[ad_1]
Naast mij op de voorstoel lag een zware plastic zak. Ik heb de radio uitgezet. Dit was een moment.
Ik zat in de auto en bracht de steen van een dood meisje terug naar haar familie. Ik ging een natte grafsteen mee naar huis nemen die nog steeds naar blauwe modder rook.
Vorige week schreef ik dat er een scherf van een kleine grafsteen op ons terrein was opgedoken. Na een zoektocht vol omwegen vond ik een overlijdensbericht waarin K. Wiersma en A. Wiersma Mietus uit Menaldum aan de wereld bekendmaakten dat hun ‘lieveling Rinske, nog maar vier weken oud’ op 14 september 1909 was overleden.
Dit moest bijna de steen zijn van haar geruimde graf dat tot puin was verklaard.
‘Vanochtend in 1909’
Oplettende lezers wezen mij vervolgens op de genealogische schatsite Allefriezen. Zo gebeurde het dat ik ineens oude brieven inkeek waarin stond dat ‘de werklieden Tjeerd Fokkema, dertig jaar oud, en Gerben Berkenpas, achtentwintig jaar’ de gemeente Menalduma op de hoogte hadden gesteld van het overlijden ‘om elf uur dit ochtend’ van de baby.
Als klap op de vuurpijl kreeg ik post van twee neven van Rinske, die nu geen neven meer zijn, maar neven. Hun moeder is de tweede Rinske die zeven jaar na de tragische dood van haar oudere zus werd geboren.
Deze week heb ik met een van hen afgesproken om de steen min of meer thuis te brengen en nog geen twee uur voor mijn vertrek gebeurde er iets wonderbaarlijks toen ik met G. bij een nieuwe hoop modderig puin stond.
Een nieuwe hunk
Hij wees naar een kleverige bult, pakte een borstel en begon met schoonmaken. ‘Hier rust onze geliefde…tertje’, schemerde door de vettige klei. Het brok paste precies bij het eerst gevonden stukje Rinske dat op het aanrecht lag, net als het hoekje cementsteen dat we daarna hebben afgespoeld.
Daarom waren de hengsels van de plastic zak waarmee ik later bij mijn grote neef aanbelde verschrikkelijk dun.
‘Misschien is dit helemaal niet jouw Rinske,’ zei ik aarzelend, maar de neef wist dat dit niet gemist kon worden. Mogelijk is het graf ooit opgeruimd omdat vader Klaas en moeder Antje, die op een skûtsje voeren, de begrafeniskosten niet konden betalen.
Het geld klotste niet tegen de plinten. Hun oudste dochter Janke, die 6 jaar oud was toen kleine Rinske overleed, had zelfs met de turfkar meegelopen. Zijn moeder, de later geboren Rinske, was de eerste in het gezin die een opleiding voltooide.
Poppenbedje
“Waar is het poppenbed?” vroeg de neef aan zijn vrouw. Zijn pake, de vader van de Rinskes, was een charmante, lieve, creatieve man geweest die prachtig speelgoed maakte.
Even later keken we naar een zorgvuldig vervaardigd en geverfd speelgoedbed. Het stond naast de Rinske-brokjes, die op twee planken op tafel stonden. De doos die er ooit onder stond, zou nauwelijks groter zijn geweest.
‘Het is maar een gebroken steen, nietwaar?’ Ik zei. ‘Het is Rinske niet.’
Maar het werd duur betaald. Er was over nagedacht. Bijna 115 jaar later lag op de tafel in een prachtige kamer in een prachtig oud huis een klein monument voor een klein leven. Het leek bijna alsof Rinske nog een beetje bestond.
‘Ik ga er een lijstje omheen maken,’ zei de neef. Eerlijk gezegd reed ik best tevreden terug.
jantien.de.boer@lc.nl
[ad_2]