Landbouwminister Piet Adema wil mestcrisis aanpakken met kunstmestvervangers. Op de Grüne Woche in Berlijn hoopt hij alle collegaministers voor Renure te winnen

[ad_1]

Demissionair minister van Landbouw Piet Adema zal maandag een voorstel doen aan de Europese Landbouwraad om mestvervanging Renure snel toe te staan. In Berlijn zoekt hij onder collega-ministers steun voor zijn plan.

Het stukje kaas van Frau Antje en de muzikale begeleiding van het Kleintje Pils dweilorkest geven de opening van het Nederlandse paviljoen op de Grüne Woche – de grootste internationale landbouwbeurs ter wereld – een bijzonder gezellig karakter. Op de achtergrond schuilt echter een grote mestcrisis.

Wie Piet Adema tegenwoordig in Berlijn tegenkomt als Europees minister van Landbouw, hoort binnenkort een pleidooi voor een kunstmestvervanger genaamd Renure. De demissionair minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ziet dit als een oplossing voor de overspannen mestmarkt.

Nederland had toestemming om meer stikstof uit dierlijke mest te verspreiden dan de Europese norm van 170 kilogram per hectare (derogatie). Sinds deze uitzondering is afgeschaft, kampen steeds meer boeren met een mestoverschot. In Fryslân zou zonder deze reductie zo’n 90 procent van de circa 2.500 veehouders nog steeds mest op eigen land kunnen afzetten.

Als de derogatie in 2026 afloopt, zal dat nog maar zo’n 10 procent zijn. “Veel landbedrijven komen in de problemen en dat baart mij grote zorgen.”

Drie stakingen

Volgens Adema kan Renure de pijn verzachten. Het slib dat overblijft bij monomestvergisting wordt hergebruikt als meststof. Het mestoverschot kan zo worden gebruikt voor de aanvoer van biogas en groenbemesting. “Een fantastische techniek”, aldus Adema, die het project rond de Friese Drieslag in Wijnjewoude in Berlijn prees.

“Kunstmest zorgt voor een hogere CO2-uitstoot en is bovendien gevoelig voor uitspoeling.” Er mag minder dierlijke mest worden verspreid om te voorkomen dat er te veel stikstof en fosfor in het grond- en oppervlaktewater terechtkomt.

Deze reductie kan deels worden gecompenseerd met kunstmest. De minister vindt dit een tegenstrijdigheid, omdat kunstmest slechter is voor het milieu. Ook pleit hij voor Renure omdat het organische stoffen bevat die goed zijn voor de bodem. Renure mag in Brussel nog niet gebruikt worden.

Het is opgenomen in een nieuw voedingsstoffenprogramma van de Europese Commissie over de omgang met voedingsstoffen in relatie tot voedselzekerheid. Dat zal in de loop van dit jaar gebeuren, maar Adema wil niet zo lang wachten met Renure en doet maandag en dinsdag in de landbouwraad een voorstel om de kunstmestvervanger uit het programma te halen.

Mestbalans

“Ik praat erover met iedere minister die ik hier spreek”, zegt Adema. “Ik weet nog niet zeker of we het gaan redden. Duitsland lijkt niet zo enthousiast. Waarom hebben we nog geen duidelijk beeld? De Europese Commissie is bevoegd om Renure te autoriseren. “Als we hierna tot de conclusie komen week dat we dit kunnen regelen, dan hebben we er een boppeslach.”

Ook gaat hij de komende weken in gesprek met agrarische partijen over hoe de mest het beste in Nederland gedistribueerd kan worden. “In Nederland hebben we in principe een mestbalans, maar nog niet alle mest wordt gebruikt. Akkerbouwers kiezen soms voor kunstmest, bijvoorbeeld voor precisiebemesting, maar ik zie dat er in de akkerbouw veel bereidheid is om ook bijdragen aan een oplossing.”

Stikstofemissierechten met vrijheid voor de boer

Adema steunde verder het plan om de stikstofcrisis aan te pakken met verhandelbare stikstofemissierechten. Topambtenaar Sandor Gaastra pleitte onlangs in het economenblad ESB om aan stikstof dezelfde emissierechten te verbinden als aan CO2. De overheid zou geleidelijk steeds meer van deze rechten uit de markt kunnen halen om meer mogelijkheden te bieden, opperde de directeur-generaal van het ministerie van Economische Zaken.

“Het verhandelen van emissierechten is een eerlijk systeem waarbij de vervuiler betaalt”, zegt Adema. “Het kan gewoon niet zonder vrijheid voor de boer. Je stelt een doel en geeft de boer vervolgens vrijheid in de manier waarop hij dat bereikt.”

Agrarische structuur

Verder pleit hij voor een Europese agrarische hoofdstructuur, vergelijkbaar met de ecologische hoofdstructuur. “Voedselzekerheid wordt steeds meer een thema, zoals we bijvoorbeeld hebben gezien bij de oorlog in Oekraïne. We hebben ongelooflijk veel monden te voeden en het is goed om te kijken hoe je in Europa met landbouwgronden omgaat en welke landbouwactiviteiten het beste op welke plek kunnen worden uitgevoerd. Het zou goed zijn om daar een discussie over te voeren.”

Grootste landbouwbeurs

In 1952 was Nederland de eerste buitenlandse partner die vertegenwoordigd was op de Grüne Woche, die tegenwoordig wordt beschouwd als de grootste internationale landbouwbeurs ter wereld. Het Nederlandse paviljoen staat dan ook prominent bij de hoofdingang van de Messe uit 1937.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *