[ad_1]
Niet eerder in haar 43-jarig bestaan was volleybalvereniging Oer ‘t Net in Ie zo gezond. Een verhaal over knellende groeipijnen en brandende ambitie.
Iedereen uit de buurt kan op woensdagavond langskomen in dorpshuis De Jister in Ie voor wat gezelligheid. Niet zozeer vanwege het niveau van het herenrecreatieteam van Oer ‘t Net dat dan zijn opwachting zal maken – zij zullen de eersten zijn die dit in perspectief plaatsen – maar om te kijken hoe het er als vereniging uitziet, hoe bescheiden ook. , wervelt en schittert.
Fryslân kent honderden sportverenigingen, groot en klein. De LC zet er iedere week één in de kijker door een pijl op de provinciale kaart te gooien. Waar de pijl landt, bezoeken we een club. Vandaag zijn we op:
Naam: Oer ‘t net
Plaats: nl
Sport: Volleybal
Opgericht: 20 maart 1980
Aantal leden: 93
Want laat één ding duidelijk zijn: Oer ‘t Net, de volleybalclub van Ie, doet het goed. Sinds de oprichting in 1980, met één damesteam, is de club uit het vlasdorp nog nooit zo bloeiend geweest als nu.
Denk maar aan: er zijn vier seniorenteams, vijf jeugdteams (de vereniging is vertegenwoordigd in alle leeftijdscategorieën), de ledenaantallen liggen boven de honderd en er lijkt voorlopig geen einde te komen aan de groei; uit Ie, maar ook steeds vaker uit omliggende dorpen. Secretaris Sipke Hansma: “Het is in orde.”
‘Fjirtjin in één klap!’
En die rugwind verrast eigenlijk het board zelf. Uiteraard werkt het eigen enthousiasme aanstekelijk, zijn er goede jeugdtrainers en organiseert de vereniging tal van nevenactiviteiten om bestaande leden te behouden en nieuwe aan te trekken, maar ja…
“Ik kan niet langer wachten”, merkt jeugddirecteur Foppe de Haan op, “om meteen mijn lidmaatschapspapieren op te halen.”
Of onlangs, toen een geïnteresseerde mij telefonisch benaderde en met een groep vrienden uit de regio, mannen en vrouwen door elkaar, wilde komen volleyballen. Na de eerste training in De Jister bleken ze zo enthousiast dat secretaris Hansma direct de inschrijfformulieren kon opsturen. Hij zat daar, verguld en verbijsterd tegelijk, aan een tafel in het dorpshuis, met maar liefst veertien nieuwe rekruten. ‘Fjirtjin in één klap! Hoeveel sportclubs hebben sokken nee?
Natuurlijkheid
Oer ‘t Net stond jarenlang in de schaduw van de dorpsvoetbalclub VV Oostergo en de plaatselijke handbalclub De Trochsetters. En opvallend genoeg gaat de huidige opkomst van volleyballers niet of nauwelijks ten koste van beide sportclubs.
Dit komt omdat de instroom van jeugdspelers uitsluitend uit meisjes bestaat, terwijl Iester-jongens doorgaans beginnen (en blijven) met voetballen. “Nee ja”, nuanceert algemeen bestuurslid Jarina Veenboer, “mijn dochter wil nog steeds plezier maken, maar dan omwille van de ‘saamhorigheid’ met de gezinnen. Dus voor volleybal.”
Het lidmaatschap van Oer ‘t Net is de laatste jaren een vanzelfsprekendheid geworden onder meisjes. “Se wolle der gewoan by hearing.”
McDonald’s
Maar in Ie weten ze maar al te goed dat een recruitmentvereniging alleen niet kan bestaan. Het behouden van leden is minstens zo belangrijk en dat is geen gemakkelijke taak voor adolescente meisjes, voor wie alternatieve bezigheden – baan, vriend, studie – gemakkelijk te vinden zijn.
“We werken er hard aan om deze groep te beschermen”, zegt voorzitter Klaas Sipma. Aanstaande vrijdag zal topspeler Sjanet Wijnia van Friso Sneek een clinic verzorgen voor veertien- tot achttienjarigen. Maar ook door een groepsgevoel te smeden, bijvoorbeeld door na iedere thuiswedstrijd samen een hapje te eten. Sipma: “Ik denk dat McDonald’s in Dokkum de beste klant ooit voor ons heeft.”
Ai, de plaatsnaam Dokkum is geschrapt. De stad waar de dames- en meisjesteams noodgedwongen hun thuiswedstrijden moeten spelen, omdat zij – in tegenstelling tot de recreatieve heren – meedoen aan officiële competities van volleybalvereniging Nevobo.
Een gevoelig punt, zo niet één killblok in ruil voor. Want hoewel er in essentie niets mis is met de Dokkumer-accommodatie, doet de verhuizing naar de stad van de echte Iesters juist afbreuk aan hun eer.
Groeipijn
En om dit te begrijpen moeten we terug naar die woensdagavonden in De Jister, toen de vouwwand aan een van de korte zijden is weggeschoven en plaats heeft gemaakt voor een vangnet, zodat het publiek de wedstrijd vanaf de zijkant kan volgen. bar. Nee, zo verzekeren de bestuursleden, als het om de horeca gaat, heeft Oer ‘t Net niets te klagen.
Maar het speelveld is een ander verhaal. De gezellige sportschool voldoet niet aan de normen van Nevobo. Het plafond is te laag en tevens (verplicht) voorzien van turnringen en manden. Er is rondom gebrek aan ruimte voor bijvoorbeeld het ultieme duiken.
“Ein moet 3 meter en dichtbij zijn”, legt voorzitter Sipma uit, “en om bij het veld achter ons te komen moeten we ook 2 meter verwijderd zijn. Kinst hjir nee door de trainingen een paar wedstrijden vergelijkbaar.’
En dan heeft Sipma het nog niet eens over de kleedkamers. “Als we het speelgoed van de man hadden, zouden we in een schone kamer zitten met aan elke kant een echte man.” De andere kleedkamer is dan immers gevuld met de meiden die al eerder hebben getraind.
Dit zijn onmiskenbaar groeiende pijnsymptomen voor een club in opkomst.
Bolwerk
Gelukkig heeft Oer ‘t Net geen bestuur dat passief last heeft van deze groeikrampen. ‘Nee,’ formuleert Sipma, ‘we dromen. Hoe was het in vredesnaam bij jouw jeugd en jouw jeugd tijdens hun wedstrijden en het balspelen. Yn Ie. Yn De Jister.” Het zou de club een nog grotere opwaartse impuls geven.
Het moge duidelijk zijn: de gemeente Noardeast-Fryslân en de eigenaren van De Jister mogen op korte termijn een uitnodiging verwachten van Sipma en zijn medewerkers om hierover in gesprek te gaan.
De voorzitter: “Jongen, we zijn in een slecht humeur. We zaten gewoon om voor de winkel te zorgen. Wy wolle grutter wurde.” Ondeugendheid fonkelt in zijn ogen. “Oer ‘t Net als volleybalbal. Krekt als Snits.”
En dan ineens en serieus: ‘Je moet alles van Fryslân weten.’
[ad_2]