Claimland Nederland wordt beetje bij beetje volwassen

[ad_1]

Massale claims zijn opwindend. Grote, machtige en rijke partijen als KLM, Tata Steel of de Nederlandse staat die zich voor de rechter moeten verantwoorden en het risico lopen miljoenen of zelfs miljarden euro’s schadevergoeding te moeten betalen. Ze hebben soms ook een directe impact op de aandelenkoers van het gedaagde bedrijf of op het politieke debat.

Het aantal claimzaken in Nederland neemt maandelijks toe. De teller staat op meer dan 70 procedures, allemaal ingediend na 1 januari 2020. Op die datum is de nieuwe Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade (Wamca) in werking getreden. Hierdoor werd het voor een grote groep mensen mogelijk om schadevergoeding te vorderen, waar zij voorheen individueel naar de rechter moesten stappen.

Vorige week gebeurde het opnieuw twee keer. Verhuurders, verenigd in de Fair Rent Foundation, willen via de rechter de overheid dwingen strengere huurregels af te schaffen. En de Stichting Gegevensbescherming meldde dat zij technologiegigant Amazon had gedagvaard wegens het schenden van de privacy van consumenten.

Kort na de invoering van de nieuwe wet merkten advocaten een snelle groei van het aantal massaclaimzaken. Ze waarschuwden er anderhalf jaar geleden al voor NRC dat Nederland een claimparadijs dreigde te worden, met als gevolg een overbelasting van het rechtssysteem. Nu de rechtbanken hun eerste vonnis hebben gewezen, is het tijd voor een voorlopige conclusie. Is Nederland in de ban van een claimcultuur?

Grofweg kun je twee soorten zaken onderscheiden, zegt advocaat Machteld de Monchy van De Brauw. Er zijn procedures waarbij geen compensatie wordt geëist, ook wel idealistische claims genoemd, zoals over de hoogte van de stikstofuitstoot of de huurregels van de overheid. Eisers willen bijvoorbeeld alleen dat het beleid wordt aangescherpt of buiten werking wordt gesteld. “Die claims had je vóór 2020 ook”, zegt De Monchy. Als voorbeeld noemt ze de Urgenda-zaak, waarin activisten de overheid tot een strenger klimaatbeleid wisten te dwingen. En dan zijn er nog de schadevergoedingsclaims, waarbij naast een inhoudelijk oordeel ook schadevergoeding wordt gevorderd.

‘Op jacht’ naar lucratieve schadeclaims

Vooral deze nieuwe optie heeft ertoe geleid dat de wet ‘in brand vloog’, zegt Bart-Adriaan de Ruijter, advocaat bij CMS. Hij ziet dat er een ‘levendige economie’ is ontstaan ​​rond het indienen van massaclaims. Zo zijn er actieve beleggers die alle juridische en juridische kosten op zich nemen om bij winst van een zaak een deel van het vorderingsbedrag te ontvangen. Volgens De Monchy “zoeken” sommige investeerders naar mogelijkheden om potentieel lucratieve schadeclaims in te dienen. Ze zoeken naar bedrijfs- of overheidsbeleid dat wrijving met zich meebrengt, en positioneren zichzelf vervolgens als pleitbezorgers voor een groep mensen.

Het gevorderde schadevergoedingsbedrag voor claims ingediend in Nederland tussen 2020 en 2022 bedraagt ​​26,9 miljard euro

De afgelopen jaren hebben ook diverse advocatenkantoren hun deuren geopend die gespecialiseerd zijn in deze vorm van collectief procederen. Zelfs Amerikaanse bedrijven als Scott & Scott, Milberg en Hausfeld staken de oceaan over om vestigingen in Amsterdam te vestigen. In totaal bedroeg het gevorderde schadevergoedingsbedrag voor alle claims die tussen 2020 en 2022 in Nederland waren ingediend 26,9 miljard euro, zo bleek uit internationaal onderzoek van CMS. 12 procent van alle Europese massaclaims van de afgelopen vijf jaar werd in Nederland ingediend, waarmee Nederland na Groot-Brittannië op de tweede plaats komt.

De Ruijter noemt Nederland een voorloper in Europa op het gebied van massaclaims. Volgens hem is de wetgeving hier vooruitstrevend, heeft de rechterlijke macht een internationale reputatie en is de doorlooptijd kort vergeleken met andere landen.

advocaatMachteld de Monchy De laatste tijd zie je rechters een middenweg zoeken door puur commercieel gedreven initiatieven kritisch te beoordelen

Dit maakt het een interessante plek voor investeerders en advocatenkantoren om hun class action-claims in te dienen. Ook helpt het dat Nederlandse rechters zich vaak bevoegd achten om internationale claimzaken tegen multinationals te behandelen, mede omdat belangrijke kantoren van de bedrijven in Nederland zijn gevestigd.

Claims onder ‘vergrootglas’

Maar dat maakt Nederland volgens De Monchy nog niet tot een claimersparadijs. “Investeerders liggen in de rechtszaal onder een vergrootglas”, zegt ze. “Je ziet de laatste tijd in vonnissen dat rechters zoeken naar een middenweg, door puur commercieel gedreven initiatieven kritischer te beoordelen.”

Een uitspraak van de Haagse rechtbank van vorige maand is hiervan een goed voorbeeld. In een zaak die namens investeerders is aangespannen tegen vliegtuigfabrikant Airbus vond de rechter dat een van de eisende stichtingen feitelijk een lege huls was. De club had geen kennis en kunde in huis, maar functioneerde vooral als vehikel voor de investeerder. Hij hoopte te kunnen profiteren van eventuele toegekende schadevergoedingsclaims. De rechter oordeelde dat de stichting de belangen van de investeerders niet mocht behartigen. De uitspraak heeft de fondsenwervers zwaar getroffen. De strenge toetsing door de rechter kan gevolgen hebben voor hun verdienmodel.

Toch laten niet alle beleggers zich voor de gek houden, zegt advocaat Michael Bacon van Kennedy Van der Laan. “Het frame dat het allemaal geldgrijpers zijn die de markt leegmaken, is ongerechtvaardigd”, zegt hij. “Natuurlijk willen de investeerders hun geld terugzien en winst maken, maar sommigen van hen financieren ook dingen met een oprecht belang om gewone burgers sterker te maken. Om stelling te kunnen nemen tegen de hegemonie van multinationals.”

Lees ook
Angst voor overbelasting van het rechtssysteem als gevolg van een hausse aan massaclaims van buitenlandse investeerders

<strong>Alexander Klopping</strong>media-ondernemer en oprichter van Blendle, leidt een stichting die een miljard euro eist van Apple en Google.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”https://images.nrc.nl/IbySFMHmPMVuGvApdz1ByTSZFQQ=/160×96/ smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/02/data82144483-88b4f1.jpg”/></p>
<p>Want, zegt Bacon, dat was ook de belofte van de wet.  Vóór 2020 toetste de rechter wel of de claim inhoudelijk terecht was, maar individuen moesten vervolgens zelf een procedure starten om een ​​schadevergoeding te vorderen – tenzij het bedrijf of de overheid bereid was tot een schikking te komen.  “Dat leidde tot verschrikkelijk lange procedures.”  Bovendien besloot niet ieder slachtoffer een claim in te dienen, omdat de proceskosten en advocaatkosten soms hoger uitvielen dan het schadevergoedingsbedrag.</p>
<h2 class=‘Meer business door ESG-normen’

De Ruijter denkt dat de nieuwe wet ook enige verlichting kan bieden in de werkdruk van rechters. Zij hebben niet meer te maken met talloze individuele procedures, maar kunnen één claimzaak behandelen waarin de hele groep slachtoffers vertegenwoordigd is.

Hij voorspelt echter dat het aantal claimzaken de komende jaren verder zal stijgen, mede omdat bedrijven aan strenge ESG-normen moeten voldoen. Vanaf 2024 moeten zij nauwkeurig rapporteren over wat zij doen voor het milieu en de maatschappij. Volgens De Ruijter zullen claimorganisaties op basis van deze gegevens mogelijkheden zien om bedrijven voor de rechter te dagen. “Massaclaims vormen daarom een ​​groot bedrijfsrisico”, zegt hij.

Daarnaast is Nederland volgens het CMS-rapport een van de hotspots op het gebied van fundamentele klimaat- en milieuvraagstukken. Een zaak van Fossiel Vrij Nederland, waarin KLM wordt verweten zich groener voor te doen dan ze in werkelijkheid is, wordt ‘wereldwijd’ in de gaten gehouden omdat deze in andere landen navolging zou kunnen krijgen als er in het voordeel van Fossiel Vrij wordt beslist.

Ook op andere terreinen is het juridische vakgebied nog volop in ontwikkeling. Zo oordeelden rechtbanken in Amsterdam en Den Haag verschillend over de vraag of schadeveroorzakende gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vóór 15 november 2016, de dag waarop het Wamca-wetsvoorstel is ingediend, onder de nieuwe wet vallen als ze ook daarna schade blijven veroorzaken. die datum. En vorige week oordeelde een rechter dat vakbonden de belangen van werknemers niet mochten behartigen op platform Temperflex, omdat een aantal van hen had aangegeven zich niet vertegenwoordigd te voelen. Een unieke.

Volgens De Monchy betekent deze voortdurende ontwikkeling van de jurisprudentie dat de toekomst zal uitwijzen of Nederland daadwerkelijk een claimparadijs wordt. “De nieuwe wet kan veel goeds brengen. Weliswaar heeft hij ervoor gezorgd dat er meer opportunistische investeerders actief zijn, maar de rechtbank kijkt hier kritisch naar.” De Ruijter is het daarmee eens: “Het was de bedoeling van de wetgever om een ​​evenwichtig systeem te creëren. Dat lijkt ook te gebeuren. Het juridische vakgebied wordt volwassen in Nederland.”

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *