[ad_1]
De tweedehandshandel draait de laatste maanden goed. Logisch. Nieuwe auto’s zijn veel te duur geworden, waardoor elektrisch rijden ook aan het uitsterven is. Op de websites van auto-importeurs staan honderden mooie maar dure modellen tevergeefs te wachten op kopers. Zelfs populaire merken moeten stunts uithalen om nieuw blik te verkopen. Het internetaanbod maakt duidelijk wat voor bizarre tijd het is. Een VW-dealer heeft de prijs van een nieuwe Polo verlaagd van 40.120 euro naar 36.050 euro. Dat zijn gemiddelde jaarsalarissen voor een kleine hatchback. De opwaartse prijsspiraal nam antisociale vormen aan. De Polo werd voor zijn doelgroepen onbereikbaar als particuliere aankoop.
Ik weet geen betere manier om uit te leggen waarom in deze tijd een mini-Kia van meer dan 23.000 euro niet, zoals je misschien zou denken, belachelijk duur is, maar in samenhang spotgoedkoop, hoewel je tien jaar geleden zo’n auto voor de helft van de prijs kon krijgen, met airconditioning. Het argument van de draagkracht is uit de mode in de autobranche. Het lagere segment van de markt is ook het leasedomein geworden. De buitendienstmedewerker rijdt nu in een bedrijfs-Polo, de marketingassistent wordt door gebrek aan spaargeld overgeheveld naar private lease. Net zoals mensen met een laag inkomen door gebrek aan hypotheekopties naar de private huursector worden gedreven, waar ze meer betalen dan rijkere huiseigenaren aan rente en aflossing. In zijn CorrespondentDit is het schandaal waar we het over moeten hebben. De gemiddelde persoon heeft recht op betaalbaar vervoer, maar in de duurdere prijsklassen zijn de opbrengsten voor de makers hoger. Dat is ook de reden waarom ze de budgetauto lieten vallen. Wettelijk verplichte veiligheidsvoorzieningen en emissiereducerende technologie lieten de toch al magere winstmarges verdampen. De dwerg in de stad werd een hopeloos onrendabel racesymbool van The Gap.
Maar Kia houdt voet bij stuk. De Picanto is wat vroeger een A-segmenter werd genoemd. Het recept was vijf deuren, bescheiden formaat, sobere uitrusting, met een beetje geluk elektrische ramen en centrale vergrendeling. Soms was het de tweede auto van de betere klassen, maar meestal de eerste van zorgzame grootouders of arbeiders met nederige banen. In zijn soort kun je hem een van de laatste Mohikanen noemen. Probeer maar eens een concurrent in deze prijsklasse te vinden. Met de Fiat Panda en de oude 500, de Hyundai i10, Mitsubishi Space Star en Toyota Aygo houdt het op. Dan begrijp je waarom de Picanto nog steeds op nummer vier stond in de top vijf van meest geregistreerde modellen in de verkoopstatistieken van juli. Ook al had hij tien mille minder moeten kosten, er is gewoon bijna niets goedkoper meer. De Picanto symboliseert het drama van een verlaten lagere middenklasse. De tweede auto in de chique nieuwbouwwijken van vandaag is een Mini, terwijl de arbeiderswijken vol zitten met afgeschreven Koreanen.
Meest verheffend
Het is best goed. Je voelt hoe de Picanto in zijn lange leven volwassen is geworden, hoe zijn makers de puntjes op de i hebben gezet. Hij voelt solide aan, schakelt precies, blijft lekker stil op de snelweg en rijdt behoorlijk spannend voor zo’n veen met een schamele 63 pk. De eenliter heeft geen turbo, maar reageert met een gretigheid die kenmerkend is voor driecilindermotoren op het gaspedaal, terwijl hij objectief gezien vrij traag is. En dat is maar goed ook, want de Picanto kwam niet verder dan drie sterren in de Euro NCAP-crashtest, hoewel de nieuwe neus met zijn dreigende verticale lichtunits hem de onverwoestbare allure van een pantservoertuig geeft. Dat krijg je als je een weinig florerend ontwerp probeert te redden met een facelift. Het wordt alleen maar erger. Aan de andere kant: het zijn ledlampjes, net als die stilistisch dissonante rode vierkanten op de achterkant, alsof iemand een Mondriaan op een zigeunermeisje heeft geplakt. De doelgroep van Kia, voor zover ze niet heel oud of arm zijn, zal zuchten ‘leuk extraatje’ of ‘toch leuk’. Ze bedoelen dat het wel meevalt en de enige taak van de Picanto is om goed te zijn. Toch een scherm met echte navigatie, wie had dat gedacht? Gewoon stoelverwarming en lichtmetalen velgen. Zestien inch, de wielmaat die je vroeger op een Mercedes S-klasse vond. Ze lijken kleiner omdat het autootje zichzelf klein maakt, als een gordeldier dat tevergeefs probeerde zichzelf op te rollen. Die grappige misvorming heeft een positieve kant. In zijn onhandigheid werkt de Picanto als een reset voor de zintuigen. Hij leert je weer te verlangen naar schoonheid. In die zin is dit een droomauto. Ook qua verbruik. Hij rijdt op zijn best 1 op 20 vanaf 19.000 euro. De Picanto was misschien wel de laatste gewone auto van mijn leven.
[ad_2]