[ad_1]
Vanwege de kritieke toestand van het aalbestand geldt het verbod zowel in zee als aan de kust en voor zowel beroepsvissers als recreatievissers. De vangst van tong wordt vóór 2024 verder beperkt, wat een tegenvaller is voor de Nederlandse vissers.
De afspraken maken deel uit van bredere afspraken over visserijquota in de Atlantische Oceaan en de Noordzee, die van belang zijn voor de Nederlandse vissers. Voor sommige vissoorten hebben de EU-ministers van Visserij ook overeenstemming bereikt voor 2025 en 2026. Voor de visserij in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee, waar de Nederlandse visserij niet actief is, moeten de gesprekken de komende jaren worden voortgezet.
Voorspellen en stabiliseren
Het vaststellen van quota over meerdere jaren is beter voor het voorspellen en stabiliseren van de visbestanden en voor het plannen van visserijbedrijven. Maar de visserijonderhandelingen zijn van oudsher complex en een meerjarenplanning kon niet voor alle vissoorten en alle wateren worden gerealiseerd.
De moeilijkheden ontstaan doordat de belangen van het milieu en de groeikansen van jonge vissen moeten worden afgewogen tegen de belangen van de vissers. Ook niet-EU-landen zoals Noorwegen nemen deel aan de onderhandelingen over de visbestanden. Sinds de Brexit zijn de gesprekken nog ingewikkelder geworden omdat Groot-Brittannië en de EU het ook in afzonderlijke gesprekken over de visserij eens moeten worden. Deze gesprekken met Groot-Brittannië zijn eerder deze week positief afgerond. Deze uitkomst is opgenomen in de afspraken van de EU-landen. Vooral Spaanse vissers zullen hun bedrijfsvoering moeten aanpassen. De vangst van wijting in de Golf van Biskaje wordt volgend jaar met 41 procent verminderd, en de vangst van schol in de wateren rond Spanje en Portugal met 20 procent.
Rond de tafel
Demissionair minister Piet Adema zei in Brussel dat hij snel met de Nederlandse visserijsector om de tafel wil zitten om te kijken naar de gevolgen van de besluiten. ‘Ik wil perspectief bieden aan de visserijsector. Zeker tongvissen. Dat hoort zo bij Nederland.’ Tegelijkertijd erkent hij dat wetenschappelijke observaties over de visbestanden serieus moeten worden genomen. ‘Als we nu gaan onderhandelen over de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek, is het risico zeer groot dat we volgend jaar op nul staan. Dat wil ik koste wat het kost vermijden.”
De Europese afspraken over vis worden nu uitgewerkt en treden op 1 januari in werking.
[ad_2]