[ad_1]
rechtszaakEen vrouw vertelde haar broer willens en wetens niet waar en wanneer hun vader gecremeerd zou worden. Laatstgenoemde miste daardoor de begrafenis. Bovendien had de vader volgens de broer begraven willen worden en niet gecremeerd. De zus moet nu tweeduizend euro immateriële schadevergoeding betalen aan haar broer, oordeelde de rechtbank in Rotterdam.
Broer en zus hebben al jaren ruzie. De vader overleed op 12 oktober 2020 in het ziekenhuis, met zijn zoon aan het bed. De begrafenis werd vervolgens door de dochter geregeld. De pogingen van de zoon om erachter te komen wanneer de ceremonie zou plaatsvinden, waren niet succesvol. De zuster deed er alles aan om dit voor haar broer verborgen te houden.
De broer schakelde een advocaat in, die vanaf 15 oktober op verschillende momenten belde, mailde en WhatsAppte, maar ook geen contact meer kreeg. Als laatste redmiddel werd een kort geding aangespannen om de zuster te dwingen de dag en het tijdstip van de begrafenis bekend te maken. De zaak is op 19 oktober 2020 behandeld. Tijdens de zitting bleek echter dat hun vader inmiddels gecremeerd was, drie dagen eerder.
In een nieuwe rechtszaak eiste de broer een immateriële schadevergoeding van 8.000 euro omdat hij de begrafenis van zijn vader had gemist. Ook liet hij op de Zuidergraafplaats in Rotterdam een urn met de as van zijn overleden vader plaatsen. Ook die kosten wil hij vergoed zien.
De rechter oordeelde dat de zuster inderdaad ongelijk had, omdat zij in strijd handelde met een ongeschreven rechtsregel, namelijk dat je in dit soort zaken fatsoenlijk met elkaar moet omgaan. Wat de vrouw deed, was ook in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin staat dat iedereen recht heeft op respect voor het gezinsleven. “Hoe verstoord de familierelaties ook zijn, een zuster moet haar broer informeren over de begrafenis van haar vader, vooral als die informatie herhaaldelijk wordt opgevraagd.” zei de rechter.
De zuster merkte op dat de begrafenis midden in coronatijd plaatsvond en dat er daardoor bijna niemand aanwezig mocht zijn. Maar de rechter vindt dat vreemd: ‘Een coronamaatregel die inhoudt dat niemand bij de uitvaart aanwezig mocht zijn, heeft nooit bestaan.’
De zuster betwist dat de vader erop stond begraven te worden. Volgens haar zou hij bij leven hebben verklaard ‘dat crematie ook prima was’. Over deze laatste wens bestaat volgens de rechter geen duidelijkheid omdat er niets is vastgelegd en niet kan worden uitgesloten dat hij inderdaad op het laatste moment van gedachten is veranderd.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Welke kan!
Log in of maak een account aan en mis nooit meer iets van de sterren.
[ad_2]