[ad_1]
De rentree van trainer Henk de Jong verliep zondag niet zo goed als gehoopt voor SC Cambuur, maar Marcel Schaapman (21) kon terugkijken op een wedstrijd die hij nooit zal vergeten.
De 21-jarige middenvelder van Creil maakte tijdens de wedstrijd tegen NAC Breda zijn debuut in het betaald voetbal, na een atypische aanloop. “Het is mooi dat het is gelukt”, zegt hij als hij vier dagen later plaatsneemt op de eerste verdieping van het Cambuurstadion. Een paar meter achter hem wordt veel tafeltennis gespeeld. Zo nu en dan wordt er gejuicht en gevloekt.
Het is deze relatief gemoedelijke sfeer voor een profclub waarin Schaapman zo goed gedijt. Dat was acht jaar geleden wel anders, toen hij op dertienjarige leeftijd in de jeugdopleiding van ‘buurman’ SC Heerenveen terechtkwam.
Lange dagen
De lange dagen dat het talent moest werken om heen en weer te pendelen tussen zijn ouderlijk huis, school in Emmeloord en sportpark Skoatterwâld eisten hun tol, gecombineerd met het feit dat hij in het weekend weinig wedstrijden speelde. “Ik verloor daar een beetje het plezier in het voetbal.”
Daarom nam Schaapman na twee seizoenen samen met zijn ouders een rigoureus besluit: terugkeren naar Flevo Boys, de amateurclub waarvoor hij eerder speelde. Niet wetende dat er later nog een kans zou komen. “Ik wilde vooral weer plezier maken, zonder tot diep in de nacht thuis te zijn.”
Flevojongens
Het werkte. Hoofdcoach Kevin Waalderbos (nu actief bij vierdeklasser Buitenpost) liet Schaapman op zeventienjarige leeftijd debuteren in de vlaggenschipclub van de club. “Een paar maanden later kreeg ik een uitnodiging van Cambuur om stage te lopen. Na twee trainingen en een oefenwedstrijd hoorde ik dat ik volgend seizoen bij de onder 18 zou kunnen aansluiten.”
Schaapman was nooit bang voor een herhaling van het mislukte avontuur in Heerenveen. “En als ik terugkijk, heb ik er nog geen moment spijt van gehad.” Hij voelt het vertrouwen van de trainers bij Cambuur, die hem al na één jaar overbrachten naar het hoogste jeugdelftal. Dit betekent dat de controleur (“Ik speel het liefst op 6”) afgelopen seizoen maar liefst twee keer promoveerde. Ook werd de finale van de beker voor beloftevolle teams bereikt.
Train mee
Schaapman traint inmiddels bijna een half jaar mee bij de hoofdmacht. Hij maakt deel uit van een getalenteerde nieuwe lichting Cambuur-spelers die steeds meer het doel bereiken. Maar terwijl Wiebe Kooistra, Tom van der Werff en Myles Veldman al minuten maakten, wachtte Schaapman nog op zijn kans.
Dat kreeg hij tegen NAC Breda, door Milan de Koe, die eveneens debuteerde, na de rust af te lossen. “En ik denk dat het best goed ging.” Dat bleek onder meer uit de assist bij de 1-3 van Michael Breij. “Heb ik geen spanning gevoeld? Natuurlijk wel. Maar ik had mezelf erop voorbereid dat ik door kon komen en als de kans zich voordoet, moet je die grijpen.”
Tussen de lijnen
Schaapman is een type voetballer dat graag de bal pakt en met de blik naar voren tussen de linies kan spelen. “Ik denk dat dribbelen en passen mijn voornaamste kwaliteiten zijn.” Vergelijk hem met de jongere versie van FC Barcelona-middenvelder Frenkie de Jong. “Maar iets minder goed.”
Om speeltijd te krijgen als de internationals en geblesseerde spelers die tegen NAC Breda ontbraken er weer zijn, moet er nog iets gebeuren, weet Schaapman. “Vooral fysiek. Daar werk ik hard aan in de sportschool.” Extra krachttraining moet leiden tot sterkere spieren. “Dan kunnen ze mij in duels niet zo makkelijk omverwerpen.”
[ad_2]