[ad_1]
De veroordeling van Ad K. voor de moord op drugshandelaar Patrick van Dillenburg in januari 2002 blijft gehandhaafd. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag beoordeeld. K. heeft cassatie ingesteld omdat hij stelt dat de bekentenis, die via een undercoveragent is verkregen, niet als bewijs kan worden gebruikt. Vorig jaar werd hij veroordeeld tot zestien jaar gevangenisstraf.
Met de uitspraak volgt de Hoge Raad het advies dat de Advocaat-Generaal eerder dit jaar uitbracht. Het oordeelde dat het bewijs rechtmatig was verkregen en dat de cassatiezaak van Ad K. moest worden geseponeerd.
Ad K. en medeverdachte Fred T. worden verantwoordelijk gehouden voor de verdwijning en uiteindelijke moord op Van Dillenburg, wiens lichaam nooit is gevonden. De 38-jarige Van Dillenburg zou in 2002 zijn doodgeschoten in een bouwcontainer op een afgelegen Amsterdams bedrijventerrein. Ad K. bekende de moord en verdwijning in 2018 tegenover een undercoveragent die zich voordeed als crimineel. Die bekentenis vormde het belangrijkste bewijsmateriaal in wat later bekend werd als de ‘shredder case’.
De Hoge Raad stelt nu dat de undercoveragenten geen druk hebben uitgeoefend op K. en dat er geen sprake is geweest van “ongeautoriseerde begeleiding of inmenging”. Volgens de Raad heeft de verdachte destijds alle verklaringen alleen afgelegd.
Lees lijst
[ad_2]