[ad_1]
Bij de zoutfabriek Frisia in Harlingen was afgelopen zomer een vloer zo verzwakt dat machines werden uitgeschakeld om extra trillingen te voorkomen. Dat blijkt uit een brief van het Staatstoezicht op de Mijnen.
Volgens de toezichthouder was de boosdoener een verroeste dwarsbalk. In juli bleek de situatie zo onzeker dat niemand de fabrieksvloer mocht betreden. Zoemende drogers werden uit voorzorg stilgelegd.
Bestelling onder voorbehoud
Inmiddels is de vloer gestut met zogenaamde constructiesteunen en loopt alles weer. Toch krijgt Frisia een berisping van het Staatstoezicht op de Mijnen: de zoutfabriek had de ‘ernstige corrosie’ veel eerder moeten melden.
De toestand van de dwarsbalk zou al in januari bekend zijn geweest. Maar pas nadat de betonvloer aan weerszijden van de ligger steun kreeg, werd het Staatstoezicht op de Mijnen geïnformeerd.
Frisia krijgt hiervoor een boete opgelegd. De volgende keer dat zo’n ‘ongebruikelijk incident’ onvermeld blijft, kan de zoutfabriek rekenen op een boete van 2.500 euro per overtreding, oplopend tot maximaal 10.000 euro.
Pekelwater in drainageputten
Bovendien is het te lang stilhouden van de verzwakte vloer niet het enige minpunt. Rond dezelfde tijd deed zich een soortgelijk geval voor. Het betrof drainageputten, waar op 25 mei sterk verhoogde zoutconcentraties werden aangetroffen.
Volgens het Staatstoezicht op de Mijnen kan dit duiden op een lekkende pekelvijver, die in verbinding staat met de drainageputten. Maar ook hier werd de toezichthouder voor de mijnbouwsector pas later geïnformeerd, namelijk op 14 juli.
Wat de gevolgen voor onder meer de veiligheid en het milieu betreft, wordt de ernst van beide overtredingen ‘beperkt’ genoemd. Uit de brief van september blijkt echter dat er sprake is van ‘bewust risiconemend’ gedrag en ‘bewust belemmeren van degenen die inspecties uitvoeren’.
Gasflessen en lekkages
Begin dit jaar kreeg Frisia Zou in Harlingen ook twee lasten onder dwangsom opgelegd. Vijftien gasflessen zouden destijds niet in de daarvoor bestemde voorziening zijn opgeslagen. Bovendien ontbraken gevarensymbolen en effectieve blusmiddelen.
Bovendien zat de derde verdieping van de fabriek zo vol met zoutresten dat de voetafdrukken zichtbaar waren. Toen de inspectie dit constateerde, heeft Frisia in eerste instantie alleen de derde verdieping schoongemaakt. Verderop was de ‘mors’ nog steeds zichtbaar.
De dwangsom is bedoeld om herhaling van overtredingen te voorkomen. Het Staatstoezicht op de Mijnen meldt dat de gasflessenopslag en het netjes houden van het bedrijfspand inmiddels weer op orde zijn.
[ad_2]