Column | ‘Wij leven, wij rijden op fietsen de straten door’

[ad_1]

Op de weg zien we een tractor, een ouderwets ding, niet zo’n monster met wielen zo hoog als de goot en een hoop indrukwekkende carrosserie, maar gewoon een terloops bruikbaar ding. Groen, zoals het hoort. Als we er langs rijden zien we de roodgeverfde velgen. Blijkbaar vond iemand het echt de moeite waard om iets van dit karretje te maken.

Om de een of andere reden is het altijd een beetje ontroerend, die drang om iets te versieren – al die geraniums in bakken, tuinhekken met geverfde punten, sierlijk golvende naambordjes – of het nu mooi is of niet, hoewel mooi wel een voordeel heeft.

Veel mensen nemen de moeite om alles een beetje te verfraaien en op te leuken, zichzelf incluis, om zich te onderscheiden of erbij te horen, om indruk te maken op anderen of gewoon voor hun eigen plezier.

Je kunt niet zo ver terug in de geschiedenis gaan zonder dat mensen een motief in klei krasten, verf op een rotswand smeerden, zichzelf kleedden met veren, kleuren en kralen.

Ineens kan ik me nauwelijks nog onverschilligheid voorstellen. Ja, sommige mensen doen het voor bepaalde dingen, voor de kunst, de stilte, het milieu of automerken, maar bijna iedereen probeert op een of ander vlak er iets van te maken door iets te doen dat niet nuttig is, maar mooi of aardig of grappig.

Zelfs onder de zwaarste omstandigheden.

Ik heb altijd de neiging gehad om dat te zien als een vorm van vitaliteit, van de kunst om ondanks alles te leven, maar dat is het niet per se.

In Trouw was een kort gesprek met kunstenaar en parfummaker Frank Bloem. Hij vertelde dat hij het leven eigenlijk niet zo bijzonder vindt en zich snel verveelt.

Om het voor zichzelf interessant te maken, creëert hij parfums en verdiept hij zich in geuren. Niet uit passie, maar om zich niet dood te vervelen.

Interessant. Je leest niet vaak dat mensen zich vervelen, het wordt nogal gênant gevonden. Iedereen heeft ‘nog zoveel wat ik wil doen’, iedereen heeft tijdgebrek. Niemand heeft tijd over.

Nu weet ik niet zeker of verveling een vorm is van ‘tijd over hebben’. Ik denk het niet echt. De tijd staat stil en trekt je naar beneden als je je verveelt. Daarom kunnen middagen zo ellendig zijn, soms lijkt het alsof de zon zijn hoogste punt niet bereikt, de stilte wordt dieper en dieper, het licht lijkt niet te wijken. Je zou niet weten waarom je bestond.

“Wat doe je daar op aarde? Wij wonen/ wij fietsen door de straten” schreef JW Schulte Noordholt. Grappig, zo’n vraag van een ondenkbare afstand, en ineens klinkt het door de straten fietsen (veel leuker dan ‘door de straat fietsen’) als iets bijzonders. Maar zelfs door de straat fietsen verveelt je niet, want als je dat deed zou je je niet zo vervelen. En hoe kom je dan op die fiets?

Meestal verveel ik me niet, maar soms wel. Verlies van betekenis, dat is eigenlijk wat verveling is, dat de betekenis van welke actie dan ook niet in je op wil komen. Als het je eenmaal in zijn greep heeft, is het niet zo makkelijk om er vanaf te komen. Dus blijf werken, interesseer je voor iets, dring erop aan dat het een goed idee is om de lathyrus op te binden, frambozen op de taart te strooien, een gedicht te schrijven, de velgen van je tractor rood te verven.




[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *