Wat moet het Drents Museum met al die Duutsers? Zijn de goede Nederlandse kunstschilders op?

[ad_1]

Het Drents Museum lijkt geen genoeg te krijgen van kunstenaars uit Duitsland. Nu is er weer een tentoonstelling ingericht met werk van Tilo Baumgärtel. Waarom eigenlijk?

Wellicht herkenbaar: uw dierbare gaat op reis en u blijft achter. En dan komen de zorgen, door gebrek aan afleiding. Gaat het goed met hem, haar of dat? Gebeuren er geen ongelukken? Ben je vergeten? Dus? Wie zorgt voor gezelschap en ruimt de rommel op?

De vriendin van Tilo Baumgärtel (Dresden, 1972) maakte drie maanden een reis door de jungle. Goed voor haar. Maar hij was niet gerustgesteld en begon ‘s nachts te dromen. Toen hij weer wakker werd, zette hij die dromen om in een schilderij met de titel Baboem . Je bent een kunstenaar of niet.

Inleiding tot de kunst van Tilo Baumgärtel

Baboem is te zien op de verrassende tentoonstelling in het Drents Museum in Assen Das selbe Wasser , een brede introductie in de kunst van Baumgärtel. Zijn schilderijen, tekeningen, 3D-werken en video’s tonen een fantasierijke wereld die zowel herkenbaar als mysterieus is. Realistisch en avontuurlijk, soms nostalgisch, maar ook sprookjesachtig.

Op Baboem we zien een jungle zoals we die liever niet zien. De bomen zijn gekapt. De daders zijn verdwenen. Hun auto’s stranden in het water of komen op een slecht, hobbelig pad terecht: baboom-baboom-baboom. En toch gaat het leven door. In ieder geval die van de apen en de lianen.

Maar wacht even, wat is dat vreemde wezen? Aan de armen te zien is het een aap, maar dan gekleed in een kostuum van bladeren en met een emoticon als masker. Vreemd. Maar ook geruststellend. Blijkbaar hoeven we deze angstdroom niet zo serieus te nemen.

Het museum heeft Baboem gekocht. Je vraagt ​​je af waarom. Het is prachtig geschilderd, nietwaar? Maar is het werk van de goede Nederlandse schilders op? Wat moet een Drents Museum eigenlijk met hedendaagse Duitse kunst?

22 schilderijen van puur Duitse kunstenaars

Het antwoord wordt elders in het museum gegeven via een presentatie met 22 schilderijen van puur Duitse kunstenaars, allemaal de afgelopen jaren aangekocht. Een begeleidende videofilm vertelt over wat de Leipziger Schule wordt genoemd: schilders die een opleiding volgden aan de Hochschule für Grafik und Buchkunst (HGB) in de Oost-Duitse stad.

“Wat er bij het HGB gebeurde en nog steeds gebeurt, is vergelijkbaar met wat lange tijd aan de Academie Minerva in Groningen gebeurde en heet eigentijds realisme”, legt museumdirecteur Harry Tupan uit in de film.

“Kunstenaars als Werner Tübke, Arno Rink en Neo Rauch leerden werken vanuit klassieke technieken en gingen hun eigen weg. Vervolgens brachten ze hun kennis over naar wat de Neue Leipziger Schule wordt genoemd: David Schnell, Rosa Loy, Matthias Weischer.”

Geen radicale breuk met het verleden

Hun kunst vertoont geen radicale breuk met het verleden, zoals in de meeste opleidingen is gebeurd door het omarmen van abstractie en het conceptuele, maar sluit meer aan bij de schilderstraditie van vóór de Tweede Wereldoorlog. Niet de revolutie staat voorop, maar de verdere ontwikkeling – een belangrijk nuanceverschil.

Het Drents Museum is gespecialiseerd in hedendaags realisme, vooral omdat het werd – en soms wordt – gemaakt door kunstenaars met een connectie met de Academie Minerva in Groningen: Matthijs Röling, Henk Helmantel, Wout Muller en hun studenten en navolgers. Door te laten zien dat deze noorderlingen deel uitmaken van een groter en internationaler geheel, net zoals Ploegkunst vóór 1940, wordt hun belang steeds sterker.

Door schilderijen van Leipziger Schule te tonen, zoals die van Baumgärtel, toont het museum in Assen werken die gerelateerd zijn aan de kunst in Noord-Nederland. Dit is niet alleen relevant in de kunstgeschiedenis, maar heeft ook een economische impact. De kunstenaars uit Leipzig en Groningen versterken elkaar en wekken zo interesse voor wat er in Oost-Duitsland en Noord-Nederland gebeurt.

Het kleine, fijne en soms zelfs elitaire

Tot op heden heeft de Drentse liefde voor Leipzig (nog) geen massa cultuurtoeristen aangetrokken, afgezien van de tentoonstellingen over archeologie uit Azië, Frida Kahlo en momenteel Vincent van Gogh. Volgens directeur Tupan is dat niet per se het doel, al kan dat veranderen bij een toekomstige grote tentoonstelling waarin ‘Groningen’ en ‘Leipzig’ elkaar ontmoeten.

Het Drents Museum wil ook het kleine, het fijne, het afwijkende en soms zelfs elitaire laten zien, zegt Tupan desgevraagd. “Als je dat niet doet, word je een kunsthal. Als museum zijn wij ook verplicht om kunst te tonen die niet direct een groot publiek aanspreekt. Je moet. Om het belang van het museum te onderstrepen en serieus genomen te worden in de kunstgeschiedenis.”

Das selbe Wasser

De tentoonstelling ‘Das selbe Wasser’ van Tilo Baumgärtel is, samen met een presentatie van 22 ‘Leipzig-aanwinsten’, tot en met 3 maart te zien in het Drents Museum in Assen.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *