[ad_1]
De nazi’s vonden kunst een ideaal propagandamiddel. Museum Arnhem laat zien hoe schilderijen een beeld creëerden van een superieur volk dat de wereld kon veroveren.
Geen portretten van Adolf Hitler, geen racistische stereotypen, behalve een kleine poster in een vitrine met daarop een nauwelijks zichtbare maar akelige antisemitische karikatuur. Je moet zelfs op zoek naar swastika’s op de tientallen schilderijen in de tentoonstelling ‘De Kunst van het Derde Rijk’ in het Arnhems Museum, die op 12 november opent. Ze staan er, in twee werken van Else Wex-Cleemann, een van de weinig vrouwelijke kunstenaars getoond. Soldaten en slagvelden zijn te zien, maar de dominantie wordt gedomineerd door landschappen, boeren en hun gezinnen, beelden uit de bouw en industrie en vele volmaakte naakte lichamen, vooral vrouwen.
Het is de eerste keer dat kunst uit nazi-Duitsland op een dergelijke schaal in Nederland wordt getoond. In Duitsland is dit al eerder gebeurd. Deze tentoonstelling vloeit voort uit de tentoonstelling Design of the Third Reich die drie jaar geleden in Den Bosch werd gehouden. De maker van die tentoonstelling, Almar Seinen, werd vervolgens benaderd door het Duits Historisch Museum in Berlijn. Ze hebben een enorme hoeveelheid werk uit het nazi-tijdperk dat het depot nauwelijks verlaat. “Tot nu toe werd het eigenlijk alleen maar beoordeeld als slechte kunst. Die aanduiding kun je natuurlijk nooit wegnemen, maar het is wel interessant om wat meer naar de inhoud te kijken”, aldus Seinen. Museum Arnhem bleek een logische keuze, omdat het veel Nederlandse kunst uit de jaren twintig en twintig heeft. jaren dertig in zijn collectie.
Dat de Duitse staat zoveel kunst uit de nazi-periode bezit, is te danken aan de kooplust van Hitler en zijn handlangers. Hitler, die zelf schilder had willen worden, geloofde dat kunst een ideaal propagandamiddel was. En hij zag propaganda als een ‘verschrikkelijk wapen in de handen van een deskundige’. Wat dat betreft vindt Seinen de tentoonstelling ook actueel, want ook vandaag de dag worden we er mee gebombardeerd.
De nazi’s maakten reclame voor de kunst met een jaarlijkse tentoonstelling, vanaf 1937 gehouden in het speciaal voor dit doel gebouwde Haus der Deutschen Kunst in München. Alleen door de nazi’s goedgekeurde kunstenaars mochten er exposeren. Hun werk werd op ansichtkaarten gedrukt en door het hele land verspreid.
Het is bekend dat de nazi’s niet hielden van wat wij moderne kunst noemen. Dadaïsme, kubisme, futurisme – het werd belachelijk gemaakt als ‘entartet’ en uit de musea verwijderd. De nazi’s hielden van realisme. “Dat was een stroming die in de jaren dertig over de hele wereld heel populair was”, zegt Jelle Bouwhuis, conservator bij Museum Arnhem. Voor de nazi’s was het de perfecte stijl om het imago te promoten van een superieur volk dat de wereld kon veroveren: vechtende mannen en passief, vrouwen dienend met perfecte, gezonde lichamen. Geworteld in het vruchtbare Duitse landschap.
De tentoonstelling beschrijft in detail de wreedheden van het Derde Rijk, waarbinnen deze kunst tot stand kwam. Het museum houdt er rekening mee dat de tentoonstelling heftige reacties kan oproepen. Het onderwerp ligt altijd gevoelig en momenteel nog meer. “Die twee schilderijen met swastika’s wilden we laten zien”, zegt Bouwhuis. Maar voor de zekerheid komen ze achter perspex platen. En er geldt een streng fotoverbod – geen vrolijke selfies met nazikunst.
Toch valt het op dat de kunst eigenlijk weinig emotie oproept. Alle schilderijen zijn afstandelijk, de onderwerpen ogen schuchter, zelfs de vele naakten hebben een koele erotiek. Het is kunst die in een strak keurslijf is ontstaan. Schilders, die niet allemaal verstokte nazi’s waren, moesten aan de eisen van het regime voldoen. En dat leverde logischerwijs niet de grootste creativiteit op. Je ziet dat hier vaak de beste schilders van hun tijd aan het werk waren: hun techniek is ongeëvenaard en de afmetingen van de schilderijen zijn indrukwekkend.
Hoe werkt propaganda?
Om achter die perfecte façade te kijken, moet je soms de zaalteksten lezen. Zo blijken de verse arbeiders in een steengroeve op een schilderij van Erich Mercker dwangarbeiders uit een concentratiekamp te zijn. Als je goed kijkt, zie je dat er onder de verslagen Franse troepen op een schilderij van Albert Janesch ook soldaten uit de Afrikaanse koloniën zitten. Ze zien er veel sympathieker en menselijker uit dan de Duitse gevechtsrobots die triomfantelijk voorbij komen. Maar misschien bedoelde de schilder het racistisch.
De nazi-boodschap is soms moeilijk te doorgronden. In een werk van Adolf Reich loopt een soldaat met één been op krukken door de stad, opgewacht door een weduwe in het zwart met een kinderwagen. De huidige waarnemer zou denken: dat is het trieste gevolg van een oorlog. Maar de propagandamachine bedoelde: ‘Kijk eens naar de offers die deze mensen brachten. Je kunt niet achterblijven.” “Kijk, we gaan verder dan alleen maar praten over goede of slechte kunst”, zegt Seinen. “We interpreteren wat we zien, hoe de propaganda werkte. En er is heel weinig met deze kunst gedaan .”
Kunst in het Derde Rijk, Verleiding & Afleiding, Museum Arnhem, van 12 november t/m 24 maart.
Lees ook:
Museum Arnhem laat zien welke kunst de nazi’s leuk vonden
Dit najaar is in Museum Arnhem een tentoonstelling te zien met kunst uit nazi-Duitsland. ‘Een beladen erfgoed hoort erbij. We willen laten zien hoe kunst werd gebruikt om het volk te verleiden.’
Verzetsmuseum maakt einde aan heldenhype. ‘Verzetsmensen haatten het woord held!’
Heroïsch, ja, maar verzetsstrijders noemen we geen helden, zegt de directeur van het Verzetsmuseum, dat deze week weer open gaat. Zij is tegen het huidige gebruik van die term.
[ad_2]