[ad_1]
Dit is een ingezonden opiniestuk. Het standpunt in dit artikel is niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Trouw.
De beschouwingen van Désanne van Brederode en Paul van Tongeren over het omgaan met een doodswens vanwege ondraaglijk psychisch lijden (Religie & Filosofie, 31 juli) vormen een verademing vergeleken met de opvattingen van psychiaters die collega’s een beroepsverbod willen opleggen als zij ‘geradicaliseerde, gepolariseerde houdingen’ hebben ten aanzien van euthanasie (Trouw24 juli).
Er valt echter veel tegen hun uitspraken in te brengen. Van Tongeren noemt euthanasie vanwege psychisch lijden ‘de erkenning van een mislukking’. De term verraadt het idee dat behandelingen alleen goed zijn als ze genezing brengen. Hij maakt kennelijk onderscheid tussen psychisch en fysiek lijden. Als een kankerpatiënt alle behandelmogelijkheden heeft uitgeput en euthanasie krijgt, is dat geen mislukking, maar een helaas onvermijdelijke realiteit. Er zijn geen geldige redenen om euthanasie vanwege psychisch lijden anders te benaderen.
Psychiatrische patiënten, jong of oud, die geen ander leven kennen dan ondraaglijk lijden, missen niet het vermogen om te relativeren, zo meent Van Brederode. Dat geldt misschien voor iemand die ‘een depressie heeft’, maar niet voor iemand die door onafgebroken lijden net zo min kan leven als een terminaal zieke kankerpatiënt. Er kan dan beter gesproken worden van ‘niet langer kunnen leven’ dan van een doodswens. Van Brederode noemt het paradoxaal dat de jonge Milou toch over haar motieven wilde getuigen: ‘op die manier had de ervaring van zinloosheid nog steeds betekenis’.
Maar de patiënten in kwestie ervaren hun leven helemaal niet als zinloos. Het is ondraaglijk – en dat is iets heel anders. Ik schreef voor stichting Kea (Kenniscentrum voor euthanasie bij psychische aandoeningen) over Zoraya ter Beek (28), die tot de dag voor haar dood nog steeds actie voerde tegen artsen en anderen die haar beslissing om haar leven te beëindigen niet accepteerden. “Neem het maar van mij aan,” verzuchtte ze toen ik haar interviewde. Mandy Colijn (ook 28) vertelde kort voor haar euthanasie over zorgverleners die lijden aan een ‘rescue-syndroom’.
Van Tongeren vertelt over de ‘tragische dood’ van Milou. Maar haar dood was niet tragisch voor haar, en ook niet voor Zoraya en Mandy. Hun levens en ziektes waren tragisch. Euthanasie was een bevrijding. Zo hebben hun dierbaren, die diep in rouw waren, het ook ervaren.
Onno Bosma is auteur in Utrecht
Lees ook: Twee filosofen over euthanasie bij jongeren. ‘Ik heb zelf ook een tijdje een doodswens gehad, vlak voor ik 17 werd’
Neurologisch onderzoek toont aan dat het brein van adolescenten nog niet volledig ontwikkeld is. ‘Waarom dan geen leeftijdsgrens voor euthanasie bij psychische gevallen?’
[ad_2]