Donorkinderen willen verplichte dna-test met zaaddonoren na nieuw schandaal in Leidse kliniek | Binnenland

[ad_1]

Als een donorkind via het rijksregister wordt gekoppeld aan een spermadonor die het zou hebben verwekt, moet er altijd een DNA-onderzoek worden gedaan. Stichting Donorkind pleit hiervoor na een nieuw schandaal in een Leidse fertiliteitskliniek. Daar verwekte een laboratoriumtechnicus in de jaren tachtig met zijn eigen sperma minstens elf donorkinderen, ook al was hij geen donor.

De man werkte in het laboratorium van de Stichting Medisch Centrum voor Geboortebeperking (SMCG) in Leiden. Hoewel hij niet als donor stond geregistreerd, leverde hij tussen 1979 en 1985 wel zijn eigen sperma af. Dit werd gebruikt voor inseminaties van vrouwen die kinderen wilden krijgen.

De laboratoriumtechnicus is er zo zeker van verwekte elf donorkinderenmeldt Medisch Centrum Kinderwens (MCK) in Leiderdorp, dat in 2006 de IVF-behandelingen en de archieven van SMCG overnam. MCK-directeur Arne van Heusden spreekt van een ‘verontrustende realiteit’.

Volgens Stichting Donorkind is het al de zevende fertiliteitskliniek in Nederland waar gynaecologen of medewerkers hun eigen sperma hebben gebruikt voor inseminaties. “Dat is ruim een ​​kwart van de klinieken die er in de jaren tachtig bestonden”, zegt voorzitter Ties van der Meer. “Het is opnieuw een indicatie dat dit geen incident is, maar een structureel probleem.”

Geen medewerking

De zaak in Leiden kwam aan het licht toen twee donorkinderen in 2017 via een commerciële DNA-databank ontdekten dat de laboratoriumtechnicus hun vader was. Toen ze hem ermee confronteerden, gaf de man toe dat hij zijn eigen sperma had gedoneerd. Na twee gesprekken ‘was hij niet meer bereid mee te werken’, aldus MC Kinderwens. Als gevolg hiervan blijven veel vragen over zijn methoden en motivaties onbeantwoord.

Vorig jaar bleek uit een DNA-test dat twee andere donorkinderen geen familie waren. Eén van de moeders bleek familie van de twee donorkinderen die in 2017 een DNA-match hadden met de laborant. De man zelf weigert mee te werken aan het onderzoek. Ook zijn oud-collega’s zwijgen. Didi Braat, emeritus hoogleraar Reproductieve Geneeskunde, noemt dit ‘misplaatste loyaliteit’.

Ties van der Meer, Stichting Donorkind.
Ties van der Meer, Stichting Donorkind. © Privéfoto

Ook Stichting Donorkind vindt de weigering van oud-collega’s ‘schokkend’. “Blijkbaar ligt in dit heftige geval, waarin ethische grenzen zijn overschreden, de loyaliteit van zorgverleners bij hun collega in plaats van bij de ouders en donorkinderen, hun patiënten”, zegt Van der Meer. “Dit gaat over de medische veiligheid van donorkinderen. Dit geheimhouden is een vorm van misbruik.”

De belangenorganisatie, die geen subsidie ​​krijgt van de overheid voor de hulp en ondersteuning van donorkinderen, vindt dat er harder moet worden opgetreden. Alle spermadonoren zijn geregistreerd bij de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (SDKB). Donorkinderen kunnen vanaf zestien jaar op basis van een donornummer hun donorgegevens opvragen bij de SDKB.

Onverantwoordelijk

“Maar als er een match is en de gegevens worden aangeleverd, wordt met een DNA-match niet gecontroleerd of deze klopt”, zegt Van der Meer. “Dat is onverantwoord, want inmiddels is gebleken dat kliniekdossiers niet altijd betrouwbaar zijn.”

Daarnaast blijkt er in 2015 ook een erfelijke aandoening bij de werknemer te zijn vastgesteld. Welke aandoening wil de kliniek niet zeggen, alleen dat deze in 50 procent van de gevallen overdraagbaar is. MC Kinderwens roept alle betrokkenen op zich te melden.

Volgens Stichting Donorkind is zo’n algemene oproep te vrijblijvend. De stichting vindt dat de kliniek al haar (ex-)patiënten en donateurs persoonlijk moet aanschrijven. Van der Meer: ‘Er is fraude gepleegd met de dossiers. Hoeveel hij heeft gedoneerd en om welke kinderen het gaat, is niet te achterhalen. Mogelijk heeft hij niet alleen patiënten geholpen, maar ook kinderen ziek gemaakt. De kans bestaat dat er nog meer fouten worden gemaakt. aan het licht komen, maar nu is er te veel onzekerheid.”

Virtueel DNA-profiel

De laboratoriumtechnicus heeft zijn DNA niet verstrekt. Maar Fiom, het centrum voor afstammingsvragen, heeft een virtueel DNA-profiel van de man kunnen maken, zodat donorkinderen via de DNA-databank van Fiom kunnen controleren of ze verwant zijn. “Als er een groep donorkinderen in beeld is, kunnen we op basis van het DNA van de kinderen en hun moeders een DNA-profiel van de donor opstellen”, zegt Janneke Maas, afstammingsdataspecialist bij Fiom.

Fiom krijgt naar aanleiding van het nieuws veel vragen van bezorgde ouders. “Er zijn nog steeds behoorlijk wat ouders die hun kinderen niet vertellen dat ze van een donor afstammen”, zegt Maas. “Nu er ook sprake is van een erfelijke aandoening, zet dat ouders aan het denken en is openheid belangrijk.”

Daarom lanceerden Fiom en Stichting Donorkind afgelopen najaar de campagne ‘Het kan nog’. Het roept ouders op om open te zijn. Maas: “Het is een mensenrecht om te weten van wie je afstamt.”

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *