[ad_1]
Felicia bedroog haar man. Het leidde tot een nieuw begin. “Ik zou het niemand aanraden, maar door mijn fout hebben Joost en ik elkaar beter leren kennen dan ooit tevoren.”
“Ik ben nog nooit ongelukkig geweest. Heel ontspannen. We waren in slaap gevallen en zijn achteraf misschien nooit helemaal wakker geweest. Natuurlijk waren we ooit smoorverliefd, maar ik denk niet dat we elkaar toen echt hebben gezien. Het ging snel veranderd in ‘liefdevol’, al zie ik nu dat we ons gewoon neerlegden bij de manier waarop het was. Alsof liefde een natuurwet volgt, waarin je van verliefd naar vertrouwd en verstandig gaat. We zagen het bij onze ouders en de koppels om ons heen. Dit is trouwen en zolang je geen voortdurende ruzie hebt, blijf je bij elkaar.
Ik werd verliefd. Gewoon zo. Nou ja, dat dacht ik destijds. Nu begrijp ik natuurlijk waarom ik ontvankelijk was voor de avances van deze man. Wat was het heerlijk om met iemand te praten die geïnteresseerd was. Iemand complimenteerde mij. Iemand die mij sexy vond. Iemand die wilde luisteren naar mijn zielsbewegingen.
Zo stom om in die val te trappen
Ik ga niet te veel over hem zeggen. Het is pijnlijk. Voor hem omdat ik hem eindelijk aan de kant heb gezet en voor mezelf omdat ik me schaam. Het klinkt zo stom om in die val te trappen. Ik dacht altijd dat je het kon voorkomen. U moet problemen in uw huwelijk tijdig bespreken en vreemdgaan is harteloos. Maar ik zag geen problemen in mijn huwelijk en het was mijn hart dat zo van zich liet horen dat ik er niet omheen kon.
Het duurde niet lang. Ik kon niet leven met het schuldgevoel en besefte dat ik het aan Joost moest vertellen. Dat was het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Alleen al het idee dat ik Joost zoveel pijn zou bezorgen, vervulde mij met spijt en verdriet. De angst om hem hierdoor te verliezen was enorm. Tegelijkertijd dacht ik dat dit was wat ik verdiende. Joost ging kapot. Ik zal zijn gezicht nooit vergeten. Het ongeloof, het verdriet. Het was nog erger dan ik vreesde.
Tegelijkertijd werd het glashelder hoeveel ik van hem hou. Het is nooit leuk om iemand pijn te doen, maar als je eenmaal iemand van wie je houdt pijn doet, steekt het harder dan je kunt verdragen. Joost huilde, ik huilde. Verder hebben we die avond niet veel meer gezegd.
Hij vroeg vooral wat ik gemist had
Pas de volgende dag kon hij vragen stellen. Slechts een paar gingen over de andere persoon. Natuurlijk wilde hij weten wie het was en wat er gebeurd was, maar tot mijn verbazing vroeg hij vooral wat ik gemist had en waar ik naar op zoek was. Dat vond ik heel erg en bijzonder tegelijk. Het was erg dat hij zichzelf de schuld gaf toen ik hier de klootzak was. Maar ik vond het bijzonder dat hij het niet geheel buiten zichzelf en onze relatie plaatste. Er moest volgens hem een goede reden zijn waarom zijn vrouw niet helemaal gelukkig was.
Op de derde dag durfde ik hem te vragen of hij wilde scheiden. Opnieuw tranen. Hij wilde mij net zo min kwijt als ik hem. Maar hoe moeten we verder? Kunnen we dit negeren? Zou hij mij ooit nog kunnen vertrouwen? Zou ik dat zelf nog kunnen doen? En hoe kon ik ooit goedmaken wat ik had gedaan?
We gingen naar relatietherapie. Ik wou dat we die stap veel eerder hadden gezet. Dat maakte veel duidelijk. Ik was niet de enige die iets miste, hij ook. Na al die jaren samen wisten we nauwelijks wie we waren en wat we nodig hadden. Ik ontdekte het via de ander, Joost ging naar een psycholoog.
Het waren stormachtige tijden. We worstelden met onszelf en met elkaar. Er was woede, verdriet, schuldgevoel, spijt, onzekerheid, jaloezie en angst. Maar daaronder zat het diepe verlangen om samen verder te gaan. We zijn nooit opgehouden van elkaar te houden.
Joost en ik zijn er doorheen gekomen en onze relatie is sterker dan we voor mogelijk hielden. We praten. Wij weten wat we nodig hebben en durven dat te vragen. Ik denk dat we nu allebei op ons best zijn. Eindelijk moeten we bieden wat de ander verdient.”
[ad_2]