[ad_1]
Wat is geestelijke gezondheid? Is verdrietig en depressief hetzelfde? Is een psycholoog altijd nodig? HAVO 4 aan de Ubbo Emmius-Stationslaan in Stadskanaal krijgt voor het eerst les over geestelijk welzijn. “Op zichzelf vind ik het nuttig”, zeggen studenten.
Zeven tot acht mensen per klas voelen zich depressief of verdrietig, zegt Dorine van den Tweel van jeugd-ggz-instelling Accare, die maandagochtend de klas geeft. Ze begint met een online kennisquiz. Stelling 1: verdriet is hetzelfde als depressie. Niet waar, studenten antwoorden op hun telefoon. Dat is juist. “Iedereen heeft wel eens een dag waarop hij zich minder goed voelt. Dat hoort erbij.”
De les over mentaal welzijn is onderdeel van de zogenaamde STORM-aanpak ( Sterke tieners en veerkrachtige geesten ), dat dit schooljaar van start ging in de provincie Groningen. Het doel is om jongeren met depressieve of suïcidale gedachten zo vroeg mogelijk te herkennen en te helpen. Van den Tweel geeft vanochtend tweemaal de les van ongeveer veertig minuten (één lesuur) aan twee havo 4-klassen van elk ongeveer twintig leerlingen.
De volgende vraag. Wat kun je van buitenaf zien bij iemand met een depressie? Terugtrekken, ruzie maken, huilen, geen contact hebben. Daar klikken de leerlingen op. Bijna niemand kiest voor het antwoord ‘gaat elke dag naar school en praat met klasgenoten’. “Maar dat is ook een goed antwoord”, zegt Van den Tweel. “Depressie zie je niet aan de buitenkant, maar zit aan de binnenkant.”
Praten is goed
Depressie is gemakkelijk te behandelen, vervolgt ze. “Maar het is een hindernis die overwonnen moet worden. Daarom zijn we hier: praat met iemand over hoe je je voelt. Dan hoef je misschien uiteindelijk niet naar zoiets als Accare. Als je wacht met praten, wordt het gat alleen maar dieper.”
Van den Tweel vraagt wat het voordeel is van een gesprek met een psycholoog. Na een pauze antwoordt een meisje: “Praten is goed en een psycholoog stelt vragen waar je nog niet over had nagedacht, dus dan ga je anders over dingen nadenken.”
Van den Tweel deelt vervolgens een werkblad uit met twee korte voorbeeldverhalen van leerlingen. Signalen van somberheid en depressie onderstrepen en tips geven, is de opdracht.
“Hij speelt al heel lang spelletjes. Daarom slaapt hij niet veel”, leest een meisje voor van het werkblad. Wat kan hij doen? ‘Praat met de ouders’, antwoordt ze. Nee, zegt een ander meisje met enige verontwaardiging. ‘Hij zou niet met zijn ouders moeten praten, toch? Het is beter om dat met school of met je vrienden te doen.” Doe wat voor jou het beste voelt, besluit Van den Tweel.
Ze sluit. “Van één ding word je niet verdrietig of depressief, er zijn vaak meerdere verschijningsvormen. En een signaal kan een depressie zijn, maar dat hoeft niet”, legt ze uit over de opdracht. Op de achterkant van het werkblad staat hoe u hulp kunt zoeken. Ook laat ze een PowerPoint-dia zien met alle docenten en begeleiders op school met wie de leerlingen contact kunnen opnemen. “En wist je dat hulp voor jongeren tot 18 jaar gratis is vanuit de zorgverzekering?”
‘Erg nuttig’
Het was de eerste keer dat leerlingen les kregen over geestelijke gezondheid. “Op zich is het nuttig, maar het meeste wist ik wel”, reageert Gijs (15) na afloop. “Ik denk dat veel mensen weten waar ze heen moeten”, zegt Valentijn (16). Gijs: “Ik ken nu wat duidelijker het verschil tussen somber en depressief. En ik wist niet dat iemand die opgewekt doet, ook depressief kan zijn.”
Het meeste hiervan was al bekend bij Floor (15) en Yamillah (14), maar toch vinden zij deze les nuttig. “Ik vind het goed dat er aandacht aan wordt besteed”, zegt Yamillah. Floor vult aan: “Aan het begin van het jaar zeggen ze wel ‘je kunt daar en daar heen’, maar daar letten de docenten niet zo op.”
Floor en Yamillah hebben allebei via hun huisarts met een psycholoog of iemand anders gesproken, zeggen ze. “Dan krijg je advies over wat je kunt doen en hoe je het kunt aanpakken, dan helpt het”, zegt Floor. Yamillah knikt.
“Ik denk dat veel mensen een boost kunnen krijgen uit deze les”, besluit Yamillah.
Leraren hebben er moeite mee
Toen supportcoördinator van Ubbo Emmius Marga Bloupot hoorde van de STORM-aanpak, heeft zij zich direct aangemeld. “We merkten dat studenten heel slecht leerden en gaven aan dat ze zich niet lekker voelden. Ik heb veel verzuimgesprekken gevoerd waarin studenten vaak zeiden: ‘Ik kom niet uit bed, ik ben zo moe’. Toen ik verder vroeg, waren het depressieve klachten.”
Volgens Bloupot was er “zo’n hoge berg studenten” dat er iets moest gebeuren. Het taboe op het praten over geestelijk welzijn moet doorbroken worden en de hele school moet weten hoe je zulke gesprekken moet voeren, vindt ze. “Ook docenten hebben er vaak moeite mee. In sommige klassen waren er zoveel signalen dat ze zeiden: ‘Ik heb geen idee wat ik ermee moet doen.’”
“We zagen veel studenten die vaak aan de dood dachten en zichzelf ook sneden”, zegt Bloupot. “Ik merkte op school dat mensen aarzelden om erover te praten. Want als je erover praat, is de kans groter dat ze het ook zullen doen, was de gedachte. Maar dat is niet waar.”
Dit wordt bevestigd door GGD-jeugdverpleegkundigen Ina Nap en Anita Lamberts. Ze bezoeken scholen voor een algemene gezondheidsscreening. Nare gebeurtenissen, pesten, alcohol en drugs, faalangst en piekeren, slecht eten, slecht slapen, gamen, sociale media en zelfmoordgedachten komen regelmatig voor. “Als je zelfmoordgedachten hebt, moet je heel direct zijn en een duidelijk beeld krijgen van hoe ver een leerling is gegaan. Je moet er niet omheen praten”, zegt Nap.
“Hoe ga je het doen? Heb jij al een plan? Heb jij al een poging gedaan? Heeft u al een overdosis medicijnen besteld, heeft u deze al in huis? Voor die persoon is het vaak een opluchting dat hij het eindelijk aan iemand kan vertellen.”
Wat is STORM?
De STORM-aanpak komt uit Oost-Brabant, waar het programma al tien jaar loopt: het laat zien dat het werkt, zegt projectleider Linda Adema van STORM Groningen. “Je voert niet zomaar een programma uit, maar je versterkt de omgeving van de leerling door leraren op te leiden en ook ouders erbij te betrekken.”
Met de STORM-aanpak beginnen alle leerlingen in de tweede en vierde klas van het voortgezet onderwijs en het eerste jaar van het middelbaar beroepsonderwijs met een les over geestelijke gezondheid. Ouders ontvangen hierover een brief. De bedoeling is dat leerlingen zich bewust worden van (het verschil tussen) verdriet en depressie en dat het goed is om met anderen te praten over je eigen verdrietige, depressieve of suïcidale gedachten. De lessen worden gegeven door de jeugd-GGZ.
Daarna volgt een gezondheidsonderzoek door de GGD. Dit bestond al buiten het STORM-project en gaat naast somberheid en depressie ook over bijvoorbeeld middelengebruik, slapen, eten, sporten en sociale contacten.
Als leerlingen van STORM-scholen volgens de GGD-jeugdverpleegkundigen tijdens de screening ‘opvallen’ met hun sombere of depressieve gedachten, kunnen zij meedoen aan de training Op Volle Kracht. Deze is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie, waarbij studenten leren hoe ze negatieve gedachten kunnen omzetten in nuttige gedachten.
De training wordt op school gegeven door iemand van de GGZ samen met iemand van school.
Bovendien worden docenten en ander personeel getraind als ‘poortwachters’: zij leren signalen van depressie en suïcidaliteit herkennen en gaan vervolgens het gesprek aan.
Meer informatie vindt u op stormpak.nl
Meer STORM-scholen in het hele Noorden
De STORM-aanpak wordt dit schooljaar voor het eerst toegepast in Groningen op de middelbare scholen De Lindenborg in Leek, Ubbo Emmius-Stationslaan in Stadskanaal en Praedinius Gymnasium in Groningen. Deelnemende MBO’s zijn het Alfa College Sport & Bewegen en Noorderpoort locaties Winschoten en Verlengde Visserstraat in Groningen.
Het is de bedoeling om komend schooljaar het aantal deelnemende scholen in de provincie uit te breiden. Scholen in Drenthe en Fryslân willen de aanpak volgend jaar ook invoeren.
De nood in Groningen is groot
STORM is een van de projecten van Mentaal Gezond Groningen in Groningen. Dat platform bestaat inmiddels een jaar en wordt gefinancierd door het Nationaal Programma Groningen (NPG). Het doel is om om het aantal psychische stoornissen terug te dringen en de instroom van geestelijke gezondheidszorg te vertragen.
Frederike Jörg van Mentaal Gezond Groningen ziet door heel Nederland steeds meer jongeren met angstgevoelens, depressies en zelfmoordgedachten. Tijdens de coronaperiode nam dit verder toe.
Maar in de provincie Groningen is het nog ernstiger, zegt Jörg. “Als kinderen opgroeien bij ouders met psychische problemen, of in armoede en schulden, of in gezinnen waar de ouders veel stress hebben, kan dit bijdragen aan depressieve gevoelens. Deze situaties komen in Groningen vaker voor dan in de rest van Nederland.”
Aardbevingen spelen ook een rol. Naast de angst voor instortingsgevaar kunnen ouders ook stress ervaren door de schadeafhandeling. „ Dan is er weinig ruimte meer voor normale familiezaken: stress is heel doorslaggevend”, zegt Jörg.
Naast lastige thuissituaties kunnen ook psychische problemen ontstaan door de hoge prestatiedruk op scholen en door het veel piekeren over de crises in de wereld. “Het moeten zoeken naar hoge verwachtingen en succes en falen in jezelf is iets van de afgelopen tien jaar.”
De toegenomen psychische problemen zijn lastig te verklaren, zegt Jörg. “Sommige mensen zeggen: we kunnen het lijden niet langer tolereren. Anderen zeggen: de samenleving is complexer geworden, de verschillen tussen arm en rijk zijn groter geworden.” Maar ook: “In het verleden hebben we ook problemen gehad, maar daar waren we simpelweg minder open over. Misschien is het dus positief dat het normaler is geworden om erover te praten.”
[ad_2]