[ad_1]
De 42-jarige voetbaltrainer John Kramer uit Pesse leek de Alex Ferguson van Pesse te worden, want de geboren en getogen Pessen-inwoner was vanaf 2011 hoofd- en jeugdtrainer bij Pesse. In 2021 koos hij voor Protos en vond een dorpsclub die veel overeenkomsten met Pesse. Onlangs tekende hij voor een vierde jaar bij Protos, dat nog steeds aan het genieten is van de 47ste editie van het Protos Weering Zaalvoetbaltoernooi. “Dat is het mooiste zaalvoetbaltoernooi dat er is”, zegt Kramer.
Ook voor het eerste elftal van Protos uit Steenwijksmoer stonden de afgelopen weken in het teken van het grootste zaalvoetbaltoernooi in zijn soort in Nederland. Het eerste elftal moest in de voorronde spelen in Vroomshoop. “Wij zijn de enige ploeg die geen supporters heeft”, lacht Kramer. “Het is wel een beetje jammer, voor ons was het misschien leuker geweest om in Coevorden of Dalen te spelen. Iedereen van de club was vrijwilliger in een zaal en de spelers die niet speelden hielpen ook mee in een zaal. Ook was ik assistent bij de halve finales in Het Activum in Hoogeveen. Het toernooi leeft heel erg binnen de club en de organisatie is uitstekend.”
John Kramer werd geboren in Ruinen en verhuisde na twee jaar naar Pesse, waar hij opgroeide en nog steeds woont. “Wij woonden naast een bos en onze achtertuin grensde aan de heide. Ik heb een mooie en rustige jeugd gehad.” Sport speelde een prominente rol in de familie Kramer, maar de emoties liepen soms over. “Mijn broers Wilco en Martin en ik konden niet goed tegen verlies. Soms kraakten er dingen in het Kramerhuis”, lacht John. “Ik heb tennis, schaatsen, voetbal en judo gespeeld. Ik wil altijd winnen. Tegen Nadal ga ik nooit tennissen, want dan weet ik op voorhand dat ik ga verliezen. Ik heb vanaf mijn vierde tot mijn 24e bij Pesse gevoetbald en ook toen vond ik het niet leuk toen we verloren.”
Rode poot
Hij kwam op vijftienjarige leeftijd in het eerste elftal en zijn eerste wedstrijd was tegen Ruinen. “Van de wedstrijd weet ik niet veel meer, maar ik weet wel dat trainer Henk Metselaar mij voor de wedstrijd als opsteker op mijn been sloeg. Ik begon de wedstrijd met een knalrood been. De eerste vijf seizoenen stond ik niet vaak in de basis. Ik was aanvaller en Henry ter Wal en Ronnie Nes stonden altijd in de basis. Ik speelde in het tweede elftal en viel altijd in voor het eerste elftal. Dat vond ik best vervelend, maar zo uitgesproken was ik nog niet. De afgelopen vier seizoenen heb ik een basisplaats gehad en in negen seizoenen heb ik 55 doelpunten gemaakt. Ik weet nog dat ik ooit een wedstrijd speelde in de schoenen van leider Stoffel Strijker, omdat ik mijn schoenen vergeten was.”
Een aantal bijzondere wedstrijden heeft hij nog vers in het geheugen. “Voor de beker speelden we als vijfdeklasser bij hoofddivisie Genemuiden. Toen we aankwamen, waren ze al klaar met het opwarmen. We verloren met 10-0, maar het was toch leuk om in zo’n entourage te spelen. Ik zal de beslissingswedstrijd voor handhaving tegen Old Forward nooit vergeten. Ik was achttien jaar oud, we wonnen met 1-2.”
Hij werd ooit benaderd door vv Hoogeveen. “Ik heb twee keer getraind. De spelers zeiden meteen: je komt toch in A2 terecht. Dat had geen toegevoegde waarde, dus het was van korte duur.” Gebroken been Op 1 november 2005 kwam er abrupt een einde aan zijn voetbalcarrière. “Tijdens een wedstrijd in Zwartemeer kreeg ik een trap, waardoor mijn scheenbeen in de lengte brak. Ik ben er mee doorgegaan tot eind februari 2006. De dokter dacht dat het een blauwe plek was. Op een nacht kreeg ik koorts en bleek een bloedvergiftiging te hebben. Dat is ook de reden dat ik geen contactsporten meer mag beoefenen.”
Door dit ongeval kwam de focus op het trainerschap te liggen. “Ik was al jeugdtrainer bij Pesse en werd in 2012 trainer van Zaterdag 1. Ook was ik leider van Zondag 1. In mijn tweede jaar als trainer promoveerden we naar de derde divisie en dat was in de geschiedenis van Pesse nog nooit voorgekomen. We degradeerden meteen weer, omdat er spelers vertrokken en er niet veel kwamen, dus we konden het niet volhouden.”
In 2017 stapte John over naar Zondag 1 als trainer en vierde hij heel wat triomfen. Pesse promoveerde in een paar jaar tijd van de 4e naar de 2e divisie en dat was ook een primeur voor de club. Hoogtepunt was een seizoen waarin Pesse stunts uitvoerde in de beker. “We wonnen van de eersteklassers Nieuw Buinen en Groningen. We verloren via penalty’s van Hoofdklasser Urk. Het ergste was dat we met 2-0 voor stonden: 2-3.”
Proto’s
Kramer leek lang bij Pesse te blijven, maar in 2021 verhuisde hij naar Protos. “We hebben vier jaar met dezelfde spelers gespeeld en op een gegeven moment is je kunstje op. Dan moet je een andere club kiezen.” Dat werd Protos en die club vertoont veel gelijkenis met Pesse. “Bij beide clubs vind je vriendelijkheid en gezelligheid. Er staan kritische ouderen langs de lijn. Dat vind ik leuk, want dan denken de spelers niet snel dat ze zijn erg goed. Ze vroegen onlangs of ik me al had aangemeld en daar ben ik blij mee. Dat Protos geen kantine heeft, wordt niet als een groot nadeel gezien. Er ligt lava onder een veld, dus het droogt snel en kan altijd “Opgetraind worden. Het verschil tussen beide clubs is dat er bij Protos iets minder verwacht wordt. In de top van de 4e klasse is het goed, terwijl Pesse naar verwachting mee zal doen in de top van de 3e klasse.”
Voor John Kramer blijft Pesse een van de mooiste clubs van Nederland. “Pesse is een gezellige dorpsclub, waar het gemeenschapsgevoel groot is. Voor mij is er clubliefde. Ik doe nog steeds de kleedkameropmaak en de veldopmaak. Als ik een weekend vrij heb bij Protos, bel ik met Pesse. De accommodatie is ook geweldig. Ik denk dat ik ooit terug zal keren naar Pesse. Dat overkomt veel spelers die voor een andere club hebben gespeeld.”
Voor die tijd heeft hij andere wensen. “Ik zou graag het trainersdiploma TC 2 willen behalen en misschien ooit TC 1. Ik zou ooit assistent willen worden van een speler uit de vierde of derde klasse.”
Volleybal
Naast voetbal is volleybal ook een populaire sport. Hij speelde jarenlang voor Pesse in de eerste divisie van de recreatieve competitie. “We hadden een leuk team met alleen maar leuke dieren, maar we waren fanatiek. Ieder jaar deden wij mee aan het beachvolleybaltoernooi op het Ermerstrand. We hebben nog steeds veel contact. Helaas zijn we daar vier jaar geleden mee gestopt omdat we te weinig spelers hadden.”
De badkamerverkoper pakte onlangs het volleybal weer op bij Serve ’07 in de derde divisie. Hij woont al zijn hele leven in Pesse en dat zal niet snel veranderen. “Nee, ik verhuis niet naar Hoogeveen. Iedereen kent elkaar hier en er heerst veel spanning. Het dorp heeft nog alles, inclusief een dorpshuis en dat is heel belangrijk.”
[ad_2]