De koningin van Spanje kreeg maar geen rust

[ad_1]

Niet iedereen juichte toen de driejarige Isabella in 1833 de troon van Spanje besteeg. Er brak zelfs een burgeroorlog uit. Haar vader Ferdinand VII had kort voor zijn dood de zogenaamde Salische wet afgeschaft. Het bepaalde dat alleen mannen de troon konden claimen. Door deze beslissing van de koning liep zijn broer Carlos de kroon mis. Met de steun van conservatieve edelen kwam hij nu in opstand tegen zijn nichtje en haar moeder, die als regentes optraden.

De burgeroorlog duurde zes jaar en eindigde met een overwinning voor de liberale edelen die Isabella steunden. De problemen voor de piepjonge koningin waren nog niet voorbij, want er brak meteen een gevecht uit onder haar aanhangers. Moeder werd als regentes terzijde geschoven door een succesvolle generaal, die op haar beurt na een staatsgreep door twee andere generaals werd afgezet. De Cortes, het Spaanse parlement, besloot nu Isabella (13) volwassen te verklaren, zodat zij – in naam – zelf aan het roer kwam te staan.

De politici die haar gecentraliseerde macht vergezelden: de monarchie en de Cortes hadden meer te zeggen, de regio’s van Spanje minder. Goed nieuws voor koningin Isabella, maar ze had andere dingen aan haar hoofd. De politiek dwong haar in 1846 te trouwen met haar neef, Franciscus van Assisi.

Isabella mocht deze man niet van wie ze zei dat ‘hij tijdens onze huwelijksnacht meer kant droeg dan ik.’ Al snel deden geruchten de ronde dat Frans homoseksueel was. Toen de koningin een jaar na haar huwelijk verliefd werd op een knappe soldaat en wilde scheiden, ontstond er een crisis. De tussenkomst van haar moeder: jij blijft bij je man! – bracht vrede in het paleis.

Voor de vorm, want toen Isabella in 1851 beviel van haar eerste dochter, ging er meteen het gerucht dat het kind niet van Frans was. Hetzelfde zou worden gezegd over alle twaalf kinderen die ze baarde. (De koningin had haar hele leven een lange reeks minnaars.) Alsof dit alles nog niet spannend genoeg was, overleefde ze in 1852 een moordaanslag door een priester.

In 1854 brak na een staatsgreep een volksopstand uit, die opnieuw tot een machtswisseling in Madrid leidde. Het daaropvolgende decennium leek wat stabieler, maar er groeide een groeiende onvrede over de corruptie aan het hof en het gebrek aan inspraak voor politici die niet tot de regerende partij behoorden. In 1866 explodeerde die woede met opnieuw een militaire opstand.

Dit keer leidde het niet alleen tot de vervanging van de politieke elite, maar ook tot de afzetting van de koningin. Het was in deze tijd dat Isabella haar bijnaam kreeg: ‘la de los tristes destinos‘, zij van het trieste lot/het ongelukkige. Dit was een verwijzing naar Richard III van Shakespeare, waarin koningin Elisabeth wordt verteld: ‘Vaarwel, Yorks vrouw en koningin van trieste kattenkwaad‘.

Isabella’s geluk was inderdaad op. De rest van haar leven bracht ze door in ballingschap in Frankrijk. Haar zoon Alfonso werd in 1874 koning van Spanje, na de afschaffing van de republiek.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *