[ad_1]
De negen maanden oude Alex steelt de show in het huis van Omar en Solo. De jongen met krullend haar kruipt lachend en brabbelend rond op de bank. Met een klein huiltje dwingt hij zijn moeder, Azeza Solo, om hem heen en weer te duwen in de kinderwagen. Om zijn pols hangt een armband, gevlochten met rood en wit touw. Voor Yazidi’s staat rood voor de zon. “In ons geloof zijn we allemaal kinderen van de zon,” zegt vader Azad Omar. Wit staat voor veiligheid.
Lachend zitten ze naast elkaar op de bank: Azad Omar (29) en zijn vrouw Azeza Solo (26). Op de stoel zit Daxwaz Omar, de zestienjarige broer die is meegekomen. De Yazidi’s komen uit Noord-Irak, waar ze een etnische minderheid vormen met een eigen monotheïstisch geloof waarin de zon centraal staat. Azad bidt twee keer per dag: bij zonsopgang en zonsondergang.
Twee jaar geleden bereikte het gezin Nederland na een lange en gevaarlijke vlucht. Azeza moest daarvoor haar trouwring verkopen. Na anderhalf jaar pingpongen tussen asielzoekerscentra met slechte omstandigheden – het geweld en de drugs in asielzoekerscentrum Ter Apel en de beschimmelde kamermuur in asielzoekerscentrum Gilze – kreeg het gezin een rijtjeshuis toegewezen in het Brabantse Nuland.
Eindelijk een nieuwe start, maar met het verleden nog vers in het geheugen. “Ik heb twee genocides overleefd,” zegt Azad Omar. Hij knijpt zijn ogen dicht. “Waarom is dit allemaal gebeurd? Dat vragen we ons nog steeds af.”
Een zwarte maand
Zaterdag is het tien jaar geleden dat IS de regio Sinjar in Noord-Irak binnenviel. Er volgde een genocide, waarbij duizenden Yazidi’s omkwamen en honderdduizenden ontheemd raakten. Omar verloor zijn oom. Zeven jaar eerder verloor Solo haar ouders bij een zelfmoordaanslag. Beide in de maand augustus; dit is de zwaarste tijd van het jaar voor de familie. “Voor mij was 3 augustus 2014 de zwaarste dag van mijn leven”, zegt Omar. “We werden weggevaagd door Islamitische Staat.”
Zaterdag vindt er in Den Haag een herdenking plaats, georganiseerd door de Yezidi-gemeenschap. Ook de familie zal erbij zijn, want voor hen is de genocide nog niet voorbij. Azads neef Sa’ada werd als slaaf meegenomen en is nog steeds niet gevonden. Neef Tomas werd op negenjarige leeftijd door IS als kindsoldaat ingezet en later vrijgelaten. Hij zit nu in een vluchtelingenkamp en zal binnenkort, net als veel familieleden, terug moeten naar hun geboortestreek.
“Maar alles is daar verwoest, er is zelfs geen drinkwater,” zegt Omar. “We worden gezien als afvalligen. In Irak willen politici een wet aannemen om amnestie te verlenen aan oorlogsmisdadigers die Yazidi’s hebben vermoord. Wij zijn naar Nederland gekomen omdat dit land de genocide van ons volk erkent. Dit is geen racistisch land; mensen hier hebben respect voor elkaar.”
strand volleybal
Zijn woorden komen uit de mond van zijn zestienjarige broer Daxwaz Omar, de aangewezen tolk. Met een vriendelijke en enigszins speelse glimlach vertaalt hij de woorden van zijn broer, ook al gaan ze over pijnlijke thema’s. Daxwaz heeft daar weinig herinneringen aan. “Ik was toen klein.”
Daxwaz zit al twee jaar op school in Nederland. Hij schreef zijn scriptie over autisme. Eerst wilde hij chirurg worden. “Maar daarvoor trillen mijn handen te erg. Ik wil politieagent worden. Dan kan ik andere mensen helpen.” Hij speelt gitaar en schrijft gedichten. Zijn ogen twinkelen als beachvolleybal ter sprake komt bij de plaatselijke club. “Ze hebben me ook gevraagd om binnen te spelen.”
Baby Alex begint te huilen. Azeza Solo staat op en pakt het kalmerende apparaat, de kinderwagen. Ze wil visagiste worden als ze groot is. “Ik doe graag make-up en haar. Ik kook ook graag, maar niet voor een restaurant. Alleen voor gasten,” zegt ze lachend.
Voor de liefhebbers serveert Solo koffie en koekjes op kleine houten dienbladen. De verslaggever zegt dat hij tevreden is met water, waar Azad Omar zijn teleurstelling probeert te verbergen. Het is nog wennen aan de verschillen in manieren.
De hele straat op bezoek
“Gastvrijheid is belangrijk voor Yazidi’s”, zegt familievriend Ignace Schretlen. “In Irak komt de straat op bezoek bij nieuwe bewoners en biedt ze hulp. In Nederland is dat niet zo vanzelfsprekend.”
Uit zijn tas haalt hij een zelfgemaakte kaart die in de buurt wordt uitgedeeld. Op de voorkant staan vrolijke foto’s van het gezin, op de achterkant een voorstelrondje.
Samen met zijn vrouw Mia zet Schretlen (71), voormalig huisarts uit Den Bosch, zich in voor het gezin. Azad kampt met onverwerkte trauma’s en slaapproblemen. “Psychische hulp voor hem is lastig, omdat hij niet meer in het asielsysteem zit. Nu moet hij vier maanden op de wachtlijst voor geestelijke gezondheidszorg staan, om dan te horen of ze hem überhaupt kunnen helpen.”
Na de zomer begint het integratieproces voor het gezin. Azad Omar wil uiteindelijk naar de technische universiteit. “Ik moest na een paar weken stoppen met mijn studie in Mosul toen Yazidi-collega’s werden neergeschoten. Nu zijn we de eersten in het gezin die naar de universiteit gaan.”
Yazidi’s niet langer ‘kwetsbaar’
Stichting NL Helpt Yezidi’s uitte in een recent persbericht haar ‘diepe bezorgdheid’ over het besluit van de Nederlandse regering om Iraakse Yezidi’s niet langer als kwetsbare groep te beschouwen.
Eind mei beoordeelde toenmalig staatssecretaris Eric van der Burg de veiligheidssituatie in Irak als ‘de meest stabiele in jaren’. Hij zag ‘in grote lijnen’ geen vervolging van Yazidi’s meer in Irak.
Die beslissing maakt het voor Yazidi’s moeilijker om asiel te krijgen in Nederland. Stichting NL Helpt Yezidi’s ziet echter dat de haatzaaierij tegen Yazidi’s in Irak weer toeneemt en vindt dat Nederland de plicht heeft om asiel te verlenen aan vluchtelingen.
Lees ook:
Irak dreigt kampen te sluiten, maar de Yazidi’s kunnen niet naar huis terugkeren
Irak wil de kampen eind juli sluiten van ontheemden dichtbijDan moeten de 150.000 Yazidi’s uit Iraaks Koerdistan terugkeren naar de provincie Sinjar, die is verwoest door de terroristische groepering IS, waar alles ontbreekt.
[ad_2]