[ad_1]
De droomfinaleplaats voor LDODK in Ahoy is nog ver weg. Om kans te maken zullen we zaterdag moeten winnen bij DVO.
Deze week maken veel schietoefeningen plaats voor praatsessies op LDODK/Rinsma Modeplein. Tussen de oren zal het een stuk beter moeten gaan dan in de eerste play-offwedstrijd tegen DVO. “Het is zo frustrerend”, verzuchtte Femke Faber. “Wij weten precies hoe ze gaan spelen, dat kunnen we helemaal plannen. En toch vertalen we dat niet naar ons eigen spel en door de juiste oplossingen te zoeken en te vinden.”
LDODK was lange tijd zo stabiel als maar kon in de reguliere competitie. Natuurlijk waren er tussen de eerste vijftien, zestien wedstrijden wel wat tegenvallers, maar de ploeg ging met overtuiging voorop. Met een klinkende overwinning op KZ werd het thuisvoordeel in de play-offs behaald, een belangrijke mentale barrière, zo heerste het gevoel binnen de club.
Matige aanloop naar play-offs
Maar net op dat moment begon de motor defect te raken. De topprestatie tegen PKC was een helft prima, maar na de pauze rommelde LDODK en boog op de knieën tegen de titelfavoriet die hem wil uitdagen. Een week later kreeg DOS’46 alle kansen om de noordelijke derby onder controle te krijgen, ondanks dat LDODK in de eerste 25 minuten heer en meester was.
In Gorredijk werd daar luchtig over gedaan, maar het is de valkuil waar LDODK keer op keer in belandt. Faber heeft het treffend beschreven. “We hebben dit seizoen wedstrijden waarin we echt twintig minuten geweldig spelen, maar soms lijken we ook wel een ploeg uit de eerste divisie.” Voor de goede orde: dat is vijf niveaus lager dan waar LDODK actief is.
Sluit aan
“Juist in die fasen moeten we beter onderkennen wat we moeten doen om elkaar te ontlasten”, aldus Faber, verwijzend naar de laatste fase die, zoals vaak het geval is bij ontmoetingen tussen LDODK en DVO, in ieder geval had kunnen verlopen. richting, maar draaide in het voordeel van Bennekom, omdat de thuisclub een reeks middelmatige keuzes maakte en zo de grote comeback teniet deed.
Halverwege de wedstrijd stond het scorebord 8-11 en Faber sloot haar handen. Logisch, want binnen vijf minuten stond het 0-4. “Het was een haak. Dat het ons lukte, maakte mij blij en ik merkte ook dat we beter aan de wedstrijd begonnen.”
Blaffende honden bijten niet
Dit werd onderstreept na de onderbreking, toen LDODK plotseling op 11-11 stond en de DVO defensieve controle had. Na 12-12 maakten Harjan Visscher en Julian Frieswijk (strafworp) er 14-12 van en leek een overwinning van Gordykster in de maak. Het leek erop, want zoals vaak het geval is, beet LDODK niet in de kogel. Faber: “Ik ben ervan overtuigd dat DVO op 15-12 het vertrouwen heeft verloren. In plaats daarvan hebben we ze de kans gegeven om terug te komen.” De stand was niet alleen 14-14, maar ook 14-15, waardoor LDODK ineens weer de achtervolger was.
De tijd leek rijp om wat aanvallende wijzigingen door te voeren, bijvoorbeeld door Terrenc Griemink in te voeren, maar coach Gerald Aukes liet de international pas opwarmen (waarna Griemink snel boos en teleurgesteld vertrok). Resultaat: Harjan Visscher herstelde zich, terwijl Frieswijk noodgedwongen de gelijkmaker moest produceren. De Wolvegaster is dit seizoen meer een schutter geworden dan vroeger, maar in deze wedstrijd werkt het simpelweg niet.
‘Onnodig weggegeven’
Vlak voor tijd maakte DVO met de 14-16 een einde aan de hoop. Faber: “Als je naar de namen in het laatste aanvalsvak kijkt, begrijp je nauwelijks waarom wij geen doelpunt maken. Of kijk naar onze dames: alleen ik scoor. Als de anderen allemaal minimaal één doelpunt scoren, dan win je.” En zo zijn er nog meer. We hebben het gewoon onnodig weggegeven.’
LDODK moet zaterdag in Bennekom winnen om de hoop op de korfbalfinale in Ahoy (13 april) levend te houden en een derde krachtmeting af te dwingen. “Er staat nu veel druk op en dat wil je niet. Maar dat is wel zo, dus daar moeten we deze week mee omgaan. Er stonden 1250 mensen aan de zijlijn die maar één ding wilden en dat was dat wij Ahoy bereikten. Jammer dat het er nu op leek dat we daar nog niet klaar voor waren. Dat moeten we heel snel omdraaien.”
[ad_2]
