Spelen of actief aanleren, wat is goed voor deze dreumes?

[ad_1]

Vrijwilliger bij een welzijnsorganisatie: “Ik begeleid het gezin van een statushouder met een peuter. De moeder is bezig met naturalisatie om Nederlander te worden, het is dus de bedoeling dat zij in Nederland blijft en dat het kind hier naar school gaat. De moeder spreekt nog geen Nederlands. Er lijkt geen speelgoed te zijn. In overleg met de moeder breng ik puzzels, speelgoed en boeken mee. Het meisje ging enthousiast aan de slag met de houten puzzel die ik onlangs had meegenomen. Ik zie het speelgoed dat ik eerder gaf niet meer.

In het onderwijs dat ik van mijn ouders kreeg en dat ik aan mijn kinderen gaf, is stimulatie heel belangrijk. Dit houdt in dat je actief iets leert. Puzzelen, lezen, knutselen. Tegenwoordig denk ik steeds vaker: laat kinderen gewoon lekker zelf spelen, en zorg alleen voor iets als het echt nodig is. Laat ze hun eigen tempo bepalen. Dit meisje staat ook op de wachtlijst voor voorschools onderwijs of kinderopvang. Dat maakt het misschien minder nodig om ook thuis met educatief speelgoed aan de slag te gaan?”

Naam is bekend bij de redactie. (Deze sectie is anoniem, omdat moeilijkheden bij het ouderschap gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma op het gebied van het ouderschap presenteren? Stuur uw vragen of opmerkingen naar educatie@nrc.nl

Vooral bemoedigend

Paul Leseman: “Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor het idee dat kinderen zich vanzelf ontwikkelen als je ze gewoon vrijlaat. Het is precies het tegenovergestelde: hoe een kind zich ontwikkelt is een optelsom van de kenmerken van het kind en vooral van wat de omgeving biedt.

“Dat geldt ook voor de taalontwikkeling: het is geen spontaan rijpingsproces, maar hangt heel erg af van de taal die wordt aangeboden. Natuurlijk moet je je aanbod qua boeken, speelgoed en lichaamsbeweging afstemmen op wat een kind leuk vindt en waar hij/zij aan toe is, maar het is niet aan te raden hem die prikkel te ontnemen.

“Dat geldt zeker voor een jong kind met een andere thuistaal, in een gezin waarin taakgericht spelen niet voorop staat. Als je dit kind dit niet biedt, krijgt het minder kansen in de Nederlandse samenleving. Dan kunt u voorschoolse opvang aanbieden, maar uw eigen huis als leeromgeving is minstens zo belangrijk.

“Kortom: het is geweldig dat deze vrijwilliger wil helpen de kloof tussen een migrantengezin en de Nederlandse samenleving te overbruggen. Ga hier alstublieft mee door.”

Verbinding maken met kind

Stijn Sieckelinck: “Ik begrijp je zorg: je wilt niet dat dit meisje meteen achterblijft bij de Nederlandse samenleving, maar je beseft tegelijkertijd terecht dat een kind ook ontspannen moet kunnen spelen. Even niets hoeven is ook een recht, zeker in een thuissituatie waar waarschijnlijk sprake is van enige stress. Dan kan spelen enorm helpen om veilig je eigen wereld binnen te treden.

“Maar dat spel hoeft niet op gespannen voet te staan ​​met leren. Je educatieve doel doet niets af aan het plezier dat het meisje kan hebben. Zolang je maar matcht met wat zij leuk vindt. Dit hoeft niet heel expliciet ontwikkelingsgericht speelgoed te zijn. dat kan de ene dag een puzzel zijn en de andere dag een paar auto’s. Kinderen leren het snelst als ze zich veilig voelen.

“Als je fantasiespel kunt stimuleren en dialogen met haar kunt voeren, draag je enorm bij aan haar ontwikkeling. Maar kijk vooral waar zij zelf naar toe neigt en bouw daarop voort.

“Ik probeerde op diplomatieke wijze van moeder te weten te komen waarom dat speelgoed werd opgeborgen, en vatte het niet persoonlijk op. Ik zou haar ook vragen of er speelgoed of een boek uit haar thuisland in huis is. Het is belangrijk dat de thuistaal en cultuur van ouders niet worden uitgewist.”

Paul Leseman is hoogleraar pedagogie in diverse samenlevingen aan de Universiteit Utrecht Stijn Sieckelinck is onderwijsfilosoof en docent jeugdwerk aan de Hogeschool van Amsterdam.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *