[ad_1]
In de gemeente woont geen enkele wethouder van Leidendorp. De burgemeester woont ook elders – Laila Driessen verhuisde dit voorjaar al uit haar ambtswoning in aanloop naar haar pensionering volgende maand. Als gevolg daarvan wordt Leiderdorp nu geheel ‘van buitenaf’ bestuurd. NRC rapporten.
In de Gemeentewet staat dat iedereen die gemeenteraadslid, wethouder of burgemeester van een gemeente wordt, in die gemeente geworteld moet zijn. Dat is het idee van democratie: burgers besturen zichzelf op elk bestuursniveau. Maar toen de drie regeringspartijen van Leiderdorp, GroenLinks-PvdA, CDA en LPL vorig jaar op zoek gingen naar geschikte raadsleden, konden ze van de 27.750 Lederdorpers geen van de 27.750 Lederdorpers vinden die hun buren konden of wilden besturen.
Ze moesten dus over de gemeentegrenzen heen kijken, wat dankzij een wetswijziging uit 2002 mogelijk is: gemeentebesturen kunnen bestuurders een ontheffing verlenen om telkens een jaar in de gemeente te wonen.
Volgens een inventarisatie van de Wethoudersvereniging begin dit jaar heeft een derde van de 342 gemeenten wethouders die niet in de gemeente wonen. Ongeveer één op de acht wethouders woont niet in de gemeente waar zij het bestuur over hebben.
Volgens John Bijl, die lokale politici en bestuurders opleidt, komt dat vooral doordat partijen binnen de eigen gemeente geen geschikte kandidaten kunnen vinden. Steeds minder burgers zijn bereid hun buren te vertegenwoordigen of te regeren, aldus Bijl. Het aantal Nederlanders dat lid is van een politieke partij daalt al tientallen jaren.
Zo wonen de Leiderdorpse wethouders Gebke van Gaal, Daan Binnendijk en Herman Romeijn in Leiden, Rijburg en Utrecht. Van Gaal en Binnendijk vinden dat het de Leidsedorpers weinig uitmaakt dat ze pendelen. “Ik ben hier elke dag. Indien nodig ben ik er ook in het weekend. En ik doe aan werkelijk alles mee om hier te wortelen”, vertelde Binnedijk vorige maand aan de krant, verwijzend naar een pubquiz.
Ook de afstand kan een voordeel zijn. Toen Binnendijk wethouder was in Rijnsburg en daarna de gefuseerde gemeente Katwijk, werd hij regelmatig op straat aangesproken om gunsten te vragen. “Dat gebeurt nu niet”, zei hij.
[ad_2]
