Column | Kwaadaardig genuanceerd – NRC

[ad_1]

Wil je meer of minder context? Die vraag hangt al twee weken boven het publieke debat. Afgelopen weekend maakte Kauthar Bouchallikht bekend geen Kamerlid meer te willen zijn voor GroenLinks-PvdA, omdat het haar in de reacties van Jesse Klaver en Frans Timmermans op de Hamas-aanslagen de noodzakelijke ‘context’ over de decennialange onderdrukking van de Palestijnen ontbeerde.

Voor anderen was er te veel context. Marcel van Roosmalen bekritiseerde dinsdag in een radiocolumn “het schreeuwen om context, het gezeur, het bagatelliseren van bloedbaden op afstand.” Hans Teeuwen fulmineerde er vorige week in een video al tegen: “Jodenhaters hebben helemaal geen context nodig. Ze haten Joden, en daarom moeten ze sterven.” En er was ook kritiek op de contextbieders in het buitenland. “Contexteer mij geen context, analyseer mij geen analyses”, schreef de joodse historicus Simon Schama afgelopen zaterdag in een emotioneel artikel in de Financiële tijden. Hij vond het ongepast om te beginnen met tolken terwijl Israël nog in diepe rouw verkeerde.

Vervolgens werd de context ook in andere contexten verguisd. Toen maandag twee Zweden werden doodgeschoten door een IS-terrorist in Brussel, zei Mick van Wely, misdaadjournalist bij De Telegraafsarcastisch: “Benieuwd naar de ‘context’.”

De verdeeldheid over ‘context’ lijkt op het oude debat over wie verantwoordelijk is voor de ongelijkheid: het systeem (volgens links) of het individu (volgens rechts). Door zich te concentreren op het systeem, of op de context, lijkt de morele verantwoordelijkheid van individuen te verminderen. Dit is ook wat de contextcritici zeggen: context kan tot rechtvaardiging leiden. Marcel van Roosmalen sprak in zijn column over “inwoners van Nederland die elkaar met geschiedenislessen om de oren sloegen om terreurdaden te rechtvaardigen.” Het deed denken aan Mark Rutte, die na de avondklokrellen in januari 2021 zei: “Dit is crimineel gedrag. En dan zoeken we niet naar diepe sociologische betekenissen of oorzaken.” Persoonlijk begrijp ik nooit waarom het niet allebei kan zijn: een moreel oordeel over individuele handelingen, met kennis van de context. A geen hersenkrakerlijkt mij, maar anderen vinden dit kwaadwillig genuanceerd.

Er bestaat, als je goed luistert, nog een andere vorm van contextkritiek. Het gaat niet om het bieden van context op zich, maar om de inhoud van de geboden context. Typerend is dat Hans Teeuwen zelf vertelt over duizenden jaren jodenhaat in de video waarin hij zich uitspreekt tegen de context. Deze eenzijdige contextkritiek zie je vaker. Mensen die vinden dat de sociaal-economische achtergrond van jihadisten er niet toe doet, citeren vaak uitgebreid uit de Koran om te laten zien waar dat geweld vandaan komt – ook een context.

Het is natuurlijk het beste als je rekening kunt houden met de verschillende contexten – wat niet betekent dat ze evenveel gewicht moeten krijgen. Deze week liet theoloog Stefan Paas op X zien hoe je dat doet. Hij beschreef “twee diepe bronnen waaruit woede en verdriet voortdurend opborrelen: de onzekerheid van de Joden en het onrecht tegen de Palestijnen.” Elke blik op het conflict die een van beide negeert, is ontoereikend, denk ik.

Ik zie een ander probleem met contextbiedingen. Vaak komt de context pas in beeld als er iets verschrikkelijks is gebeurd. Na terroristische aanslagen in 2015 door mannen uit het Brusselse Molenbeek gingen tientallen journalisten daarheen om inzicht te krijgen in de ‘probleemwijk’. Iets soortgelijks gebeurt nu met Gaza. De wereld verloor korte tijd het lot van de 2,2 miljoen Gazanen uit het oog, evenals het geweld waarmee de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever worden geconfronteerd. Herinneringen wereldwijd worden nu opgefrist met Israël/Palestina-kaarten en ‘tien vragen over het conflict’. Dit leidt tot veel nieuwe verontwaardiging over het lot van de Palestijnen – niet alleen over de huidige bombardementen, maar ook over hun positie in het algemeen. Het is treurig maar waar: zonder Hamas zouden we hier nu niet over praten.

Hieruit blijkt dat als je aandacht wilt voor je zaak, het loont om een ​​gruwelijke aanval te plegen. Dat is het perverse aan de ‘aanval-context’-dynamiek. Is dat een reden om geen context te bieden – omdat dat de daders zou belonen? Ik dacht het niet. Het laat juist zien dat context veel vaker nodig is.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *