[ad_1]
Op Pinkstermaandag waren Rients (85) en Sjoukje (79) de Boer uit Achlum zestig jaar getrouwd. Zij zijn zeer actief in de kerk. Dat bood hen ooit veel troost in een donkere tijd. En nu elke dag plezier hebben. Ze schrijven voor het kerkblad, houden de begraafplaats netjes, bezoeken parochianen en leiden gasten rond.
Een doodlopend pad onder de rook van Achlum. Rients en Sjoukje wonen aan het einde van het pad. Een vrijstaande woning is een understatement: ze wonen midden in de weilanden. Vanuit de woonkamer zien ze in de verte de kerk van de Protestantse Gemeente Achlum & Hitzum, waarvan zij lid zijn. “Op een grappige manier ben je aan het rommelen”, merkt Rients op.
Daar is hij iedere dag te vinden, in de kerk. Of preciezer: op de begraafplaats. Samen met drie andere vrijwilligers maait hij regelmatig het gras op de begraafplaats. Ook maakt hij af en toe stenen recht, maakt ze schoon en schildert over de letters. “Er is altijd wel iets om gek op te zijn.”
Sjoukje is ook altijd bezig met de kerk. Maandelijks schrijft zij een terugblik op de diensten in het kerkblad. Daarnaast is ze ouderling, legt ze huisbezoeken af bij ouderen en zieken en zorgt ervoor dat er iedere zondag iemand een bloemengroet krijgt van de kerk. “Je weet wat je moet zeggen over het tsjerke en het minsken”, zegt ze over haar vrijwilligerswerk, “en wij weten dat we dit op jouw leeftijd nog niet eens zouden kunnen bedenken.”
Sjoukje groeide op aan de overkant van de weg, op een steenworp afstand van waar het stel nu woont. Rients werd geboren in Winsum, maar verhuisde op zijn veertiende naar Sospum, ten noorden van Achlum.
‘Ze zijn nooit verder gegaan’
Sjoukje ging destijds naar school in Franeker, zodat Rients haar iedere dag voorbij kon zien fietsen. “Wij kijken nooit achterom, maar kijken er altijd naar uit”, zegt Rients lachend. “En dat vind ik leuk voor mijn naam”, reageert Sjoukje.
In mei 1962 belde Rients Sjoukje. Zou ze op Hemelvaartsdag met hem mee willen naar Zwartewegsend, waar destijds op Hemelvaartsdag jaarlijkse activiteiten plaatsvonden? Ze vertrokken in de auto van Rients, maar door de spanning nam hij in Stiens de verkeerde afslag, waardoor ze een omweg moesten maken via Dokkum. “Lykas yn it sprekwurd”, lacht Rients. “Wij logeren in Dokkum.”
En toch was het een geslaagde eerste ‘date’. Rients “Het is wie, en het is nooit uit.” Een jaar later verloofden de twee zich, en nog een jaar later trouwden ze.
Sjoukje had zowel de huishoudschool als een opleiding tot interieurassistente (INAS) gevolgd, maar werd na hun huwelijk huisvrouw, zoals destijds gebruikelijk was. ‘En mem, want er komt binnenkort bern.’ Het echtpaar kreeg twee dochters en een zoon.
Rients had samen met zijn broer een gemengd boerenbedrijf. In de jaren zeventig werd hij ook drager bij begrafenissen, en een paar jaar later werd hij bode: de persoon die na een overlijden helpt bij het regelen van alles rondom de uitvaart. Dat was nogal een ding, naast een boerderij. “Ik moest 24 uur lang skiër zijn. Op sombere dagen op kantoor hoop ik gewoon iets rustig te houden.” Maar dankzij de samenwerking met zijn broer in het bedrijf kon het toch.
Ongeluk
In november 1992 kreeg hun toen 17-jarige zoon Ruurd een ongeval. Hij belandde samen met een vriend en een neef met een auto ondersteboven in de sloot. Ruurd en de vriend overleefden het ongeval niet.
Het zette de wereld van de familie op zijn kop, maar Rients besloot – hoe confronterend ook – zijn werk als bode voort te zetten. In zekere zin heeft het zelfs zijn werk als bode verrijkt, hij kijkt er nu op terug. “Ik weet beter wat mijn families doen, en ik ga, ik moet me meer bewust zijn van alle beslissingen die in Stjergefal zijn genomen. De mensen van de familie moeten goede mensen zijn, dat vind ik altijd leuk.”
Sjoukje wilde na het overlijden van Ruurd vooral bezig blijven. “Wij, dochters die al getrouwd zijn, zochten naar hoop om alleen te zijn.” Zij is al een aantal jaren vrijwilliger in de terminale thuiszorg. ‘Meastentiiden bij nacht. De oren zijn een hel, ik vrees dat je rustig bij de pasjint zit en van de bytides moai petearen erover leauwe en de dea.
In voor en tegenspoed
Ook vond ze troost in vrijwilligerswerk voor de kerk. Ze ging de administratie van de begraafplaats voeren en werd secretaris van de provinciale en later van de regionale Gereformeerde Vrouwengroep. Beide groepen zijn inmiddels opgeheven, maar Sjoukje is nog steeds ‘voorzitter’ van een kleine vrouwengroep in Achlum. Zij komen eens in de twee weken bij elkaar. Sjoukje verzorgt de introductie en een gebed. De leden zijn vooral 80-plussers. “Jonger kom je niet binnen, maar dat is wel netjes. We diele blad en geleden, dat is sá weardefol.”
In 2001 stopten Rients en zijn broer met het boerenbedrijf. “Val me een tijdje niet lastig, en beschouw mijn funk niet als een geschenk.” Van eerst boodschapper voor één dorp, werd Rients boodschapper voor zeven dorpen. Hij legde zijn functie pas op zijn 75e neer.
In de zomer, als Rients vrijwel dagelijks bij de kerk te vinden is, leidt hij bezoekers ook rond. “Ik ben er nog steeds, en het is ongeveer 1100 dat er niet genoeg is om te doden.” Soms willen kinderen de klokkentoren zien. Dan beklimt Rients alle zeven trappen met hen. “Dat zou niet het geval zijn.”
“Het is syn lust en syn libben”, vult Sjoukje aan. “Ris in dei fuort of in kear fakânsje sit der net yn.” “Wat moet ik doen met fakânsje?”, reageert Rients. “Dan waren de dagen te lang en moest je veel sporten. Ik ben thuis. Of bij het tsjerkhôf.”
Foto
Ook hun zoon Ruurd ligt begraven op de begraafplaats die ze allebei op hun duimpje kennen. Rients: “Toen ik het voorbij de Ruurd las en het werd rustiger, was ik nog helemaal doof in mijn naam. Op dit punt vergis ik mij nu minder. Ik kan me gemakkelijk voorstellen dat mijn maag zonder fertrietlik is. Bytiden Ik vind het gewoon niet leuk. Op syn stien stiet op foto. Dan aai ik hem in de holte.’
Op Tweede Pinksterdag zijn Rients en Sjoukje een jaar getrouwd. Dat vieren ze klein. “Nee, we zijn er trots op dat we in mei een groot feest gaan vieren”, zegt Rients. “Je mist hem enorm.”
Zij komen echter op 17 augustus, de verjaardag van Ruurd, met de hele familie samen. Dat doen ze ieder jaar. Het echtpaar heeft inmiddels vier kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. “Meastentiids geane wy nei Appelskea. Minigolf en heerlijk eten”, aldus Sjoukje.
Dit jaar nodigen zij op die dag ook een aantal vrienden uit om het 60-jarig jubileum te vieren. Rients: “Het is veilig om tanker te zijn. We kunnen ons niet voorstellen dat we in een vrijwilligersval zitten.” Gaan ze daar nog een tijdje mee door? “Zolang God de tijd van je leven is.”
[ad_2]