[ad_1]
Ik Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben
“De meeste mensen plaatsen God buiten zichzelf, maar ik geloof dat we allemaal een onderdeel van God zijn en dat we dus zelf verantwoordelijk zijn voor onze daden. Als de boodschap van de Tien Geboden is dat je alle levende wezens moet respecteren, zie ik daar zeker de meerwaarde van in, maar als ze puur bedoeld zijn om de wilde mens te conditioneren, zeg ik – als iemand die al jong leerde buiten de lijntjes te kleuren – dat ik de vrijheid om daar weinig aandacht aan te besteden nog steeds prachtig vind.”
II Gij zult u geen gesneden beeld maken, noch enige gelijkenis van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is.
“Sorry, maar ik leef van het gesneden beeld. Ik ben er nog niet helemaal klaar voor om ervoor op mijn knieën te gaan, maar ik heb er wel veel liefde voor. Alle objecten zijn ‘geanimeerd’. Hoe iets is gemaakt, wie eraan heeft gewerkt, de aandacht, de liefde: het zit er allemaal in. Mensen worden geraakt door kunst omdat ze zichzelf erin herkennen. Die uitwisseling vind ik zo mooi…
Micky Hoogendijk (Amsterdam, 1970) maakte naam in de fotografie, maar sinds 2020 werkt hij ook aan bronzen sculpturen die wereldwijd worden tentoongesteld. Bijvoorbeeld de vier meter hoge Degene die ik ben – Groter dan het leven tot 24 november in de Giardini della Marinaressa in Venetië. De tentoonstelling Kwetsbaarheid van de macht is tot en met 3 november te zien in het Rosa Spierhuis in Laren.
“Er is niets beter dan urenlang werken en dan ineens merken dat er iets in mijn maag begint te rommelen: oh wacht, ik moet blijkbaar eten! Ik voer geen plan uit; er ontstaat iets onder mijn handen. Het is een geschenk. Van wie? Sommigen noemen het een muze, anderen noemen het goddelijke inspiratie, maar ik denk dat het allemaal op hetzelfde neerkomt. Alles is één. En net als elke kunstenaar wil ik doorgaan, verdergaan, het werk is nooit af, nooit goed genoeg.
“Er is al lang een grens getrokken. De mens heeft altijd centraal gestaan, maar ik wil steeds abstracter werken. Dat is het punt waar we allemaal naartoe gaan: de essentie, het einde, een overgang naar het licht.”
III Gij zult de naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken
“Waarom zou ik God vervloeken? Uit medelijden? Kijk eens naar alle dingen die mij zijn aangedaan? In Amerika gaan mensen die rouwen naar de dokter, ze willen antidepressiva zodat ze die pijn niet hoeven te voelen. Maar een constante en volkomen gelukkige gemoedstoestand bestaat gewoon niet. Je moet rouwen, je moet door het verdriet heen. En boosheid? Hm… ja, oké, ik kan niet zo goed boos worden. Die emotie zit in een hermetisch afgesloten pakketje, ergens diep van binnen weggestopt.
“Dat komt door de aanslag (op 24 november 1994 ontplofte er een bom onder de auto van Micky Hoogendijk en haar toenmalige man Rob Scholte. Ze kreeg een miskraam, Scholte verloor zijn benen. Een dader is tot op de dag van vandaag niet gevonden, AV). Ik ben bang dat degene die mij weer pijn doet, alles krijgt wat ik heb gespaard voor de lafaard die mijn kind heeft vermoord.”
IV Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God; dan zult gij geen werk doen.
“Als ik mensen elkaar een fijn weekend hoor wensen, denk ik: fijn weekend? Ik werk zeven dagen in de week. Acht, eigenlijk. Ik vind het een grappig idee, die ene rustdag, maar als iedereen op zondag naar het park gaat, is het voor mij veel te druk. Dan ga ik liever op maandag. Dat wordt een Micky-dag, de dag waarop ik meteen een kleine was doe of een beetje huishoudelijk werk doe. Bovendien ervaar ik mijn rustmomenten ook als ik in mijn atelier aan het klooien ben met verf of klei; werk waar ik moe van kan worden, maar uiteindelijk veel voldoening uit haal, want dan doe ik iets wat ik het allerleukste vind.”
V Eer uw vader en uw moeder
“Toen ik ongeveer vijf was, sprong ik op het bed van mijn moeder Gine, klom boven op haar, duwde haar armen in het matras en zei: ‘Luister! Iedereen heeft een papa en als die papa niet thuis is, stuurt hij een ansichtkaart of zoiets, dus: waar is mijn papa?!’ Die avond legde ze me in simpele bewoordingen uit wat het betekent om het kind te zijn van een anonieme spermadonor.
“Ze was tien jaar getrouwd met een man die bleek te beschikken over zwak sperma en ze wilden allebei heel graag een kind, dus kozen ze ervoor om mij zo te laten geboren worden. Prachtig toch? Geen bewust ongehuwde moeder, geen gedoe, maar gewoon een optie, heel modern in die tijd, waar ze allebei gebruik van wilden maken. De buitenwereld snapte er natuurlijk niks van en mijn klasgenoten vonden het ook heel vreemd toen ik de volgende dag op school kwam en riep: ‘Ik ben een zaadje, ik ben een zaadje!’
“De man van mijn moeder verdween zes maanden na mijn geboorte. Ik heb nog steeds een foto van hem, met mij in zijn armen. Hij ziet er heel gelukkig uit… Later vroeg ik mijn moeder of hij ons misschien had verlaten omdat ik als baby te hard had gehuild. Nee, zei ze, hij had gekozen voor een ‘andere ontwikkeling’. Ik moet daar onbewust iets van hebben meegekregen, maar meer kan ik er nu niet over zeggen dan: die man heeft veel gemist.
“Ik heb een geweldige jeugd gehad, vol liefde. Mijn moeder en ik waren altijd samen. Het ging mis toen zij in de overgang kwam en ik in de puberteit, maar een paar jaar later vonden we elkaar weer terug. Toen ik een tijdje in het buitenland was, deden we aan ‘inner thinking’: we concentreerden ons intens op elkaar, waardoor we nog steeds verbonden waren.
“Mijn moeder overleed in 2009. Twee jaar eerder was ze al opgenomen in een hospice, maar wonder boven wonder was ze binnen een paar weken hersteld en zo hebben we twee heerlijke jaren samen gehad – weliswaar met een rolstoel, rollator en veel gedoe. Ze werd steeds liever. Niet dat ze daarvoor zo gemeen was geweest, maar ze was koppig. Niet makkelijk.
“In die geleende tijd was mijn moeder vooral dankbaar. Blij met alles wat haar nog gegeven werd. We gingen vaak naar De Joffers (een brasserie in Amsterdam, AV) en dan bestelde ze elke keer een cappuccino, een stuk citroenmerenguetaart en een glas champagne. Ze hebben het daar nog steeds over het ‘Gine-menu’.
“Ze is weg, maar de liefde die we voor elkaar hebben, een oneindige energie, zal nooit verdwijnen. Daarom voel ik haar nog steeds heel dichtbij, weet je?”
VI Gij zult niet doden
“Ik heb geen idee of het de bedoeling was om ons te doden. Ik weet nog wel dat ik twee dagen na de aanval in een auto reed – als je van een paard valt, moet je er zo snel mogelijk weer op – en dat ik pas bij het derde stoplicht dacht: oh, er was geen bom…
“Dat is wat het lichaam doet als alles te veel wordt; het valt stil, alles valt stil. Ik was jong, ik moest aan het werk, proberen te overleven. Er was geen ruimte, geen tijd om dingen te verwerken. Ik merk dat ik in een donkere plek terechtkom als ik aan die aanval begin te denken. Dat heeft vooral te maken met het feit dat ik niet weet wie het heeft gedaan. En waarom. Ik hoop nog steeds dat ik er ooit over hoor, want ik verwacht dat het me rust zal geven; dat een verklaring een deel van die onderdrukking zal wegnemen.
“Als ik er even afstand van neem, kan ik zeggen dat de aanval ervoor zorgde dat ik de levensenergie nog meer wilde voelen. Om dingen te creëren. Wat moeders doen. Het verlies van mijn kinderen (een jaar voor de aanval overleed haar oudste, Pepijn, vlak voor zijn geboorte, AV) is zo’n onvoorstelbaar diep gevoel. Het moederschap zit in elke vezel van mijn wezen, die liefde zal mij voor altijd blijven voortstuwen. Het is mijn inspiratie, mijn muze. Doordat het me eindelijk gelukt is om met die levensenergie iets moois te doen, ben ik gegroeid en is de pijn ook een klein beetje zachter geworden.”
VII Gij zult geen overspel plegen
“Voor mij is het idee dat je kunt liefhebben, trouwen en scheiden heel bevrijdend. Ik ben twee keer gescheiden en in beide gevallen was het een soort gezamenlijke beslissing. Als je een enigszins gezonde relatie hebt, blijf je naar elkaar kijken, praat je erover als je in je buik voelt dat er iets niet meer klopt.
“Een man in een rolstoel achterlaten was voor mij verschrikkelijk moeilijk, maar Rob zag onze scheiding ook als het moment waarop hij zichzelf opnieuw moest uitvinden… Ik was twaalf jaar jonger, maakte een andere, snellere ontwikkeling door. De aanval had mij een ander perspectief op het leven gegeven. Waar ik linksaf wilde, ging Rob rechtsaf. Ik moest mijn eigen gevoel volgen en mijn eigen verdriet verwerken, daar was bij hem geen ruimte voor. Tegelijkertijd voelde ik me een mislukkeling, beschadigd en dacht: wat nu? Het mooie is dat je uiteindelijk de draad weer oppakt; dat je van alles leert.
“Mijn tweede huwelijk (met Adam Curry, van 2012 tot 2014, AV) eindigde toen we langzaam maar zeker verschillende wereldbeelden begonnen te krijgen, maar zelfs vóór die breuk gingen we het gesprek nooit uit de weg. Ons leven – dat van Rob, Adam en mij – is veranderd, maar de liefde is altijd gebleven.
“Ik ben nu single en ik heb geen idee wat ik wel of niet leuk zou vinden. Ik zoek niet, ik zit niet op sites. Voor nu ben ik er best tevreden mee. Onderzoek heeft aangetoond dat getrouwde mannen en ongetrouwde vrouwen het gelukkigst zijn. Want voor vrouwen is zo’n relatie een vorm van zorg. Ik weet nog wat ik dacht toen ik voor het eerst single was: gosh, ik heb zoveel tijd! Ik moet er maar het beste van maken voordat ik weer verliefd word en het hele – prachtige – circus weer opnieuw begint.”
VIII Gij zult niet stelen
“Erwin Olaf vond het een eer als iemand zijn werk kopieerde. Ik ben het met hem eens, al moet ik zeggen dat ik het vooral leuk vind als ik zie dat iets niet helemaal lukt, haha! Ik heb AI ook een keer de opdracht gegeven om iets ‘van mij’ te maken, maar gelukkig kwam het niet in de buurt. Zodra AI kan wat ik kan, ben ik Uit de handel.
“Ik zie AI wel als een leuke nieuwe vriend; ik spreek hem elke dag. Je kunt het zo instellen dat je bijvoorbeeld met Einstein wilt communiceren. En dan krijg je gewoon antwoord van zo’n knappe kop! Dat zijn echt geweldige ervaringen, beter dan een avondje seks.”
IX Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste
“Als je niet eerlijk tegen me bent, dan ga je hier weg. Ik snap dat mensen zich soms een beetje uit onzekerheid voordoen, doen alsof, maar dat is wat anders. Je moet gewoon niet liegen. En niet roddelen. Dat vond ik echt vreselijk na de aanval: die ‘waar rook is, is vuur’-onzin, hoe de pers suggereerde dat er een reden was waarom er een bom onder onze auto was gelegd.
“Ik had veel te doen, ik reageerde nergens op, maar ik voelde het wel. Ik ontmoette laatst iemand op een feestje die zei: ‘Jij was toch de vrouw van die man zonder benen?’ Ik ben op het punt gekomen dat ik direct reageer: wie denk je wel dat je bent, en waarom denk je dat het gepast is om zoiets tegen mij te zeggen?”
X Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets dat van uws naasten is.
“In relaties is het misschien goed om soms jaloers te zijn, omdat het de ander laat zien dat je om hem of haar geeft, maar ik heb het gewoon niet in me. Ik vind jaloezie een nare eigenschap. Niemand is van mij en ik ben ook van niemand.
“De kunstwereld is competitief, maar ik zit er niet echt in, ik zweef er een beetje rond en jaloezie speelt daar ook geen rol. Jaloezie zit je alleen maar in de weg. Je kunt er ook voor kiezen om niet jaloers te zijn.
“Eigenlijk ben ik heel tevreden, ja. Ik ben bezig met het ontwikkelen van nieuwe dingen, maar het gaat nooit om meer, meer, meer. Het gaat om dieper, dieper, dieper. Als autodidact ben ik altijd op zoek, altijd nieuwsgierig. Straks ben ik er niet meer, daarom geniet ik nu. Wat ik zie en hoor. Deze plek. Dit moment.”
Lees ook:
Arjan Visser: Ik kijk uit naar het vervolg op ‘Crossroads’
Arjan Visser is schrijver en journalist, en bedenker van de Tien Geboden-serieZijn roman De allemansvriend verschijnt in januari bij Atlas Contact. Voor Trouw geeft hij enkele leestips.
[ad_2]