[ad_1]
Iedere Indiër heeft het recht zichzelf gelukkig te maken, relaties aan te gaan en te kiezen met wie. Maar dit impliceert geen fundamenteel recht om te trouwen voor personen wier relatiesamenstelling niet in de wet is opgenomen. dinsdag ochtend oordeelde de rechtbank in de Indiase hoofdstad New Delhi in een zaak over de erkenning van het homohuwelijk.
Uiteindelijk zijn er zoveel sociale voorzieningen verbonden aan het huwelijk, dat alleen de wetgever daarover kan beslissen, aldus vijf rechters. Zij gaan akkoord met een regeringsvoorstel om een ’expertpanel’ op te richten dat onderzoek gaat doen naar de wetgeving voor homoparen. Binnen de rechtbank liepen de meningen aanzienlijk uiteen; Naast opperrechter DY Chandrachud legden ook de vier anderen een verklaring af. Chandrachud concludeerde dat het Hooggerechtshof niet kan beslissen om het homohuwelijk te legaliseren, zo waren twee rechters het met hem eens.
Teleurstelling
De uitspraak is een domper voor de LHBTI-gemeenschap. De betrokken advocaten waren de avond ervoor voorzichtig optimistisch. De rechtbank had de zaak in april en mei van zo’n maatschappelijk belang geacht de hoorzittingen werden live gestreamd. De rechters hoorden ruim twintig getuigenissen uit de LHBTI-gemeenschap. Een aantal deelnemers had elders in India al bij lagere rechtbanken gepleit – de advocaten bundelden die verzoekschriften voor de zaak bij het Hooggerechtshof.
Lees ook
Aditi en Susan in India hopen dat de rechter hun ringen in trouwringen zal veranderen
Er was felle tegenstand van de kant van de regering. Erkenning hiervan zou niet passen bij het ‘Indiase concept van het gezin’, van een man, vrouw en kinderen. Religieuze leiders waren ook tegen.
De zaak en het vonnis laten zien hoe alomvattend de religieuze en juridische instelling van het huwelijk in India is. Het huwelijk staat centraal in het privéleven, maar dient ook als basis voor sociale rechten. Dit was voor veel paren die zich bij de eisers hebben aangesloten de crux: hoewel homoseksualiteit in India niet langer strafbaar is, voelen zij zich ‘tweederangsburgers’.
“Een volwaardig volwassen leven, waarin je taken en zorgen deelt met je geliefde of levenspartner, is feitelijk onmogelijk”, schetste de 39-jarige Aditi Anand eerder.. Ze woont al meer dan tien jaar samen met haar vriendin Susan Dias. Maar als ongehuwden kunnen zij geen gezamenlijke bankrekening, verzekering of erfenis regelen. Hun advocaten wezen de rechtbank erop dat de wet paren al de mogelijkheid biedt om te trouwen buiten de religieuze opvattingen over het huwelijk. In 1954 werd de Bijzondere Huwelijkswet ingevoerd voor liefhebbers van verschillende religies of uit andere sociale kasten. Maar die wet kan niet zomaar worden afgeschaft, breder worden geïnterpreteerd of ‘genderneutraal’ worden gemaakt, concludeerde de opperrechter.
Een vrijer debat en meer vertegenwoordiging
Met enkele andere grieven kwam de rechtbank wel tot concrete resultaten. Zo moeten ongehuwde homo- en lesbische paren voortaan samen een kind kunnen adopteren. Dit is nu verboden, terwijl alleenstaande homoseksuelen en ongehuwde heteroseksuelen dit wel mogen doen. Advocaat Karuna Nundy hoorde bevestiging dat transgenderpartners in een heteroseksuele relatie kunnen trouwen. Ze put ook hoop uit de instructies die Chandrachud aan de regering gaf voor de bescherming en non-discriminatie van alle LGBTI-personen. Ze zei “We kunnen alleen maar hopen” dat de regeringscommissie dit gaat monitoren.
Lees ook
Hoe India de sodomiewet afschafte
Onder de activisten en indieners die zich dinsdagochtend uren vóór dinsdagochtend hadden verzameld in het gebouw van het Hooggerechtshof in de hoofdstad, grote teleurstelling. Onder hen de advocaten Menaka Guruswamy en Arundhati Katju, bekende pleitbezorgers van de LHBTI-gemeenschap. De uitspraak van dinsdag kwam bijna precies vijf jaar na de laatste grote emancipatiemaatregel voor de Indiase homogemeenschap. In 2018 schafte de Hoge Raad de sodomiewet af: tot dan toe was homoseksualiteit strafbaar met een gevangenisstraf van tien jaar. Guruswamy en Katju waren ook drijvende krachten in de strijd voor verandering.
Sinds de afschaffing ervan is er sprake geweest van een vrijer debat en meer vertegenwoordiging in de media voor LHBTI-personages en boegbeelden. Volgens voorstanders van het homohuwelijk zou dit tot nog meer acceptatie en veiligheid kunnen leiden. Getrouwde homo’s en lesbiennes zouden dan immers een relatie hebben die dichter bij de algemene norm ligt.
Ze vonden daarom enige bemoediging in de woorden van opperrechter Chandrachud: “Vreemdheid is niet alleen iets van de grote stad, of van de sociale en economische hogere klasse. Op het platteland wonen ook mensen met een andere oriëntatie. Ze noemen zichzelf misschien niet zo omdat ze niet bekend zijn met de Engelse terminologie van ‘queer’ of ‘gay’. Maar ze kunnen zich wel zo voelen.” Geen van de andere rechters heeft hier in zijn eigen verklaringen bezwaar tegen gemaakt.
[ad_2]