De Mediameiden nemen de Nederlandse mediawereld op de hak

[ad_1]

Hun podcast trekt elke week ruim 35.000 luisteraars, er was een uitverkochte voorstelling in het Amsterdamse theater DeLaMar én er is een boek: ‘Bijna niets gebeurt toevallig’. Nog even en de Mediameiden Fanny van de Reijt en Tamar Bot kunnen zichzelf ‘grote spelers’ noemen, de term die ze zelf met een knipoog gebruiken voor beroemdheden.

‘H avercappu , kaascroissant, iPhone, socials, ochtendkrant. Make-up, sprinter, Hillywood . Ideetje pitchen zit wel goooeeed.’ Zo klinkt elke week het startschot van de populaire podcast van Tamar Bot (28) en Fanny van de Reijt (37), waarin ze de Nederlandse ‘showbizzwereld’ op de hak nemen.

Denk aan terugkerende rubrieken als Steeds meer BN’ers worden 50 , waarin op droogkomische wijze wordt doorgenomen wie er recentelijk 50 is geworden of dat binnenkort wordt. Een rubriek waarin BN’ers worden gevisualiseerd; zo roept Bridget Maasland bijvoorbeeld de associatie op met een Milnerkaas. Ook signaleren ze opvallende trends in BN’erland. Zo ontdekten ze onlangs dat steeds meer BN’ers last van hun stoelgang hebben en dat ze in de herfstvakantie massaal het bos bezochten („een trek die vaker wordt gesignaleerd in de herfst”).

Met hun podcast wonnen Bot en Van de Reijt vorig jaar de Dutch Podcast Award. Het is een ‘babbelpodcast’ zoals er meer zijn, maar die van Bot en Van de Reijt onderscheidt zich door de mate waarin zij op elkaar ingespeeld zijn. Vol ironie nemen ze de mediaweek door, doorspekt met woorden die met een knipoog worden gebruikt, zoals meis , leveren en showbizz .

We spreken af in café-restaurant Amsterdam, een van de favoriete etablissementen van Bot en Van de Reijt. De twee leerden elkaar kennen in de sprinter naar Hillywood (Hilversum) en vonden elkaar vervolgens écht op de redactie van talkshow M doordat ze het hele mediacircus bekeken met eenzelfde soort blik.

De ironie van de mediawereld

Beiden zien ze de ironie van de mediawereld in en nemen ze wat er gebeurt niet altijd even serieus. ,,We moesten vrij snel om dezelfde dingen lachen bij een redactievergadering of als er weer eens iets hysterisch aan de hand was met een enorme taart die naar binnen werd gebracht”, zegt Van de Reijt. ,,Ik denk dat wij beiden wel van beschouwen houden en elkaar vonden in een blik. Dat heb je ook wel nodig. Anders gaat het te veel onder je huid zitten.”

,,Ik weet nog goed dat we voor het eerst samen een item moesten voorbereiden”, vult Bot aan. ,,Dat ging over een Amerikaanse documentaire over een drieling, die bij geboorte was gescheiden en elkaar op latere leeftijd had teruggevonden. We hadden al weken overlegd: moeten we als programma hierin meegaan? Moeten we er een item over maken? We wisten dat er één Nederlandse tweeling was die ook zo’n soort verhaal had. Twee mannen van rond de 50 uit Noord-Groningen. Het ging de hele tijd van: we laten het gaan, we doen het niet. En toen om 12 uur ’s middags hadden we ineens een gat en was het: we willen tóch die tweeling uit Groningen. Dat moesten wij samen oppakken. We hadden tot vijf uur om die documentaire te kijken, de tweeling te vinden en over te halen om te komen, de ouders te dwingen foto’s in te scannen van hun babytijd, vervoer voor ze regelen, outfits. Het was een enorme vuurdoop. Toen het maken van het item was gelukt, was dat wel een goede basis voor een vriendschap.”

Waar de podcast luchtig blijft, is het boek Bijna niets gebeurt toevallig serieuzer van toon. Zo gaat het over de sfeer op de redactie van De Wereld Draait Door , waar Van de Reijt heeft gewerkt, over kosteloos overwerken en teleurgesteld worden toegesproken als je dit bespreekbaar maakt, tijdelijke contracten, het afzeggen van gasten als ze al op de parkeerplaats van de tv-studio staan en het soms radeloos zoeken naar gasten bij een bepaald thema (,,hoi, heb jij toevallig iets met audioporno?’’). Het is herkenbaar voor iedereen die in de tv-wereld werkt. De vraag die je bekruipt bij lezing van het boek is: waarom zou je in godsnaam in de media willen werken?

Er staat ook veel tegenover de schaduwzijden van de media, vinden de Mediameiden. ,,Het is een heel diverse baan”, zegt Van de Reijt, over de aantrekkingskracht. ,,Als je ’s ochtends opstaat weet je nog niet wat je die dag gaat doen. Je bent elke dag bij het gesprek van de dag, dat is heel verslavend. Je krijgt daardoor veel adrenaline van het werk. Je werkt in een groot team, met leuke intelligente mensen. Het voelt af en toe alsof je weer op een middelbare school komt te zitten of met elkaar op kamp gaat. Daarnaast ontmoet je veel interessante mensen, die mooie dingen creëren. Bekende mensen zijn vaak ook wel heel interessant.”

Bot noemt de adrenaline die vrijkomt door het werk verslavend. ,,Als er iets groots gebeurt – bijvoorbeeld als er iemand overlijdt – en je probeert daarover met zijn allen een mooie uitzending te maken, is dat wel heel bijzonder als het lukt en om dat proces met elkaar te beleven. We hebben beiden ook veel hechte vriendschappen uit de tv-wereld, dat merk ik bij al mijn collega’s. Het is een baan waarbij je veel meemaakt met elkaar en daardoor ook snel naar elkaar toe groeit. Je wordt met elkaar in het diepe gegooid – soms zonder zwemvest – dus dan gaat het heel snel. En het is leuk dat je een beetje kunt knutselen. Het is een creatief beroep.”

Vrijwel alles is bedacht

Wat Van de Reijt en Bot aan het begin van hun carrière verbaasde, is dat alles op tv geconstrueerd is. ,,Daar komt de titel van ons boek ook vandaan: Bijna niets gebeurt toevallig ’’, zegt Van de Reijt. ,,Er is veel meer voorbereid dan ik van tevoren dacht. Vertelt een gast een anekdote over Willeke Alberti, dan hebben wij al een foto opgezocht en schakelen we op het juiste moment om die foto te laten zien. Daar was ik me als kijker nooit zo bewust van.”

Op een bepaalde manier vonden Bot en Van de Reijt die ontdekking wel teleurstellend. ,,Ik had op een gegeven moment Ria Bremer voorbereid, zij ging haar tatoeage laten zien op tv. Dat hadden we van tevoren bedacht, maar op tv moet het er spontaan uitzien. Ik heb haar van tevoren geadviseerd om een top aan te doen met een colbert. Je merkt dan wel dat het op een bepaalde manier een soort leugen is, wat je op tv ziet.”

,,Het is heel geconstrueerd”, vult Bot aan. ,,En de kunst van goede tv maken is het laten líjken alsof dat niet zo is. Dat Ria Bremer bij wijze van spreken bijna nog zegt: ‘Ik weet niet of het wel lukt, want ik weet niet of ik een goed topje aan heb’.”

Hilarisch fragment uit het boek, is de scène waarin Van de Reijt beschrijft dat ze met een kater op de redactie komt en nog geen goed onderwerp heeft voor de ochtendvergadering. Ze bladert door de Trouw (‘een krant waar nooit iets in staat’) en ziet op ‘geheime schatpagina 13’ dat het goed gaat met de bever. ‘Mijn hart begon sneller te kloppen. Dit was het’, beschrijft Van de Reijt, met gevoel voor drama.

Als ze moet pitchen, zegt ze: ‘Jongens, ik heb ontzettend groot nieuws. The beaver is back . Ja, het gaat dus ontzettend goed met de bever. Daar staan we misschien niet genoeg bij stil. Maar in de jaren 80 was hij bijna uitgestorven.’ Ze laat een stilte vallen: ‘Op sterven na dood.’ Het fragment gaat verder: ‘Zou het niet leuk zijn om de bever vanavond te vieren?’ Ik koos het woord dat altijd goed valt bij talkshows om zeven uur. ‘Om een ODE aan de bever te brengen. Paar schattige beverfilmpjes. Paar leuke boswachters. Opgezette bever op tafel en klaar ben je. Een ouderwetse smultafel.’

Uiteindelijk moet Bot met het item aan de slag en blijkt het allemaal net wat genuanceerder te liggen met die bever. Van de Reijt hierover: ,,Je moet natuurlijk strijden met andere redacteuren om je onderwerp te verkopen. Dan helpt het als je het soms nét ietsje groter maakt. In dit geval was het dus de opmars van de bever, waarbij ik had gezegd: the beaver is back . Vervolgens ga je kijken: is hij nou echt terug of waren ze er eigenlijk altijd nog en zijn ze vooral zichtbaarder? Soms blijkt dan dat je een onderwerp iets te groot hebt gemaakt.”

De Wereld Draait Door

Een van de serieuzere thema’s uit het boek gaat over het werken voor De Wereld Draait Door . Hoewel Van de Reijt zelf nooit publiekelijk werd vernederd zag ze dit wel bij andere collega’s gebeuren. ,,Het is vrij arbitrair wie er uitgepikt worden”, zegt Bot. ,,Het is niet zo dat alle goede redacteuren de dans ontspringen en de slechte de uitbranders krijgen.”

Van de Reijt, twijfelend: ,,Nee … nou … wat denk ik ook uitmaakte is of je meer met het nieuws van de dag bezig was of – zoals ik – met cultuuronderwerpen. In het eerste geval moet er toch het hardst gewerkt worden, snelle beslissingen worden gemaakt en vallen er ook de hardste klappen.”

Dat er juist over de mediawereld de afgelopen jaren zoveel artikelen naar buiten zijn gekomen over een onveilige werksfeer komt volgens de Mediameiden doordat de werkomstandigheden dit in de hand werken. ,,Veel mensen werken op tijdelijke contracten”, zegt Van de Reijt. ,,Dan is het best moeilijk om tegen je leidinggevende in opstand te komen of een open gesprek te voeren op het moment dat je ook weer door diezelfde mensen beoordeeld wordt over of je ook de komende drie maanden een contract krijgt. Daarbij is er sprake van een duidelijke hiërarchie, waarbij de presentator toch een soort koningstitel heeft en vrij beroemd is. Dat zorgt voor een andere verhouding.”

Bot: ,,Er wordt daarbij nooit geëvalueerd met je. Als een redacteur niet functioneert op een redactie, is het vaak: we laten hem of haar even een seizoen uitzitten en vragen diegene vervolgens niet meer terug. Omdat de seizoenen en contracten zo kort zijn, wordt er geen gesprek aangegaan om de werkwijze te verbeteren, zoals in een normale werkomgeving. En er is natuurlijk een hoge werkdruk: alles aan een show moet kloppen. Dat is wel een vruchtbare grond voor dit soort onveilige situaties.”

Toch zien ze een verschuiving plaatsvinden. ,,Ik denk wel dat veel mensen het willen veranderen in elk geval”, zegt Van de Reijt. ,,Ik merk zelf ook dat er nu netter met me wordt omgegaan. Dat als je bijvoorbeeld een lange dag maakt je anderhalve dag krijgt uitbetaald.”

,,Ja, en sinds die artikelen zijn verschenen wordt er überhaupt gesproken over hoe we in Hilversum met elkaar omgaan”, vult Bot aan. ,,Lange tijd was het een goed bewaard geheim. Ik hoorde al heel lang verhalen over DWDD en hoe het er daar achter de schermen aan toeging.” Van de Reijt: ,,Ja, dat was nooit een geheim voor andere tv-makers.”

Bot: ,,En ik merkte natuurlijk zelf ook dat ik heel vaak moest overwerken, dat ik ’s avonds veel afspraken afzegde, in het weekend aan het werk was. Daar werd nooit over gesproken, dat hoorde er gewoon bij. Dat is nu aan het veranderen. Er wordt nu meer gekeken naar: wat past er bij iemand? En hoe kom je het beste tot je recht op zo’n redactie? Maar het verandert allemaal wel langzaam. Het gebeurt niet van de een op de andere dag.”

Van de Reijt: „Maar ik denk wel dat doordat er inmiddels zoveel over gesproken is, zo’n cultuur zoals bij DWDD inmiddels niet meer zou kunnen bestaan.”

De hand in eigen boezem

Van de Reijt en Bot steken in het boek ook de hand in eigen boezem. Hoe vaak waren ze onderdeel van de kliek, waardoor andere redacteuren zich buitengesloten voelden? Hoe vaak hebben ze meegelachen? ,,We zijn ons er – sinds de krantenstukken – ook wel bewuster van geworden dat we soms een kliek vormden voor nieuwe redacteuren. In het boek zit daarvan ook een voorbeeld: de lekkerepoesgate . Soms gebruik je op een redactie voor de grap bepaalde woorden omdat je zo familiair met elkaar bent. Achteraf denk je dan: was dat wel zo handig?”

Bot: ,,We zijn alerter geworden op gebeurtenissen die voor andere mensen vervelend zijn. Hilversum is een jungle, het is survival of the fittest . Als redacteuren ben je ook elkaars concurrenten. Je bent erg bezig jezelf staande te houden en het seizoen goed af te maken, zodat je een volgende keer kunt terugkomen. Maar ik ben inmiddels wel alerter geworden op wat over iemands grenzen gaat. Ik denk ook dat de jongere generatie, de generatie onder mij nog, daarover ook opener is.”

Van de Reijt: ,,Die laten zich minder snel voor een karretje spannen. Zeggen gewoon: ‘Ik ben hier niet om koffie te zetten’. Zo mondig waren wij niet. We denken er nu bewuster over na, dat komt ook doordat we nu beiden niet bezig zijn met een dagelijkse talkshow.” Bot: „Je ziet vaak pas hoe kwalijk een bepaalde situatie is als je er meer afstand van hebt.”

Paspoorten

Naam Fanny van de Reijt

Geboren 31 december 1985 in Landsmeer

Woonplaats Amsterdam

Opleiding Nederlandse taal en letterkunde (bachelor aan de Universiteit van Amsterdam, master aan de universiteit Antwerpen)

Loopbaan columnist bij Het Parool en NRC.NEXT , redacteur bij Opium TV , DWDD , M , de Vooravond , Media Inside , Van Roosmalen & Groenteman , podcastmaker De Mediameiden

Naam Tamar Bot

Geboren 6 mei 1995 in Delft

Woonplaats Amsterdam

Opleiding Liberal art & sciences (richting kunstgeschiedenis)

Loopbaan redacteur bij de VPRO, M , Jinek , De Vooravond , Media Inside , podcastmaker De Mediameiden

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *