[ad_1]
“Zelfs in doedelzakken,” zegt emeritus hoogleraar Jacob de Boer (68). “En in gitaarsnaren.” Ja, waar zitten PFAS eigenlijk niet? Die chemicaliën zitten zeker in blusschuim, bakpapier, meubels, pizzadozen en tapijtreiniger. Hun kracht en risico: de deeltjes zijn vrijwel onverwoestbaar. Ze blijven dus ergens opduiken. In kraanwater, aardbeien uit de supermarkt, enzovoort.
De Boer is niet verbaasd. “De industrie heeft een grijze sluier van PFAS om ons heen gehangen.” Een groot deel van zijn carrière deed hij aan de Vrije Universiteit onderzoek naar PFAS en andere giftige stoffen. Hoe meer kennis hij opdeed, hoe groter zijn zorgen over mogelijke gezondheidsschade. PFAS nestelt zich niet alleen in het milieu, maar ook in de lichamen van dieren en mensen. Jarenlang was dit een vakbladnummer voor toxicologen. “Als je twee jaar geleden aan mensen vroeg of ze PFAS kenden, had niemand een idee.”
Onverwoestbare deeltjes
Ondertussen stromen de media binnen over de onverwoestbare deeltjes. Altijd zorgelijk in de natuur. Het begon met Dupont (nu Chemours), dat PFAS in het water loost. Het zit in drinkwater, sport- en regenkleding, voedselverpakkingen, eieren van kippen die buiten lopen. En zeeschuim, zo bleek onlangs. De telefoon van De Boer blijft rinkelen. Wat vindt hij van die nieuwe meting? Al die nanogrammen PFAS in alledaagse spullen: moeten mensen zich zorgen maken over hun welzijn?
“Nee, niet direct, ik wil dat in het algemeen benadrukken,” zegt De Boer. Hij wijst erop dat de gevonden concentraties PFAS gemiddeld laag zijn. Te veel angst of zelfs hysterie is ongewenst en onnodig, vindt hij. Hij maakt een uitzondering voor mensen op zogenaamde hotspots, die werken in of wonen bij een fabriek waar veel PFAS rondzweeft, zoals Dordrecht. “Op die hotspots zijn de concentraties hoog en zijn er reële gezondheidsrisico’s.” Verder vreest de hoogleraar dat (kwetsbare) mensen, zoals mensen met een zwak immuunsysteem en jonge kinderen, op termijn nadelige effecten ondervinden.
Blootstelling van de dam in
Als persoonlijk experiment voor een boek over gif waaraan hij werkt, liet De Boer zijn eigen bloed testen op PFAS. “En raad eens? 8 microgram per liter.” Terwijl 6,9 de bovengrens is voor ‘absoluut veilig’. “Ik heb dus wel wat gevangen.” Omdat PFAS in zoveel dingen en etenswaren zit, is het lastig te bepalen wat nou precies de boosdoener was. “Misschien komt het door de vis die ik vroeger veel at,” denkt hij. “Of lijm. Ik bouwde vroeger vaak modelspoorbanen met mijn zoon.” De PFAS in zijn bloed blijft kinderspel, vergeleken met bewoners van Chemours in Dordrecht die zelfs tot 1100 microgram per liter bloed lieten meten. Zulke concentraties verhogen de kans op kanker.
Beter voorkomen dan genezen en blootstelling zoveel mogelijk beperken, is De Boers pleidooi. Zelf koopt hij geen eieren van hobbykippen, in plaats van omstreden antiaanbakpannen kookt hij in keramische pannen. “Ik let op alles wat ik koop.” En toen maakte hij alsnog een fout. “Ik liet een parasol plaatsen. Die hing, en toen zag ik de druppels water erop parelen.” Typisch voor vet- en vochtwerende producten. En ja: PFAS.
Nieuwe varianten
De Boer vindt dat consumenten onmogelijk kunnen achterhalen waar PFAS in zit. “Dat moet je ook niet van mensen vragen”, zegt hij. Daarom hoopt hij vurig dat er volgend jaar in Europa een voorstel voor een totaalverbod wordt aangenomen. “Zonder totaalverbod gaat de industrie altijd door met nieuwe PFAS-varianten. Zo werkt dat. De overheid verbiedt er drie en de industrie heeft zeventig nieuwe soorten op de plank liggen.”
Woensdag start een groep milieuorganisaties een rechtszaak tegen de Nederlandse staat. De aanklacht: de overheid laat te veel PFAS toe. De Boer is geen fan van allerlei rechtszaken tegen de staat, zegt hij. Maar deze kan hij wel waarderen. “De inzet lijkt te zijn: hoe kunnen we PFAS beter en sneller voorkomen en verbieden. Het gaat er niet zozeer om dat klagers een boete eisen, of dat de rechter wil oordelen over hoe slecht de overheid heeft gehandeld.” Een constructieve benadering, vindt De Boer.
Een enkele uitzondering voor het gebruik van PFAS zou mogelijk moeten zijn, stelt de hoogleraar. In de gezondheidszorg, voor altijd chemicaliënzoals PFAS-stoffen genoemd worden, zijn nuttig. “Bijvoorbeeld in kunstnieren.” Ook in de nucleaire industrie zou een beetje PFAS misschien toegestaan kunnen blijven, omdat Nederland anders geen nieuwe kerncentrales zou kunnen bouwen. “Maar streef vooral naar een totaalverbod. Zodra een vergunning met PFAS niet meer mogelijk is, is de chemische industrie creatief genoeg om snel schone alternatieven te ontwikkelen.”
Lees ook:
Houdt u PFAS uit uw huis met biologische appels of peren?
Veel voedingsmiddelen bevatten PFAS-chemicaliën, die op de lange termijn schadelijk kunnen zijn voor uw gezondheid. Is er iets wat u kunt doen om de stoffen zoveel mogelijk te vermijden?
Een glas Europees kraanwater bevat vaak PFAS
Drinkwater uit de kraan of een fles bevat vaak controversiële PFAS-deeltjes. Milieuorganisaties maken zich zorgen, maar het is onduidelijk of het ongezond kan zijn om de stoffen ongemerkt te drinken.
[ad_2]