[ad_1]
Aan de rand van het dorp krijgt Stiens een zonnepark van vier hectare. Op landbouwgrond. Want ja, dat kan nog steeds. En het is ook nodig als het dorp energieneutraal wil worden.
Vier herten springen uit het hoge gras. Met hoge sprongen rennen ze door de wei. Harm de Kroon kijkt naar hen. Een glimlach op zijn gezicht. “Mooi. En je moet het in een stuk hebben gedaan.”
Want waar de herten nog rustig in het bos zitten achter het terrein van hoveniersbedrijf Nijp aan de noordkant van Stiens, moet in de nabije toekomst een klein zonnepark worden aangelegd. Op vier hectare landbouwgrond komen vijfduizend panelen, volgens het plan van STEK, de energiecoöperatie Stienser waarvan De Kroon voorzitter is.
Wacht even, een nieuw zonnepark op landbouwgrond? Was dit niet een gewaagde stap in de kamerbrief van demissionair minister Hugo de Jonge van een paar weken geleden? “Als je niet van de media houdt”, zegt De Kroon. “En de publieke opinie is: op dit moment is wol in het land klaar. Maar dat is oké, maar dat is een beetje een probleem.”
Want er zit ruimte in de kamerbrief van De Jonge. Dit biedt ruimte voor kleinschalige samenwerkingsprojecten. Die ruimte is er ook als een park substantieel bijdraagt aan de duurzame ambities in een regio. En die twee voorwaarden gelden precies voor Stiens. “Wij raden het alleen maar aan en geloven het.”
Stiensers nemen ruimte in beslag
Eerst de kleinschaligheid. Het park, dat Wurgestroom gaat heten, is met vijfduizend panelen niet groot. Bovendien nemen de Stiensers ruimte in beslag. De panelen zouden ook op de helft van de vier hectare passen. Maar als de energiecoöperatie dat had gedaan, zou er geen ruimte zijn geweest voor wilde dieren. Door extra ruimte te nemen kan het park zo natuurinclusief mogelijk worden gemaakt. “De natuur moet syn gong kinne worden gedaan. Die balans waarderen wij enorm.”
Hoe het park precies vormgegeven gaat worden, moeten de Stiensers nog bespreken. “Wij gaan het zelf doen. We moeten het gek gevonden hebben. En het helpt ook dat de groene fan Nijp is, hij is zo wit als een tuinman en weet hoe hij hem goed moet planten.”
In ieder geval mag het park niet of nauwelijks zichtbaar zijn voor voorbijgangers. De locatie heeft daarin een aandeel. “Er is hier maar één ding en dat is oké.”
Zon op het dak is niet genoeg
Dan die duurzame ambities. Stiens wil in de nabije toekomst energieneutraal zijn, maar dat vergt veel werk. Het dorp verbruikt nu 8,2 gigawattuur elektriciteit per jaar, berekent De Kroon. Als iedereen overstapt op warmtepompen en elektrische auto’s is er 22,3 gigawattuur per jaar nodig. “En dan strekken we de wol uit tot een steek om energie te besparen.”
Het opwekken van al die energie is niet mogelijk met alleen zon op daken. Zelfs als Stiens alle daken van de huizen en bedrijven maximaal benut, is het dorp nog lang niet energieneutraal. “Dus dat is ons gewoon gelukt.”
En dan een dorpsmolen
Met alleen dit zonnepark is Stiens er nog niet. Er zal in ieder geval nog een park bij moeten komen en de energiecoöperatie denkt ook aan dorpsmolens. “Wij zijn anders dan wat kin lykas en Tsjom en Reduzum. Al zaten we daar wel met wat wol op vlooienbasis. Wij weten en begrijpen niet hoe dat komt.”
Hoe dan ook, de eerste stappen zijn gezet. En het dorp is enthousiast. De Kroon had hier aanvankelijk zorgen over. “Er bestaat geen twijfel over het scepticisme”, zegt hij. Toch verliet hij onlangs onder applaus het podium na een presentatie op de bijeenkomst van Lokaal Belang. “Minsken begrijpt ons ferhaal. Se ha wol fragen mar der is gjin wjerstân.” Ook de leden van de coöperatie waren het daar donderdag over eens.
Netbeheerder Liander werkt momenteel aan netversterking in de regio. Onderdeel daarvan is een nieuwe kabel van Hallum naar Stiens, die er in 2025 moet liggen. “Dat is maar goed ook, want dan zijn we saffier dat alles gaat beginnen.” Het park zal naar verwachting in 2026 operationeel zijn.
[ad_2]