[ad_1]
Bosnië profiteert in zekere zin van een gunstige stemming in de EU voor uitbreiding. Omdat Bosnië en Herzegovina niet dezelfde onvoorwaardelijke volgende stap richting de EU zal krijgen als Oekraïne, Moldavië en Georgië. Maar er bestaat bezorgdheid onder de EU-landen dat sommige landen op de Westelijke Balkan achterlopen in hun toenadering tot de EU vergeleken met landen in het zogenaamde Oostelijk Partnerschap, zoals Oekraïne, Moldavië en Georgië. De landen op de Westelijke Balkan lopen immers ook het gevaar door Rusland te worden gedestabiliseerd.
Vorige maand had de Europese Commissie een analyse gemaakt van tien landen met ambities om lid te worden van de EU. Voor vier adviseerde de commissie dat zij op basis van hervormingen een nieuwe stap richting de EU mochten zetten. Oekraïne en Moldavië zouden toetredingsonderhandelingen mogen starten, en Georgië zou de status van kandidaat-lidstaat krijgen. Wat de Europese Commissie betreft zou Bosnië en Herzegovina over toetreding kunnen gaan praten als het land aan aanvullende eisen zou voldoen. De EU-leiders in Brussel hebben goedgekeurd wat de commissie voor alle vier de landen heeft voorgesteld.
Twijfels
Vooral Hongarije en Oostenrijk vonden het belangrijk dat voormalige landen van het Oostenrijks-Hongaarse rijk, zoals Bosnië en Herzegovina, terugkeren naar de EU-vlag. Op de EU-top hadden ze op nog meer gehoopt voor Bosnië.
Nederland had eigenlijk twijfels over Bosnië en Herzegovina. Eerder deze week zei aftredend premier Mark Rutte in de Tweede Kamer dat hij ‘liever niet’ zou willen dat Bosnië dichter bij de EU komt. Maar hij zei ook dat hij als Nederland niet de enige zou zijn die zich hiertegen zou verzetten als andere landen voorstander zouden zijn.
[ad_2]
