het oranje.




[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *