[ad_1]
PvdA-Kamerlid Habtamu de Hoop wil dat een groot deel van de huidige werkzaamheden aan de Afsluitdijk voor het voetlicht komen. Letterlijk. Minister Mark Harbers denkt daar echter anders over. Waarom?
Het Vlietermonument, op de plek waar de dijk in 1932 werd afgesloten, is momenteel ‘s avonds en ‘s nachts volledig aan het zicht onttrokken. Zonde, vindt De Hoop. Voor ‘de beleving en statuur’ van de Afsluitdijk is het goed om het monument tijdens de restauratie te voorzien van reflecterende lijnen.
Bij de sluistorens op de dijk gebeurt dit al. Volgens De Hoop is het geen hinder voor de duisternis. Een paar weken geleden vroeg hij daarom minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) om die reflectoren op meer plekken te plaatsen.
‘Spectaculaire eenvoud’
Dat wil Harbers echter niet. Het zou een inbreuk zijn op de ‘monumentaliteit’. Het Vlietermonument wordt dan aangepast. Bovendien is het uitgangspunt van de hele Afsluitdijkklus ‘spectaculaire eenvoud’, schrijft de minister in een brief aan De Hoop. ‘De toepassing van niet-originele, extra elementen sluit hier niet bij aan.’
Ook de reflecterende strips bij de sluistorens, een project van kunstenaar Daan Roosegaarde, zijn speciaal voor die locatie ontworpen. Ze markeren de toegang tot de dijk. Volgens Harbers doet het plaatsen van extra stroken in het midden van de Afsluitdijk afbreuk aan deze artistieke uiting.
Standbeeld van Lely
Ook het nabijgelegen kunstwerk De Steenzetter en het standbeeld van ingenieur Cornelis Lely blijven ‘s avonds en ‘s nachts in het donker staan, heeft de minister besloten. De Hoop vroeg ook of deze beelden ‘verlicht’ konden worden, maar daar had Harbers geen interesse in.
De Afsluitdijk en de Waddenzee zijn twee van de weinige plekken in ons land waar nog ‘echte duisternis’ heerst. Elke vorm van verlichting heeft volgens de minister invloed op de ‘ervaring van duisternis’. Het uitlichten van monumenten, kunstwerken en standbeelden vindt hij geen goed idee.
[ad_2]