[ad_1]
Hij is misschien niet de meest opvallende naam onder de Nederlandse zwemmers, maar wel de meest verrassende. Nog geen anderhalf jaar geleden dacht Stan Pijnenburg (27) dat hij fysiek nooit meer op Olympisch niveau zou kunnen presteren. Zijn lichaam riep hem terug, en niet met een typische sportblessure, nee: zijn gezondheid stond op het spel. Toch is hij in Parijs. Dit weekend komt hij in actie op de 4×100 meter wisselslag estafette.
Het is zo’n persoonlijke overwinning die schittert in de schaduw van de strijd om de medailles. Want de kans dat hij en zijn teamgenoten het podium halen, is klein. Het is al indrukwekkend dat de Nederlandse mannen voor het eerst sinds 2012 weer vertegenwoordigd zijn in dit evenement. Maar juist die individuele overwinningen, los van de medailles, maken de Spelen zo mooi.
Een alarmerende boodschap van de dokter
Het is maart 2023 als Pijnenburg moeite krijgt met ademhalen tijdens de ochtendtraining. De fysio kan niets ‘mechanisch’ vinden, dus komt de dokter langs voor wat testen. Die middag zit de specialist vrije slag bij een groepsbijeenkomst met zwemmers in Eindhoven als zijn telefoon gaat. De dokter. Hij denkt: ‘Ik bel je terug’. De tweede keer duwt hij de oproep ook weg. Dan krijgt hij een sms van de dokter: ‘Stan, je moet me nu terugbellen’. Hij moet direct naar het ziekenhuis, waar de officiële diagnose volgt: een longembolie.
Pijnenburg, die op dat moment grinnikte om zijn naïviteit: “Ik zei: oké, dat kan, maar ik heb volgende week een wedstrijd in Engeland. Hoe gaan we dat doen? Toen zei de specialist: ‘Je snapt het niet helemaal, dit is een longembolie’. Maar ik voelde me helemaal niet ziek, dus ik dacht dat het makkelijk op te lossen was. Dat bleek niet zo te zijn.”
Pijnenburg moet bloedverdunners slikken. Een lange nachtvlucht terug van een trainingskamp op Curaçao is waarschijnlijk de oorzaak. Hij denkt in die periode vaak: ‘dit is het moment dat mijn lichaam me vertelt dat topsport niet meer mogelijk is’.
Een draaiend hoofd na een squat
Opeens is alles anders. Als hij een baantje schoolslag zwemt, moet hij weer op zijn rug omdat hij te weinig adem krijgt. Hij moet veel ‘op het droge’ trainen: rustig wandelen, buiten fietsen en krachttraining. “Pas toen mijn hartslag wat omhoog ging, kreeg ik het meteen weer benauwd. Ook werd ik snel duizelig van de bloedverdunners. Dus als ik snel omhoog kwam tijdens een squat in de fitnessruimte, begon mijn hoofd te tollen. Eigenlijk moest ik maandenlang overal voorzichtig mee omgaan. Dan verlies je echt het vertrouwen in je eigen kunnen.”
Toch, als Pijnenburg na vier maanden ‘medisch gezond’ wordt verklaard, besluit hij er alles aan te doen om nog één keer zijn oude niveau te halen. Natuurlijk duurt het even voordat hij zijn lichaam weer helemaal vertrouwt en echt diep durft te gaan. Stap voor stap bouwt hij de intensiteit op. ‘Met één groot doel op de horizon’: hij wil per se naar de Spelen.
“Ik had meerdere dingen die dat vuurtje brandend hielden. Mijn eigen ambitie natuurlijk, maar ook de belofte aan mijn familie. Bij mijn olympisch debuut in Tokio kon niemand aanwezig zijn vanwege de coronamaatregelen, terwijl ze er vanaf mijn allereerste plonsjes in het water als kind altijd voor alles waren. Toen zei ik: dan maken we het allemaal mee in Parijs. Gelukkig is dat gelukt.”
Lees ook:
Marrit Steenbergen kan nieuw verworven zelfvertrouwen niet omzetten in een Olympische medaille
Als regerend wereldkampioene eindigt zwemster Marrit Steenbergen als zevende op de 100m vrije slag. Toch mag ze trots zijn. Ze heeft een lange weg afgelegd.
Hopend op het beste duiken de triatleten in de vervuilde Seine. ‘Hoe snel kun je daar ziek van worden?’
Was de Seine schoon genoeg voor de Olympische triatlonwedstrijden? ‘Dat weten we over een paar dagen’, zeggen de deelnemers. Maya Kingma is de beste Nederlandse met een zevende plaats.
[ad_2]