Imperialisme voor beginners. Wel of geen onderwijs, dat maakt het verschil bij het spelen van Streektaalstrijd

[ad_1]

Om onze kennis van de streektaal te vergroten is aan de universiteit in Groningen een bordspel ontwikkeld: Regionale Taalstrijd. Wat gebeurt er als een Fries, een Groninger en een Nederlander de strijd aangaan?

Waar is Willem? Willem komt niet? Willem zou toch ook meespelen? De spelregels zijn nog niet uitgelegd of er is al verwarring. Wij missen een deelnemer. Vanwege Drenthe. Het zal niet gebeuren.

Met een Fries – Jacob – en een Groninger – Herman – aangevuld met een Nederlander – Joep – moet het ook lukken. Onder het ruime dak van Mediahuis spelen drie journalisten Regional Language Battle, een door wetenschappers ontwikkeld spel, waarin deelnemers met vragen over taal en dialect worden aangemoedigd gebieden in Nederland en Vlaanderen te veroveren waar streektalen worden gesproken.

Fries als eindexamenvak

Jacob wil beginnen met te zeggen dat het Fries naast het Nederlands een volwaardige taal is. Hij leerde het zelf van zijn ouders en op de School met de Bijbel in Sondel. Later, op de middelbare school, nam hij Fries als eindexamenvak. “Daar heb ik nu nog steeds profijt van”, zegt hij.

Herman komt uit Stadskanaal en zegt daarom Veenkoloniaal te spreken. “Dat heb ik thuis en op het schoolplein geleerd.” Het schrijven en lezen van turfkolonialen is voor hem een ​​kanaalbrug te ver. “Het Gronings bestaat eigenlijk niet, er zijn meerdere varianten. Ook al liggen de Veenkoloniën deels in Drenthe, voor mij is het één gebied.”

Joep werd geboren in Roelofarendsveen, een Zuid-Hollands dorp tussen Amsterdam en Leiden. ‘Toen ik jong was, waren er mensen die zo vlak spraken dat je ze niet verstond. Dat heette het Veens-dialect’, zegt hij. ‘Ik denk dat het gewoon slordig taalgebruik was. Het klonk alsof ze nooit goed hadden leren praten.”

De tuin van de buren

In de verte doet Streektaalbestrijding denken aan Risk, de vragen doen denken aan Triviant. Jacob besluit het Friese taalgebied vanaf Vlieland te veroveren. Vanuit het Westerwold richt Herman zijn blik op het veel grotere terrein van Nedersaksen. Joep vestigt zich in het groene hart van Nederland. Imperialisme voor beginners: bewoon eerst de vertrouwde omgeving, daarna de tuin van de buren.

Het spel is nog maar nauwelijks begonnen of Herman raakt van streek door de al te simpele vraag wie van de drie regionale taalkunstenaars Nedersaksisch spreekt. niet gebruikt in de teksten: Marlene Bakker, Daniël Lohues of Rowwen Heze? (1)

Jacob heeft op zijn beurt geen moeite met een vraag over het genre waarin het Oudfries bewaard is gebleven: poëzie, juridische teksten of religieuze geschriften? (2) Joep struikelt over de vraag wat het woord ‘toon’ betekent in het Westfries en Zaans. Is dat teen, tuin of tien? (3)

Vroom? Zoals in de strips van Michel Vaillant?

Er zijn ook taalkundige vragen: ‘De term alfabet komt van de Griekse letters alpha en beta. Is dit waar of niet waar?’ (4) En Brabantse vragen: hoe zeg je in het Vlaamse deel van Brabant ‘opnieuw’: opnij, weerom of vroem? Herman lacht: “Vroem? Zoals in de strips van Michel Vaillant?” (5)

Zoals vaak het geval is in de sport- en spelwereld, zijn de vragen eenvoudig als je de antwoorden weet. En net als in het echte leven rollen de munten in Regional Language Battle de verkeerde kant op en kan er geen vooruitgang worden geboekt als geluk en kennis ontbreken.

Ondertussen breidt Jacob zijn territorium snel uit. Wellicht omdat hij als Fries ergens bij wil horen, ligt zijn focus niet op Nederland, maar op de annexatie van Groningen en Drenthe. “Je moet wachten tot je vast komt te zitten in het Bourtangermoeras”, waarschuwt Herman, die zijn terreinverlies probeert te compenseren door via Drenthe en Twente op te rukken naar de Achterhoek en Limburg.

Patat, patat of patat

Als Joep even moet pauzeren na een vraag over de herkomst van de groeten ‘doeg’ en ‘doei’: Strandnederlands, Zaans of stadsnederlands? (6), Jacob maakt een cruciale doorbraak met zijn culinaire kennis over friet, friet en nog eens friet. “Ik heb alles”, besluit hij blij.

En dan mag hij ook nog een gelukskaart trekken. Waarin staat dat hij munten van beide spelers kan pakken. Want ‘de populariteit van de streektaal is afgenomen nadat twee bekende Nederlanders, die beiden een andere streektaal spreken, een verhitte, vulgaire ruzie hadden die breed werd uitgemeten in de pers.’

“Dit spel is duidelijk op een universiteit ontwikkeld”, moppert Joep. “Ik heb alleen MAVO en dat is voor mij heel lastig”, geeft Herman toe. Als Jacob vervolgens de naam kent van de oudste geschreven maar nog niet ontcijferde taal van Europa (7) en nog meer munten verzamelt, is de kloof voor de andere spelers onoverbrugbaar geworden.

Leuk voor de tijd van de baas

De Regionale Taalstrijd is al anderhalf uur aan de gang. Willem, de afwezige Drentse deelnemer, heeft zijn afwezigheid nog steeds niet opgemerkt. Waar zijn ze in de Olde Lantschap mee bezig? Met het componeren van een volkslied?

“Een best ingewikkeld spel”, besluit Joep met een blik op de klok. “De boodschap is duidelijk: als je wilt dat de streektaal terrein wint, moet je investeren in onderwijs.”

“Dit is leuk voor de tijd van de baas. En voor kerstavond”, oppert Herman terwijl hij zich afvraagt ​​wat hij met het veroverde Salland moet doen. “Ik denk niet dat dit een spel is dat vaak uit de kast zal komen”, besluit Jacob. “Ik denk niet dat de makers van Monopoly of Risk veel te vrezen hebben van Streektaalbestrijding.”

Een droge worst voor de winnaar kwam niet in aanmerking.

Antwoorden

De juiste antwoorden op de vragen zijn: (1) Rowwen Heze, (2) juridische teksten, (3) tiener, (4) waar, (5) vroem, (6) Zaans, (7) Minoïsch. Zie ook regiotaalStruggle.nl

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *