De gevreesde vreemdeling lijkt heel wat, maar staat op slappe steeltjes I column Maaike Borst

[ad_1]

We zijn in gevecht met de Japanse duizendknoop. Een meedogenloze strijd waarbij elk jong blad dat zich ontvouwt, wordt opgespoord en afgesneden. Week na week na week.

Het exotische is de vijand. Het verdringt de oorspronkelijke Drentse vegetatie, heeft wortels die de fundering en riolering van ons nieuwe boshuisje kunnen beschadigen en vermenigvuldigt zich als een gek.

Als het bos je tuin is, dachten wij, dan hoef je er nooit iets aan te doen.

Sinds we de ware aard van het oprukkende verse groene struikgewas hebben ontdekt, zijn we bezig met een tegenoffensief. Het enige wapen dat het huis ter beschikking had, was een kinderschaar, en wonder boven wonder bleek dat voldoende te zijn. De gevreesde vreemdeling lijkt veel, maar staat op zwakke benen.

Met zakken vol kwade natuur reed ik vervolgens naar het afvalverwerkingsstation. Japanse duizendknoop mag niet bij het GFT-afval, omdat deze zich dan via de compost verspreidt, maar wat moet je ermee? De man in het oranje hesje wist het ook niet zo goed en ging met een collega overleggen.

Lachend kwamen ze weer bij elkaar. ‘Als je het ontwart,’ zei de man, ‘kun je het in de prullenbak gooien.’

Ik moest denken aan de tijd dat mijn vader groenafval aan het wegbrengen was in Midden-Groningen en de oranje hesjesman daar begon te mopperen dat iedereen van heinde en verre zijn snoeispullen bij hem neerzette omdat het gratis was.

“Ik woon gewoon in Slochteren”, stelde mijn vader hem gerust en de man keek hem argwanend aan. ‘Je komt niet van hier, dat hoor ik.’ Daar had hij gelijk in, wij zijn Noord-Hollanders, afstammelingen van bollentelers en melkveehouders, maar de afvalverwerker hoorde iets anders in de stem van mijn vader.

‘Je klinkt een beetje Italiaans.’

Je kunt het ook overdrijven. De ander is meestal niet zo verschillend. De Japanse duizendknoop past blijkbaar goed bij het Drentse bos: jong wat roodachtig, daarna voorjaarsgroen. Als je niets weet, zie je geen verschil met de rest.

Toch hebben we het mes alleen in de Japanners gestopt. De bramen, met hun lange scheuten vol doornen, laten we gewoon staan. Zelfs als ze blote kinderenkels genadeloos opentrekken: ze horen hier.

Het zal een kwestie van lange adem zijn. Ze zeggen dat je de strijd tegen de Japanse duizendknoop ongeveer drie jaar moet voortzetten. Snoei elke week alle nieuwe scheuten totdat de vijand uitgeput is.

We hebben een goed humeur, maar vrezen voor onze schaar.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *