Er was verdriet op de telefoon van Joost Oomen | column

[ad_1]

en de diameter van zijn effectief

bereik ongeveer zeven meter.

En binnen werden vier mensen gedood en elf gewond.

En daaromheen in een grotere cirkel

van pijn en tijd zijn verspreid

twee ziekenhuizen en een begraafplaats.

Maar de jonge vrouw die…

werd begraven waar ze vandaan kwam,

ruim honderd kilometer verderop,

maakte de cirkel een stuk groter.

En de eenzame man die huilt om haar dood

in een afgelegen hoek van een ver land

omvat de hele wereld in de cirkel.

En dan heb ik het nog niet eens over het huilen van de weeskinderen

die reikt tot de zetel van God

en daarbuiten, en dat de cirkel

zonder grenzen en zonder God.

Yehuda Amichai

Er was verdriet op mijn telefoon. De nieuwsapp toonde een eindeloze stroom beelden van rennende mensen, mensen die aan hun haren werden getrokken, mensen die dood op de grond lagen. Ik hoorde een interview met een veertienjarige jongen die probeerde zijn goede gezicht te behouden omdat een beroemde voetballer naast hem stond om hem aan te moedigen in het evacuatiecentrum, maar die toch moest huilen omdat zijn beste vriend werd neergeschoten door een terrorist die ochtend. was vermoord. En ik was woedend op de klootzak die die brok in de keel van die jongen had gestoken.

Er was woede op de radio. Woede over welke vlag over welk gemeentehuis moet wapperen. Ik wilde de vlag ophangen van de kibboetsbewoner die installateur van CV-ketels was en in zijn vrije tijd landschapsschilderijen maakte van de woestijn, maar die nu doodgeschoten in het zand lag. Ik wilde de vlag ophangen van een dorstige tante, die geen slok water wil nemen zodat haar nichtje nog wat kan drinken, en die haar honger en haar angst probeert te verdrijven door naar de plaatjes in een kookboek te kijken en zich voor te stellen dat dat allemaal voor haar op tafel ligt. Maar niemand weet hoe de liefhebbende tantevlag eruit ziet, hoe de artistieke vlag van de ketelinstallateur eruit ziet. En ik wilde geen vlaggen meer, ik wilde een deken opsteken voor iedereen die zich gewoon wil verstoppen.

Er was oorlog op televisie. Er was een minister die iets over dieren zei. Er was. Er was geen stroom, geen medicijn, geen veilige plek. Zelfs niet voor degenen die nog nooit een wapen hebben vastgehouden, die niet eens kunnen lezen of schrijven. Maar ze zijn groot genoeg om bang te zijn.

Ik stond voor mijn boekenkast en las gedichten. Gedichten van de Israëlische Yehuda en gedichten van de Palestijnse Mahmûd, die allebei niet onberispelijk waren, maar aan beide kanten van de grens iets moois probeerden te creëren. Met een potlood, op een stuk papier. Niks meer.

Ik droom, ik sta op, ik zoek overal

op slaapterrassen tot trappen

van familie, vrienden.

Ik achtervolg de sterren

Ik boek langzaam vooruitgang.

Mijn hart is een sinaasappel,

in twee helften gesneden.

Mahmud Darwish

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *