[ad_1]
Kunstenaars zoeken nog steeds naar de grenzen van wat circus kan zijn, naar combinaties met andere kunstvormen. Dat experiment is leerzaam, maar soms blijkt dat circus niet die kant op moet gaan. Als een productie het spektakel en de verwondering verliest die inherent is aan het circus, verliest zij ook haar aantrekkingskracht voor een breder publiek, zegt Cahit Metin, een van de organisatoren van het circustheaterfestival. Dit is geen circusdie dit weekend voor de derde keer in Amsterdam te zien was.
Het is een treffende opmerking voor iemand die een festival heeft opgezet waar de zoektocht naar het ‘nieuwe circus’ centraal staat: moet ‘aantrekkelijkheid voor een breder publiek’ de leidende factor zijn voor een kunstvorm? En staat de gehechtheid aan de traditionele kenmerken van circus echte innovatie niet in de weg?
Clownen
Deze vragen zijn relevant op de openingsavond van het festival. In zijn toespraak ‘State Of The Circus’ zoekt circusartiest Hendrik van Maele zowel qua vorm als inhoud het midden tussen innovatie en traditie: door de absurditeit van het clownerie slim in te zetten onderstreept hij zijn pleidooi voor vervreemding in het circus. In de tekst daagt hij de circusgemeenschap uit om de roots van het genre niet uit het oog te verliezen, maar ook regelmatig ‘in de spiegel te kijken’ om niet stil te staan.
Dat evenwicht blijkt lastig te vinden op het festival. In de openingsvoorstelling Concreet van het jonge collectief Knot On Hands zien we drie lichamen die voortdurend met elkaar nieuwe vormen aangaan. De voorstelling is opgedeeld in drie hoofdstukken: eerst rollen de performers over elkaar heen, daarna draaien ze in cirkels om elkaar heen en tenslotte tillen ze elkaar op om tegen de muur te lopen.
Dit levert zeker prachtige beelden op, die op indrukwekkende wijze met elkaar verbonden zijn. Blijft tegelijkertijd Concreet in een reeks trucjes, waardoor zowel structuur als tempo in een mum van tijd voorspelbaar zijn. De makers blijven daardoor te veel hangen in de circuslogica en benutten de potentie van het theater niet. Ze hebben zich niet genoeg afgevraagd wat ze met hun werk willen communiceren, naast hun eigen virtuositeit en vindingrijkheid.
![](https://images.nrc.nl/OUMLU7tMhEIoNqupFxPBklo4I5M=/1280x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data108779151-b4ea7d.jpg|https://images.nrc.nl/E0B_2gtmg0oW2FGGqlC6cRiWvW4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data108779151-b4ea7d.jpg|https://images.nrc.nl/_zkyxdW2lvl2KMKFfat1kLzzcLw=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data108779151-b4ea7d.jpg)
Ontwapenende cabaretier
Het tweede optreden van de avond kent het tegenovergestelde probleem. In zijn work-in-progress-presentatie Op blote voeten Maker en performer Harvey Cobb probeert circus te combineren met stand-up comedy. Het is een geestig uitgangspunt dat nog niet volledig tot wasdom is gekomen. Cobb is een ontwapenende cabaretier, die op zijn best is als hij interactie heeft met het publiek, of als hij zijn ukelele oppakt om duistere komische liedjes te zingen over liefde, seks en eenzaamheid.
Maar het circuselement is nog steeds erg mager. Cobb maakt vooral gebruik van clownacts: een terugkerende grap waarbij hij op maat van de muziek een scheet in een microfoon laat, een opzettelijk mislukte jongleeract. Het staat echter nog steeds te los van de rest van de voorstelling; de komedie en de clownerie communiceren niet met elkaar. Zo blijft het overeind Dit is geen circus voorlopig zoeken we naar een hybride vorm die op eigen benen kan staan.
[ad_2]