‘Wie laat zich nou vrijwillig inmetselen, levend begraven?’ Dominee uit Langezwaag wijdde boek aan dwarse kluizenares

[ad_1]

Suster Bertken woonde 57 jaar in een kluis in Utrecht. Haar sensationele levensverhaal bevat een boodschap voor ons, zegt dominee en schrijver Frans Willem Verbaas uit Langezwaag.

Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar het is waar. Dominee en schrijver Frans Willem Verbaas uit Langezwaag voerde in zijn kantoor uitvoerige gesprekken met een vrouw die ruim vijfhonderd jaar geleden overleed.

Een vrouw die hem enorm fascineerde, aan wie hij zich ineens heel erg kon ergeren, maar op wie hij, naarmate hij meer over haar te weten kwam, heimelijk ‘een beetje verliefd’ werd.

Suster Bertken, de vrouw in kwestie, is de hoofdpersoon van Verbaas’ nieuwste boek, de historische roman die eind vorig jaar verscheen. Zuster Berten .

Het is niet verwonderlijk dat de predikant van de PKN-gemeenten Tijnje/Terwispel en Langezwaag zich zo liet meeslepen door zijn onderwerp. Het leven van Berta Jacobs (1426 of 1427-1514), althans wat daarvan bekend is, is op zijn minst opmerkelijk te noemen.

Leven op blote voeten

De vrouw liet zich op dertigjarige leeftijd op eigen kosten inmetselen in een klein kamertje tegen het koor van de Buurkerk in hartje Utrecht. Die ruimte moet zo’n 3,5 bij 3,5 meter zijn geweest, schat Verbaas, nog krapper dan zijn schrijfkamer in Langezwaag.

Er wordt aangenomen dat ze dit deed om de zonden van haar familie te verzoenen. Vooral die van haar vader, Jacob van Lichtenberg, een vooraanstaand geestelijke. In haar kluis wijdde zij de rest van haar leven aan mediteren, bidden en schrijven. Dat deed ze onder ronduit barre omstandigheden. “Ze deed afstand van alle wereldse geneugten”, schetst Verbaas.

Zo droeg ze volgens historische bronnen op haar naakte lichaam slechts een ‘grof haarkleed, met een grijze eenvoudige rok’, leefde ze op blote voeten – zelfs in de winter, op de koude stenen kerkvloer – en legde ze een veganistisch dieet op. zichzelf, eten dat ze door een smalle deur naar het koor werd geleid.

Extreem populair

Hoewel de term ‘kluizenaar’ een leven in eenzaamheid impliceert, stond Bertken in de eenvoudige stenen kamer feitelijk midden in de samenleving. In en rond de Buurkerk bruiste Utrecht in de late middeleeuwen. Vanuit haar kluis kon ze door een raam de vele mensenmassa’s volgen en dwars door de kerk ontstond een soort olifantenpad voor stadsbewoners en hun dieren.

Misschien wel het belangrijkste raam naar de wereld buiten het gewelf was een smal raam hoog in de muur met uitzicht op de straat. Via dit raam sprak ze met mensen uit de stad, die zich in groten getale tot haar wendden voor advies en aanmoediging. Met haar toewijding aan de Schepper stond ze immers dicht bij God, en dus dicht bij de waarheid.

Verbaas: “Echte predikanten hadden in die tijd nauwelijks contact met hun parochianen. Ja, ze namen de biecht af, maar het had een formeler karakter. Bertken had altijd tijd en advies. Zij was een predikant die echt begaan was met mensen.”

Het maakte haar enorm populair en leverde haar de koosnaam Suster Bertken op in Utrecht.

Feit en fictie

Verbaas, die in eerdere romans beroemde mannen uit de christelijke geschiedenis als Augustinus, Calvijn en Karl Barth belichtte, kende de naam van Suster Bertken aanvankelijk slechts vaag, via geruchten. “Toen heb ik het boek gelezen 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis van Els Kloek, waar een hoofdstuk aan haar is gewijd.” De pastoor raakte gebiologeerd.

‘Iemand die zichzelf 57 jaar opsluit en dat tot op zekere hoogte vrolijk doet: het is een bizar verhaal. Die zich in zekere zin vrijwillig laat dichtmetselen, levend begraven? Hoe doe je dat? gezond? Een mens heeft beweging nodig, toch? En zon? En je moet toch zo nu en dan aangeraakt worden, toch?”

Het schaarse historische bronnenmateriaal geeft op veel van deze vragen geen antwoord. Maar dat geeft niet: zie hier het onontwikkelde werkgebied van verhalenverteller Verbaas. Zuster Berten wil geen werk van wetenschappelijke geschiedenis zijn, het is een historische roman, een plek waar feit en fictie samenkomen in een fascinerend verhaal.

Overeenkomsten

Dat is de Langezwaagster toevertrouwd. Op zondag zet hij zijn vertelkunsten ook regelmatig in vanaf de kansel. “Ik hou van verhalende preken. Ze blijven langer hangen. Mensen nemen ze langer mee om over na te denken dan over leerstellige preken.”

Daarnaast stelt Verbaas: was Jezus zelf ook niet een kundig verhalenverteller? “Denk eens aan de overeenkomsten, die van de Barmhartige Samaritaan , Bijvoorbeeld. De Bijbel is een boek vol verhalen die zich blijven herhalen.”

Een goed verhaal heeft conflicten nodig. In het geval van Zuster Berten Dit vond Verbaas bij een gedwongen vertrek uit de kluis die boven Bertkens hoofd hing. Uit de overlevering blijkt dat er tijdens het leven van de geliefde kluizenaar al werd gewerkt aan de bouw van een nieuw koor aan de Buurkerk, een nieuwbouw die niet door kon gaan omdat het Suster Bertken zou isoleren van de buitenwereld. Ze stond dus in de weg.

Vrijheid in opsluiting

Het boek van Verbaas gaat vooral over de spanning die hierdoor ontstaat tussen de vrome maar tegelijkertijd eigenwijze kluizenaar en pater Palinck, de antagonist die haar uit haar kluis moet zien te krijgen.

Historische feiten hebben hun intrede gedaan Zuster Berten een dienende rol. Het zijn de kapstokjes waaraan Verbaas zijn roman ophangt. “Het verhaal staat voorop. Literatuur is het domein van de vrijheid”, zegt de schrijfster, die zo een portret schetst van een vrouw die autonomie vond in isolatie, vrijheid in opsluiting.

Dominee Verbaas zou zichzelf niet zijn als hij zijn publiek niet iets om over na te denken, iets om op te kauwen gaf. In de zelfgekozen afzondering, het keurslijf van bezuinigingen waarin Suster Bertken terechtkwam, ziet hij een belangrijke boodschap voor onze tijd.

Bruidsmode

“We hebben zoveel om ons zorgen over te maken: Gaza, Oekraïne, de politiek in eigen land. En we worden ook de hele dag overladen met prikkels en piepjes op onze telefoons.”

Hij vervolgt: “Bij Bertken is de vraag: waar gaat het eigenlijk over? Weg van de gekte van de wereld. Introspectie en reflectie. Laat je er niet gek van maken. Ik denk dat dat iets te maken heeft met waarom het verhaal van Suster Bertken aanspreekt. zoveel voor mij.”

Wie in de kathedraalstad naar overblijfselen van de kluis van Suster Bertken zoekt, zal weinig vinden. Het gehele koor van de Buurkerk werd in de zestiende eeuw met gewelf en al afgebroken om plaats te maken voor woningen. Alleen een gedenksteen in de stoep van de Choorstraat (uitgesproken als ‘Koorstraat’) herinnert nog aan Suster Bertken en haar minuscule woonhuis.

Die steen ligt pal voor een bruidsmodewinkel, alsof het zo bedoeld is. Verbaas: ‘Een gedenksteen vlakbij een winkel die bruidsjurken verkoopt, bedoeld voor een vrouw die zichzelf zag als de bruid van Christus. Dat vind ik leuk.’

Zuster Berten

Frans Willem Verbaas, Zuster Berten. Het wonderlijke verhaal van de Utrechtse kluizenaar die zich vrijwillig 57 jaar lang liet opsluiten (Mozaïek). 320 pagina’s, 22,99 euro.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *