Verdachten (23 en 17 jaar) van mislukte overval op videotheek van Bert ‘Bandje’ in Sneek ontkennen betrokkenheid

[ad_1]

De twee verdachten die donderdag voor de rechter moesten verschijnen voor een mislukte overval op videotheek Sneker op 21 februari, hielden hun onschuld vol.

Alleen de eigenaar, de 76-jarige Bert Holtrop, bijgenaamd ‘Bert Bandje’, was aanwezig in de zaak aan de Nauwe Noorderhorne toen de overvallers kort na acht uur die avond binnenstormden. Ze duwden een monitor van de toonbank en probeerden de kassalade te pakken, maar dat mislukte.

Beiden droegen bivakmutsen, vertelde de ondernemer een dag na de overval aan de krant Leeuwarder Courant . Er wordt gezegd dat iemand een lang voorwerp in zijn hand had. De ondernemer slaagde er al snel in om de twee, zwaaiend met een opklapbare kruk, aan het werk te krijgen.

Videobeelden gedeeld

De verdachten, een 23-jarige man uit Sneek en een 17-jarige jongen uit de gemeente Súdwest-Fryslân, zijn woensdag 22 mei aangehouden. De politie had via verschillende media videobeelden van de overval gedeeld.

Vervolgens kwamen er meerdere tips binnen van mensen die dachten de verdachten te herkennen. De toenmalige vriendin van een van de verdachten sms’te hem een ​​huilend icoontje met de tekst: ‘Iedereen zal je herkennen’.

Een lichte verstandelijke beperking

De oudste verdachte, die al een half jaar vastzit en een licht verstandelijke beperking heeft, verbleef destijds bij het Leger des Heils in Sneek. In de fietsenstalling trof de politie de oorspronkelijk zilverkleurige fiets aan die ook op de camerabeelden zichtbaar was, maar die inmiddels door de verdachte zwart was gespoten.

Bij eerdere verhoren had hij steeds een beroep gedaan op zijn zwijgrecht, maar tijdens de zitting verklaarde hij die avond thuis te zijn. “We waren met meerdere mensen aan het chillen. Ze liepen in en uit.” Namen noemde hij niet. Ook zou de medeverdachte de hele avond bij hem hebben doorgebracht.

Twee mannen met bivakmutsen

Twee getuigen – moeder en dochter – hadden twee mannen met bivakmutsen op een zilverkleurige fiets gezien. Zij verklaarden dat één van de heren een mes bij zich had. De oudste verdachte merkte op dat het inderdaad zijn fiets was, maar dat hij deze aan iemand anders had uitgeleend.

Opnieuw noemde hij geen namen. “Heb je er al met die persoon over gesproken?”, wilde rechter Adriëtte de Jong weten. “Zoals: wat doe je me aan?”

‘Ik kon niets doen omdat ik vast zat’

“Ik kon niets doen omdat ik vastzat”, antwoordde de verdachte. “Niet in maart en april”, wierp de rechter tegen. “Heb je er een bedankje voor gekregen?” De verdachte zweeg weer: “Geen commentaar.”

Na de mislukte overval had hij ook geprobeerd de fiets bij zijn moeder in Leeuwarden achter te laten – “omdat die kapot was” – maar dat lukte niet. Bij de aanhouding trof de politie een kapmes aan onder het matras van de jongste verdachte. De politie trof de doos aan waarin het mes bij de oudste verdachte had gezeten.

Beelden van extreem geweld

Volgens de Sneker-verdachte is het wapen pas eind april aangeschaft. Ook ontdekte de politie dat de heren beelden deelden van extreem geweld, zoals onthoofdingen, en dat Sneker in maart en april 32 keer op zijn mobiele telefoon had gezocht naar berichten over de overval.

Hij kwam niet meer naar de videotheek, ook al kwam hij daar regelmatig. Wel gaf hij op 3 mei een tweede overtreding toe, het bezit van een valmes. Openbaar aanklager Amrah Hertogs stelde onder meer dat de verklaringen die deze verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd – over de leenfiets en de kille avond – niet konden worden waargemaakt. op welke manier dan ook getest.

‘Geen hard bewijs’

Zij vond dat het strafdossier voldoende bewijsmateriaal bevatte en eiste tegen Sneker een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan zes voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het verhoor met de tweede verdachte vond donderdag achter gesloten deuren plaats omdat hij minderjarig is. In zijn geval eiste de officier een taakstraf van 140 uur, 33 dagen onvoorwaardelijke jeugddetentie – conform de voorlopige hechtenis – en nog eens 180 dagen proeftijd.

Advocaat Marijn Landsman pleitte voor vrijspraak voor beide verdachten omdat er volgens hem geen hard bewijs was. Dat zij beiden de namen van andere betrokkenen niet wilden noemen, was volgens de advocaat begrijpelijk, ook omdat hun kennissen vaker met de politie te maken hadden gehad. “In die kringen wordt niet over elkaar gesproken of, zoals ze zelf zeggen verklikt betoogde de advocaat.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *